BON BOEKENCLUB Tong Tong of gevoel voor het in het tweede regelpaar volgende moet opwekken. Ter verduidelijking moge hier van beide typen een voorbeeld volgen. Zonder enig „logisch" betekenisverband schijnt ons toe: Maanlicht schijnt over moerassen, Rijst eten doet een jonge kraai; Hebt ge niet genoeg aan alleen mijn woorden, Splijt mij dan de borst om naar mijn hart te zien. En van een „versluierde poëtische gedach te", een „zinvolle arabesk", is dan in deze Pantoen sprake. Allereerst om de lezer een beeld te geven van het rijmschema abab van de Pantoens de originele Maleise tekst en vervolgens een poging tot vertaling (men lette daarbij op het prachtige staaltje van liefdeslyriek dat dit kwatrijntje vormt): Sakit kaki ditikam toenggoel, Toenggoel ketjil ditengah hoema; Sakit hati padangkan sanggoel, Sanggoel ketjil berisi boenga. Ik wondde mij de voet bij het stoten op een boomstronk, Een kleine boomstronk was t, die op mijn akker lag; lk wondde mij het hart bij het kijken naar een haarwrong, Een kleine haarwrong was 't, waarin een bloempje stak. De belangwekkende theorieën die van het eerstgegeven voorbeeld een verklaring wil len geven, moet ik hier uit plaatsruimtege brek verder onbesproken laten. Ze zouden ons overigens ook te ver op gespecialiseerd filologisch terrein voeren. Tegen de achter grond van de typische twee-delige structuur van de Pantoen (een geheel andere struc tuur dan bijvoorbeeld die van de in het wes ten zo veel beter bekende Perzische Ruba- yat-kwatrijn met zijn rijmschema aaba) doet zich, echter het interessante verschijnsel voor, dat deze Indonesische dichtvorm ook buiten, )ndone§ië en tot zelfs in Europa toe opmerkelijke varianten vertoont. Uit het. brede Aziatische verspreidingsge bied moge hier alleen even worden gewe zen op bepaalde Chinese liefdeskwatrijnen uit het Shi-King „het Boek der Oden", een van de vier klassieke werken der Chi nese literatuur die, naar vorm en inhoud, zonder meer voor Pantoens zouden kunnen doorgaan. Een enkel voorbeeld in de Franse vertaling van Marcel Granet: Vers le midi sont de grands arbres; On ne peut sous eux reposer! Prés de la Han sont promeneusès; On ne peut pas les demander! En dergelijk? varianten komen ook voor in andere Aziatische gebieden als Achter- Indië, Siam, Burma en zelfs Tibet. EUROPESE PANTOENS Maar ook in die streken van ons eigen werelddeel waar de volkspoëzie nog wer kelijk onder de bevolking leeft ik denk hier dan bijvoorbeeld aan een land als Spanje of een, ondanks alle toerisme, toch altijd nog min of meer geïsoleerd gebleven gebied als de Alpen kunnen we op volks- kwatrijntjes stuiten die soms een frappante overeenkomst vertonen met de Indonesi sche Pantoen. Ook hiervan een paar voor beelden. Allereerst ter vergelijking weer een kwatrijntje uit de van melatigeur en cicadengesjirp vervulde tropennacht aan de evenaar, de Pantoen: Apa goena pasang pelita? Djikalau tiada dengan soemboenja Apa goena bermain mata? Djikalau tiada dengan soenggoehnja. en de Nederlandse vertaling: Wat voor zin heejt het een lamp aan te steken Een lamp als die is zonder pit! Wat voor zin heeft het zo lieflijk te lonken? Te lonken als het toch niet gemeend is'. En met dit guitige versje van onder de rui sende palmen vergelijke men nu eens de volgende Beierse „Schnadahüpfle", een jodlerliedje uit de Alpensfeer van gletschers en klingelende koeiebellen: Was hilft mir a schoner Apfel, Wenn er inne is faul; Was hilft mir a schönes Dirndl, Wenn's hat a los Maul. Van gamelan en Schuhplattler naar zuch tende gitaren en de opzwepende ratel der castagnetten. Ook in de volgende Spaanse Copla zien we duidelijk de voor de Pantoen zo karakteristieke inleidende „arabesk": Als je sigaret gedoofd is, Steek ze dan niet opnieuw weer aan; Krijg je de bons van je verloofde. Word dan niet weer verliefd op haar. Na de azuren kusten van de Middellandse Zee de grijze barnsteenstranden der Bal- tische gebieden. Ook hier, in de vorm van een Lettische Daina, een opmerkelijke Pan- toenvariant: Niet alle patrijzen hebben De punt van hun vleugels verguld; Niet alle meisjes hebben Een sjaal door hun moeder geweven. En nóg noordelijker reikt het verspreidings gebied van deze curiéuzè kwatrijntjës: van de evenaar tot onder het poollicht der Skan- dinavisch'e landen. Eén enkel voorbeeld van een Noorse „Gamlestev": Van geen vogel is de vlucht zó hoog Als van de grijze gans die vliegt met haar jongen; Van geen slang is het kwaad zó groot Als, van de tong van een mens met valse inborst. En tot besluit dan ook nog een „Hollandse Pantoen". In dit geval een versje dat afge zakt is tot de sfeer van het kinderlied, het speelliedje. Het werd opgetekend in Delft uit de mond van een negenjarig meisje: Rode kersen lust ik graag, Zwarte nog veel liever; Meisjes zoenen doe ik graag, Jongens nog veel liever Bij de bespreking van deze enkele aspecten van de Indonesische Pantoen, de „Pantons met hunne soms zeer onkiese uitdrukkingen en zinspelingen waaruit men de verre gaande zinnelijkheid des volks kan leeren kennen" zoals de zendeling Klinkert in* de tweede helft der vorige eeuw bezorgd waarschuwde, moeten wij het hierbij laten. W. A. BRAASEM Molukken Enige literatuur over de Pantoen: W. A, Braasem:. „Pantuns" (1950); prof. dr. Hu- sein Djajadiningrat: „De Magische achter grond van de Maleise pantoen", inaugurale rede (1933); Hans Overbeck: „The Malay Pantun", Journal Straits Branch Royal Asia tic Society, no. 85 (1922) en prof. Ch. A. van Ophuijsen: „Het Maleische Volksdicht", inaugurale rede (1904). De vignetten zijn ontleend aan schilderijen en inscripties uit de Indonesische volks kunst der Dajaks, Toradja's en bewoners der Molukken. ■Stuur mij: 1ex. „Indo", door Emily Hahn in het Engels ad. 17,10 per stuk, portokosten. 2ex. „Dood van een President" tegen de prijs van f 6,90 plus T portokosten, tesamen f 7,50 per stuk. '3] ex. Indische Mensen in Holland, door Daum, ad. f 1,75 plus portokosten, tesamen f 1,95 per stuk. 4Verhalen van de Tweelingbroers, door Tonke Dragt, ad. 8,90 portokosten. 5ex. De Kinderkaravaan, van An van der Loeff, tegen de prijs f 5,50 plus f 0,60 portokosten, tesamen f 6,10 per stuk. 6De Laatste Tempo Doeloe, door Hein Buitenweg, tegen de prijs f 25,incl. portokosten. 7ex. Wat wij in ons Hart sloten, door Hein Buitenweg, tegen de van 17,50 incl. portokosten. gstel 6 en 7 tesamen, tegen de voorintekenprijs van 37,50 per incl. portokosten. incl. 0,60 0,20 incl. van van prijs stel,

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 7