Kakèh
m
Otters (Lutrinae)
<~Q.eióclub 'X-.ong -^ong
Reeds lang had ik mij een jonge otter gewenst. Daar hij scheen voor te komen in de rivier
Tji Tanai, dicht bij mijn huis gelegen, had ik de mensen die mij geregeld dieren brachten,
gevraagd om speciaal bijzondere aandacht te wijden aan de Sero, de inheemse naam voor
otter. En ziet, op zekere dag, kwamen een paar katjongs bij mij en boden een jonge Sero
te koop aan. Hij zag er wel wat verfomfaaid uit, maar een goede verzorging zou dat wel
spoedig in orde brengen, dus kocht ik hem.
Volwassen wordt hij ca. 1.20 m. lang, waar
van 40 cm. voor rekening van de staart
komt. De glanzende bruine vacht is aan de
onderzijde veel lichter van kleur dan van
boven. Onder de kop is hij licht grijs-bruin
gekleurd. Hij graaft zijn hol in een hoge
oever, waarvan de ingang zich onder water
bevindt. De visotter voedt zich met vis,
krabben, kepitings, kikkers en kleine zoog
dieren, die hij al rondsnuffelende onder de
stenen opspoort. Het is een zeer intelligent
dier en laat zich spoedig temmen en wordt
dan zo aanhankelijk als een hond. Hij blijft
tot op oudere leeftijd nog zeer speels. Met
zijn soortgenoten maakt hij een glijbaan
vanaf de hoge oever in het water en maakt
hier een dankbaar gebruik van. Persoonlijk
heb ik eens een hele familie bestaande uit
de ouders en hun 4 jongen van zo'n glijbaan
zien roetschen. Het was een kostelijk ge
zicht hen bezig te zien met volle overgave.
Geen enkel dier kan zich meten met de
speelsheid van een otter. Hij is altijd bezig
en vermaakt zich op een wijze, die iets
menselijks heeft. Toen Simoeng, zo had ik
hem genoemd, wat aan ons gewend was,
begon hij al spoedig met allerlei spelletjes.
Thuis lag hij dan op zijn rug en jongleerde
met kiezelstenen, of wat hij daarvoor ge
schikt achtte en kon zich op deze wijze
uren lang amuseren.
Het houden van een otter betekent vooral,
dat men zich gedurende een bepaalde tijd
met hen bezig te houden, anders voelen zij
zich ongelukkig en kwijnen weg. Wanneer
hij met me mee mocht, was hij dol van
vreugde. Dit uitte zich onder andere, door
dat hij telkens weer bij me terug kwam en
net als een jonge hond tegen mij opsprong,
om dan weer weg te rennen op onderzoek
naar alles wat hij alzo op deze wandelingen
tegenkwam.
Otters zijn buitengewoon nieuwsgierig uitge
vallen, en moeten alles onderzoeken. Si
moeng was grote vrienden met mijn oude
takkel, en het was een potsierlijk gezicht
om hen te zien ronddollen. Van tijd tot tijd
ging hij recht overeind zitten, daarbij steu
nend op zijn staart, om beter te kunnen
zien. Zonder hen ook maar iets te leren,
kwamen zij uit zich zelf, de takkel en Si
moeng, tot het ontwikkelen van diverse
spelletjes, zoals verstoppertje spelen, en
Er zijn nog enkele plaatsen beschik
baar voor de Italië reizen naar
Levico gedurende de maanden juli,
augustus en september. Slechts aan
vragen, die ons bereiken vóór 30 juni
a.s. kunnen nog in behandeling wor
den genomen.
dat in eindeloze variaties. Nooit verveelden
hun deze spelletjes en steeds wisten zij er
weer een ander element in te brengen. En
kwamen wij bij onze wandeling bij de rivier
dan was het feest voor Simoeng en misère
voor de takkel, omdat hij feitelijk niet goed
kon zwemmen en dus moest aanzien dat de
otter in het water dartelde terwijl hij op de
vaste wal moest blijven. Eenmaal had de
takkel zich niet kunnen beheersen en was
Simoeng in het water gevolgd, maar hij
merkte helaas al spoedig dat hij toen hele
maal niets meer in te brengen had en kroop
Long, long ago.
