$kt ^two 1664 22 July, des avonts comt het jacht Arnemuyden, van Ternate over Amboina; ende hebben daermede ontfangen een missive, door den commandeur, Antony van Voorst, ende Raed in 't casteel, Orangie, in date den 5e Mey lestleden aen haer Ed. geschreven, houdende ver toog van den jegenwoordigen toestant van sakenen wat aldaer in 't een en 't ander voorge vallen is sedert den 25 Augustus 1663. Na dat syn Ed. sich geconformeert hadde met het advys van haer Ed. nopende het verhuysen der Spanjaerden uyt de Moluccos en hare protesten, tegen ons gedaan, van dat wy hare verlatene sterkten niet weder in besit souden nemen ofte demolieren, maect syn Ed. bekent, dat de respective Coningen van Ternate en Tidore haer, naer enige kleyne wederstrevingen, de ordre van haer Ed., rakende het afbreken der voorsz. Spaanse sterkten, gewillig hebben onder worpen, soo dat Gammelamme op het ver trek van dit jacht door Mandarsahas volk soo verre was gedemolieert, dat daer niet anders en resteerde als de punt, Nostra Senora, aen het incomen van 't Mardykers quartier aen strant en het verheven werk van St. Pedro. Maer op Tidore hadde 't werk sulken voortgang niet gehad, want de kleene fortresse, Romy, en was noch op verre na niet ten halven afgebroken; wor dende dese traegheyt nergens anders door veroorsaect als door den Coning van Tidore, die het tegen de borst steekt; soo dat men voor het afbreken van dien, mitsgaders de fortressen, Sjobbo en Tahoele, met syn Hoogheyt noch al groote kibbelingen sal moeten uytstaen. Hy hadde voor de comste van dese ordre noch al pretensie op Gam melamme gemaect, maer heeft daer van naderhand gedesisteert en alleen daerop aengedrongen om het sterke fort, Tahoele, te behouden, tot een vertrek plaets in cas van eenige rebellye syner onderdanen te- gens hem; daer van hem de commandeur echter geen toeseggingh gedaen en heeft. Het fort Bachan, sal mede, volgens ordre, gelaten worden, gelyk het is, maer syn Ed. proponeert, dat daerom wel een gracht dien de gegraven te worden, om redenen, die hy daer van geeft, 't Guarnisoen is althans vermindert tot op 163 koppen en verdeelt als volgt: aen 't casteel Orangie 102 op de punt, Voorburg, In 't Mardykers quartier 6 op Bachan 22 op Makjan 11 op Manado -1® op Toloa 0 op Tolucco 1 somma 163 Tusschen den Houccum Sengadje ende den burger, Craen Leenders Geel, is corts na het afsenden van de jongste advysen, te weten op den 5e September 1663, een hevige questie ontstaen, waer door heel Ternate bycans op de been raekte en de Coning van Tidore al begon te loeren, of er in dit troubel water voor hem niet te vis- schen en soude vallen. Maer de saeke is noch eyndelyk, na vele moeyte en haquet- ten, door den Raed van Justitie in Ternate, geadsisteert met des Conings Raedsper- sonen, beslecht ende den gemelte Houc cum, om dat hy des Conings oom was ende sigh in den afval van Callematte getrou- welyk gedragen hadde, met een amende van 180 rds. vrygekent, te verdeelen: 100 rds voor des Conings Raed, 50 voor de smert van Craen Leenders en 30 voor mees- terloon. Ondertussen versoect de comman deur een correcte caerte van de Moluccos ende omliggende eylanden. De inlandse Mardykers, dienst doende en niet meer als de bloote cost daer voor ge nietende, versoeken haer vorigh emolument van 1 stuyver 's daegs boven de cost te mo gen weder hebben om haer vrouw en kinde ren daerby te onderhouden ofte immers te soulageren. De nagel ruïne wort noch al met ernst ver volgt, soo dat sedert 20 Augustus 1663 tot den 21 sten Meert 1664 vernielt syn 1181 nagelboomen en 882 nooteboomen, te we ten: 42 nagelboomen, 71 125 34 247 