Dr. Frans Junghuhn
ks
Op 24 april j.l. hebben wij herdacht, dat honderd jaar geleden de grote natuuronderzoeker
van Indonesië, Dr. Frans Junghuhn, te Lembang op 55-jarige leeftijd stierf.
De laatste rustplaats van deze grote denker en natuuronderzoeker ligt aan de voet van de
Tangkuban Prahu, op een bergrug, temidden van een prachtig uitzicht op de omringende
bergen en het landschap. Verschillende kina-soorten zijn om dit eenvoudige monument
geplant en enkele geplaatste banken nodigen de bezoekers uit een ogenblik te toeven en
te bedenken wat deze grote man, die hier begraven ligt, als vreemdeling voor dit land
heeft gedaan.
Niet ver van deze plaats heeft Junghuhn
gewoond en toen hij door dysenterie zijn
krachten voelde afnemen, was zijn wens op
deze plaats begraven te worden. Reeds te
voren had hij geschreven: ,,lk zou het liefst
op een top eens bergs begraven zijn."
Voordat hij stierf, verzocht hij zijn vrouw
het raam van zijn studeervertrek wijd open
te zetten; hij wilde afscheid nemen van zijn
geliefde bergen en het oerwoud zien, waarin
hij jaren van zijn leven had doorgebracht.
Junghuhn, geboren te Halle op 26-8-1809,
heeft een merkwaardige levensloop gehad.
Bijna alle takken van de natuurwetenschap
heeft hij beoefend. En nu staat de weten
schap verbaasd over de veelzijdige kennis
van deze baanbreker; de eminente plant
kundige, de grote geoloog, de bekwame
vulcanoloog, de bekende klimatoloog, de
vermaarde ethnograaf, de grondlegger van
de kina-cultuur, de beroemde ontdekker van
Java's bergen, de schrijver, die de gave
had om hetgeen hij ontdekte en beleefde
op papier te zetten, zodat na meer dan 100
jaren zijn geschriften nog gelezen worden.
Een bekend geoloog schreef niet zolang
geleden: ,,AI wat Junghuhn schrijft over de
morphologie en de geologie der vulkanen,
over de oorzaken en gevolgen der uit
barstingen, is zo diep doordacht, dat wij
bijna geneigd zouden zijn te zeggen, dat
een nieuw onderzoek leiden kan tot de re
sultaten door Junghuhn opgesomd."
Bij al die onderdelen van de natuurweten
schap, beoefende hij de archeologie (oud
heidkunde), o.a. van de Hindoe-tempels, en
bovendien de palaeontologie, waarbij hij
verschillende, nog onbekende fossielen aan
het licht bracht en hij ontcijferde inscripties
op stenen.
Hij is wel de eerste geweest, die in 1860
de fotografie als hulpmiddel toepaste voor
zijn landschaps-beschrijvingen, alhoewel hij
het penseel en tekenstift ook goed han
teerde. Vele zijn de tekeningen door hem
nagelaten.
Tot zijn uitrusting behoorde een draagbare
camera obscura en een daguerreotype-
toestel met natte platen. De foto's zijn be
waard gebleven en getuigen van smaak.
Denkt U eens in hoe moeilijk het was om
een 100 jaar geleden in de tropen een op
name te maken, alsmede de bergen op Java
te beklimmen. En Junghuhn heeft geen berg
top op Java onbezocht gelaten.
Thans, in de moderne tijd, is het zo gemak
kelijk de krater van de Tangkoeban Prahoe
te bereiken, doch vroeger toen dit nog
te paard of te voet moest gebeuren, duurde
zo'n tocht vaak dagen...
Doch laten wij zeer summier de levensloop
van deze geleerde mededelen.
De vader van Frans Junghuhn was chirurgijn
bij de mijnen te Mansfeld in Duitsland; hij
wilde persé dat zijn zoon ook medicijnen
studeerde. Frans voelde er niets voor een
plattelands geneesheer te worden, die dan
tevens de barbier van het dorp moest zijn;
hij koesterde hogere idealen en aspiraties.
Vader dwong hem tot de studie van medi
cijnen en tussen vader en zoon kwam het
herhaaldelijk tot botsing. Frans wilde bota
nie en geologie studeren. Naast zijn studie
in medicijnen gaf hij zijn hart aan zijn lieve
lingsvakken en zo publiceerde hij op 21-
jarige leeftijd zijn eerste onderzoekingen
over paddestoelen, die verschenen in het
„Journal für die Botanik". Niemand zou toen
gedacht hebben dat deze eerste penne-
vrucht door tientallen gevolgd zou worden.
