EENDAAGSE VERBINDING BATAVIA-SOERABAJA
Foto: G. L. Touset
Het lezen van onderstaand artikel zal voor vele oud-lndischgasten
een aangename herinnering zijn.
In het prachtige Serajoedal, tussen Kebasin en Notok ligt Boogbrug
over de Serajoerivier in de lijn CheribonKroja.
Voor het jaar 1915 moest de reis van Batavia naar Soerabaja in 2
etappes worden afgelegd. Eerst BataviaMaos, en daarna Maos
Soerabaja en in Maos zich logies verschaffen, in een, nogal onge
rieflijk hotel.
Door van wijlen Dr. Ir. J. A. H. Haarman, toenmalig hoofd van de
dienst van constructie en bruggebouw, die op 20 februari 1964
overleden is, werd de brug over de Serajoe-rivier ontworpen,
bestaande uit 2 boogbruggen van 60 m. dagwijdte en een boogbrug
van 90 m. dagwijdte.
In het jaar 1915 was ik werkzaam bij de Pletterij voorheen L. I.
Enthoven N.V. te Delft, en kreeg als hoofd van de bruggen-afdeling,
de praktische leiding op mij te nemen, voor het monteren van deze
brug, die op het terrein van de Pletterij gemonteerd werd, daarna
gedemonteerd en verpakt naar Indië verzonden.
Die montage was niet zo eenvoudig, vanwege de hevige bandjir.
Dat had ten gevolge dat de 2 boogbruggen van 60 m. dagwijdte
met behulp van een stijger gemonteerd konden worden. De boog
brug van 90 m. dagwijdte, waar geen stijger voor aangelegd kon
worden moest vrijuit gemonteerd worden. In het jaar 1917 was de
Serajoe-rivier overbrugd en de eendaagse verbinding Batavia
Soerabaja tot stand gekomen.
Tijdens de oorlog werd deze mooie brug opgeblazen.
G. L. TOUSET
Tot onze grote spijt kunnen we, vanwege de hoge kosten, slechts
één foto plaatsen van de serie die de heer Touset ons toestuurde.
RED.
(Vervolg van pag. 6)
via tot de meest boeiende stad van 't oude
Indië maakte? Het oud-Indisch voorname
woonhuis aan de Salembaweg, waar een
maal de befaamde Jan Dinger woonde, de
moderne villawijken als de Tosariweg bij
voorbeeld, waar niets meer deed denken
aan de dagen van de luie stoel, de badende
mensen onderaan de kademuren van Rijswijk
en Noordwijk en Molenvliet en het mondaine
badleven bij de Bataviase Jachtclub, de
Chinese restaurantjes op Glodok en de
wandelende waronkjes onder de asembomen
en de voorname restaurants, de toekang-
ramboet langs de weg en de moderne
salons de coiffure, de Chinese rommelige
toko'tjes en de grote Euopese winkels, al
deze contrasten binnen één en dezelfde
stad, hier in beeld gebracht, boeien ons
weer even sterk als de werkelijkheid het
eenmaal deed.
Dan Bogor, met het witte paleis, waar we in
de vorstelijke Grote zaal onder de kristallen
kroonluchters een gala-diner bijwonen; het
oude statige residentshuis met de rijzige
kenariebomen ervoor; hotel Bellevue met
daarachter de bultige Salak en, als lang
geleden, een zwerftocht door 's Lands Plan
tentuin.
Maar niet alleen de kotta's en kotta'tjes
waar we eenmaal woonden vonden in dit
werk een plaats. We zien de straattoneeltjes
weer terug die ons eenmaal zo boeiden, de
ès-poeterverkoper en de venter van bakoels
en zinken emmers en teilen zien we langs
de weg gaan, de toekang-boewa vent zijn
fruit langs de trein, we zien bruine mensen
genieten in de warong langs de weg, onder
het koele water uit de pantjoeran.
Dan gaat het naar Bandoeng met zijn prach
tige parken, de gezellige Braga, de Grote
Postweg, Pasar Baroe, Dago's beroemde
waterval, het meertje van Tjileuntja en de
berghotels in de naaste omgeving.
In Java's hart staan we weer voor de prach
tige reliefs in de wanden van Boroboedoer
en Mendoet en de Prambanan-tempels, we
vinden het oude Djokjakarta terug met zijn
brede beschaduwde wegen. En zo voert
Buitenweg ons in foto's en tekst terug naar
Semarang, Soerabaja, Soekaboemi en Ga-
roet. Naar het koele Malang met zijn heer
lijke omgeving. En naar de vakantieoorden:
Tosari, Nongkodjadjar, Garoet, Sarangan en
Trètès.
Met de vraag: „Waarom toch?" leidt de
schrijver zijn boek in. Waarom werd dit
werk samengesteld? Buitenweg geeft er zelf
het antwoord op, zijn verontschuldiging als
U wilt:
„Met onze kinderen, ook met die nu geen
kinderen meer zijn, bekijken we nog zo
graag oude foto's, geïllustreerde boeken en
tijdschriften. Kijk... daér hebben we ge
woond... daar zijn jullie schoolgegaan... in
dat heerlijke bergoord hebben we onze
laatste vakantie doorgebracht en hier heb
ben jullie leren zwemmen... Maar hoeveel
foto-albums, hoeveel boeken en tijdschrif
ten zijn naast veel wat oneindig dierbaar
was verloren gegaan? Antiquarische
boekverkopers vragen er fancy-prijzen voor.
En daarom heb ik getracht in dit werk ten
minste een klein deel bijeen te brengen van
het vele dat ik op mijn speurtochten mocht
aantreffen, dank zij de instellingen en per
sonen zonder wier medewerking dit niet
mogelijk zou zijn geweest en die ik daar
voor bijzonder dankbaar ben." RED.
7