Lang, heel lang geleden!
Plaats: kotta Poerwokerto.
Een van de neefjes van de zijde van mijn
echtgenote, ligt zwaar ziek. Een jongetje
van een jaar of vijf! Reeds door behande
lend geneesheer, dr. G. opgegeven. Hope
loos -ernstige longontsteking. Moeder
doet niets anders dan huilen, snikken, ho
pen, vrezen! Vol Gods vertrouwen bidden,
en smeken! Half zes (des namiddags)
dus al: soeroop! Plotseling komt me daar
een oude kakèh armoedig gekleed met een
stokkie in de rechterhand. (Gelijk een „be
delaar". Haveloos gekleed).
,,Apa bolèh ketemu Toewan B. sebentar?"
vroeg de oude kakèh (oude grijsaard met
een witte sik). „Kakkèh mau apa?"
Antwoord van de Javaanse oude heer:
„Perloe sekali!„Lekas panggil sadja!"
Mijn zwager (oudere broer van mijn vrouw
en vader van mijn ernstig zieke neefje
Rudy) stond hem met een verstoord gezicht
te woord: „Mau apa!"
Kakèh: „Toewan, anak-nja toewan kasih ini
glas, minoom, sekarang, l'hoo aer dingin
pertjaja sadja kakèh, djangan chawattir!
Zonder verder wat te zeggen, verdween hij
zonder te groeten...! Zoals hij ook plotse
ling gekomen was!
Zwager liet onmiddellijk het water (obatje)
in het mondje van neefje (reeds ten
dode opgeschreven) gieten... en zie... won
der neefje slaapt onmiddellijk in (géén ijlen
meer!) tot volgende dag: onafgebroken
slaap!
Na verloop van 18 dagen neefje ziender
ogen herstellende.
Tot op heden ten dage leeft nu nog
getrouwd en 2 kinderen en woont nu in
Pasadena, U.S.A., Californië.
Van de oude kakèh (Javaan) verder niets
meer gehoord! Wie! van wéar waar
heen? Tida tahoe!
Met een trouwhartig snoetje en vol vertrouwen kijkt
hij je aan
dus al vrij gauw uit het water. Soms onder
nam ik een tocht naar een gedeelte van de
rivier, die ter plaatse stroomde over een
bed van stenen. Hier konden beide dieren
hun hart ophalen. Men zag dan hoe Simoeng
op otter-manier naarstig onder de stenen
zocht naar krabben en vissen. En heus niet
voor niets, want in de regel wist hij een
krabbetje of visje te verschalken. En het
merkwaardigste was, dat hij zij buit niet al
tijd zelf verorberde maar van tijd tot tijd ook
iets daarvan afstond aan Mark, de takkel.
Het waren gezworen vrienden en zij deden
alles tezamen: eten, drinken, slapen in de
zelfde mand, samen gingen ze op stap,
samen kwamen ze weer thuis, soms in een
toestand die niet te beschrijven was, zo
vuil en modderig! Ik heb heel wat plezier
beleefd van Simoeng en ook mijn bedienden
mochten hem graag en steeds bracht hij
hun aan het lachen met zijn malle fratsen.
Zes jaren lang is hij bij ons gebleven, totdat
hij op zekere dag verdween en niet meer
terug kwam. Misschien heeft een aantrek
kelijke jonge Miss otter hem zijn oude
vriendje doen vergeten en zijn baas, wie
zal het zeggen! Maar in dat geval is het
goed en mogen wij ons niet beklagen. Een
ander geval is, wanneer een gladakker
hem gedood heeft. Wat we ook deden, we
hebben nimmer kunnen achterhalen wat er
gebeurd is. Sinds dat ogenblik heb ik altijd
een soft spot gehad voor deze intelligente
dieren en ik kan de lezers dan ook aan
raden, te proberen twee boeken hierover te
lezen, n.l.: The Otters' Tale van Gavin
Maxwell (een uitgave van Longmans, Green
and Co Ltd, London) en Seal Morning van
Rowena Farre (een uitgave van Hutchinson,
London). J. C. H.
'/ffi'iMr/"!]
10