Junghuhn studeerde af in Berlijn en moest
april 1831 als compagniechirurg in Pruisi
sche militaire dienst.
Gedurende die tijd had een incident plaats,
dat noodlottig voor hem was en een stempel
op zijn leven zette en daardoor feitelijk zijn
levensloop bepaalde.
Op een studentenfuif kregen twee studen
ten ruzie over een meisje en één van hen
werd beledigd. Junghuhn met zijn bruisend
opvliegend karakter gooide de belediger
een glas bier in het gezicht, wat als gevolg
had een duel op het pistool. Junghuhn dood
de zijn tegenstander; werd tot tien jaren
straf veroordeeld en in de vesting Ehren-
breitstein boven Coblenz op Nieuwjaarsdag
1832 opgesloten.
Daar zat de man met zijn hoge idealen, die
eens gezegd had: ,,lk heb afschuw voor het
kwade; ik vereer en betracht de deugd; ik
heb mijn naasten lief en doe wel aan de
armen en lijdenden zoveel in mijn vermogen
is en dat is de ware godsdienst."
Hij simuleerde krankzinnigheid en werd
ruim een jaar later naar het hospitaal te
Coblenz overgebracht. Hier gaf hij les aan
de studenten in anatomie en kreeg daardoor
meerdere bewegingsvrijheid. Vrienden hiel
pen hem ontvluchten en Junghuhn nam de
benen naar Frankrijk, waar hij dienst nam
in het vreemdelingen-legioen. In Noord Afri
ka werd hij garnizoens-arts en schreef een
verhandeling over de heersende ziekten
onder de Europeanen van de Noord Afri
kaanse kust.
Verder besteedde hij natuurlijk veel aan
dacht aan de botanie en geen wonder dat
hij een „Pflanzenphysionomie" en „Uber das
Klima" van Bone schreef. Hij werd zelf aan
getast door typheuse koortsen, ging naar
Europa terug en kreeg gratie voor zijn ver
dere straf.
Bij een bezoek aan het hospitaal te Coblenz
betaalde hij de door hem medegenomen
sleutels...
In Mansfeld ontmoette hij zijn ouders en
moeder was wat trots op haar jongen,
die al verschillende verhandelingen had ge
schreven en naam begon te maken in de
geleerde wereld. Hij had gehoord dat in
Nederland buitenlandse doktoren voor Indo
nesië werden aangenomen, omdat Holland
zelf niet voldoende geneesheren kon leve
ren voor het uitgestrekte gebied.
Junghuhn moest in Utrecht een aanvullend
examen doen voor „tropendokter". Als men
leest hoe de examen-commissie achter de
groene tafel plaats nam en zeer toevallig
op het gebied van de botanie hem vragen
stelde stond de wereld verstomd over zijn
grote kennis.
Junghuhn werd benoemd tot Officier van
Gezondheid met bestemming Indonesië. Hij
moest op bootgelegenheid wachten en op
2 januari 1835 vertrok hij met 130 minderen
in rang van Harderwijk naar de Oost. Hij
had zijn tijd in Harderwijk benut en een
stuk over de natuur van de Veluwezoom
geschreven, een juiste beschrijving, die
slechts door nieuwere ondezoekingen is
aangevuld.
Op 13 oktober 1835 arriveerde de zeilboot
op Java. Stilgezeten had hij niet; hij ver
richtte verschillende onderzoekingen aan
boord.
Hij was door het duel wat eenzelvig gewor
den en had als levensmotto gekozen: „Leef
uw eigen leven. Ga met nietmand om. intri
geer nimmer. Uw geluk, uw troost, uw hoop,
uw geloof zij alleen de natuur en haar uitin
gen..."
Zij, die deze levensregels als een program
ma willen volgen, zullen het zeker moeilijk
hebben en Junghuhn trok de eerste drie
maanden na zijn aankomst in Batavia elk
vrij ogenblik de natuur in, en bestudeerde
de physische toestand van het land, de na
tuurlijke physiognomie, plantengroei en
bodemgesteldheid. Hij gaf wenken en raad
gevingen om verbeteringen te brengen in de
woontoestanden en zijn klimatologische
studiën worden nu nog geraadpleegd.
Hij was geneesheer en een bijdrage ver
scheen over de heersende ziekten en hij
constateerde dat de leefwijze van velen
verkeerd was.
„Gij sluit U te veel op in de benauwde hui
zen, en geeft U over aan te zwaar voedsel
en te veel drank."
4