28 nooteboomen 633 Uit een rapport van van Goens in 1655 aan de „Heeren XVII"; ,,De Banda Archipel, een uytsteeckende perel van de Croone van 's Comp.'s Staet." En toen de Edele Compagnie de alleenheer schappij had verkregen over de liefelijke specerij-eilanden, bracht zij „tot Eere van de Natie en ten Proffytte van de Compag nie" dood en verderf over dit rampzalig gebied. Begerig, om de grote winsten op te voeren, werden talloze specerij-bomen ver nietigd, zoals in 't vaderland gebruikelijk was bij een overvloedige oogst. Op Poeloe Ay, Banda, Ceram, Rosengain werden de bomen uitgeroeid, de bevolking bij verzet vermoord of verjaagd. Elke opstand werd bloedig gesmoord: „...Welcke executie seer wreedelyck was om aen te sien. Sy stierven in alle stilheyt, sonder eenigh gewelt te maecken, alleenlyck wasser eenen, die in onse Duytsche tale vraegde: myn Heeren en isser dan geen genade... Maer 't mocht niet helpen. God weet wie recht heeft..." In de tijden van de Compagnie was „de op Macqjan Ta elande Motier Tidore Mataira Batachina Ternatens- bergh 634 249 Somma 1181 nagelboomen, 882 nooteboomen De Commandeur, Antony van Voorst, be- danct haer Ed. voor de verbetering hem toegevoegt, maer alsoo, dat de meening sy, dat syn verband sal ingaen, sedert dat hy het commandement aengevaert heeft ofte noch wat meer gagie. De predicant, Godefridus van Akendam, van Amboina in Ternate gecomen, versoect het beneficie van 2 cannen azyn, 1 can olyven olye en 4 cannen klappusolye ter maent, ge lyk hy in Amboina zegt genoten te hebben. Uit een lastbrief van de „Heeren XVII" van 29 Maart 1608... Wy cunnen UEd. niets gewissers ordonneeren dan alleenlyck op 't hoochste recommandeeren de eylanden daer de naghelen mette nooten ende foelie groeyen, deselve soeckende met tractaat ofte gewelt aen de Compagnie te verbin den... Als synde dese landen der Compag nie daer aen op 't alderhoochste gelegen: daerom so moet men geen arbeyt, moeyte noch onkosten daerinne sparen, ja alle dingen verby gaen om de Moluques ende eylanden van Banda boven alle in onse vrientschap ende contract te vercrygen. Uit een brief van Jan Pietersz. Coen aan de „Heeren XVII" van 6 september 1622: „D'eylanden syn cleen, maer is altemael soo schoonen boomgaert als inde werelt gesien mag worden." Moluccos" de naam voor de eilanden die onder het gezag stonden van de vorsten van Halmaheira of Gilolo, Ternate, Tidore en Batjan. Ambon, Banda, Ceram en de andere eilanden noemde men de „Banda Archipel". Tezamen vormden zij „de Oostersche Pro- vintiën". Ambon en Banda hadden bij de V.O.C. dienaren de voorkeur, Ambon, om dat men met een vriendelijke, goedgezinde bevolking te maken had, Banda, omdat men niets meer te duchten had van de vermoor de inwoners. Ternate was het moeilijkst te besturen door de onderlinge twisten van de Sultans van Djilolo, Ternate, Tidore en Batjan. De Sultans van Ternate waren de machtigste vorsten. Djilolo en Batjan hadden zij tot hun vazalstaten gemaakt, zij voerden het oppergezag uit over de Ambonse eilanden, waar Loehoe op Klein-Ceram de zetel van hun stadhouders was. De naijver tussen de Sultans van Ternate en Tidore was zo groot, dat tot op de tijd, dat V. I. v. d. Wall zijn; „Nederlandsche Oudheden in de Molukken" schreef (1921-1928) een huwelijk tussen afstammelingen van de Ternataanse en Ti- dorese vorstengeslachten tegen alle traditie was. Tot aan de stichting van Batavia op 21 mei 1619 was Ternate het centrum van het Nederlands gezag en de zetel der Op- perlandvoogden der Compagnie. Het Ka- (Lees verder volgende pag.) 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 10