VYt TONG TONG BOEKENCLUB Jantje zag eens pruimen hangen! Schuin Je-lah-je-kripoet In mijn kinderjaren, lang geleden, kende Ieder kind boven aangehaald kinderliedje. Gedurende mijn zwerven door Indië kwam ik eens terecht bij de controleursfamilie Mann, standplaats Selong op het eiland Lombok. Van de K.P.M. kapitein, die op de rede van Ampenan lag, hadden we een staaf ijs gekregen, waren, daar met de snelst mogelijke vaart mee naar Selong gereden en door Moeder de Vrouw werd koud ge maakt, wat maar koud te maken was. Zo iets, zo'n vreugde moet je hebben meege maakt, om haar volkomen te kunnen be grijpen. Koud biertje, koude borrel, koud vanilie-ijs, koude asperges, koude split, ja wat ging er al niet in. Met téveel van al het goede gingen de kinderen naar bed, zodat Pa en Ma en de gast-zwerver na tafel terecht kwamen op lekker, gemakkelijke stoelen op de voorgalerij. Even bijkomen. Het was een heerlijke stille maannacht, zoals alleen Indië die gaf. Bijgekomen stond Mann op en ging zijn gitaar halen en het maanlicht concert ving aan. Onze B.B.-er gaf menige maleise melodie ten beste, welke zo paste bij de sfeer, waarin wij verkeerden. Op een gegeven moment ging hij van het gevoelige genre over op het meer humoristische en declameerde hij de maleise woorden op het ons Hollanders zo bekende Jantje zag eens pruimpjes hangen. Voor mij waren die woor den geheel nieuw, maar ze maakten zulk een indruk op me dat ze me tot op deze dag zijn bijgebleven. Hier volgen ze: Satu hari sinjo Jantje lihat pohon ananas, Bagaimana Jantje bilang itu toch terlalu kras! Papa bilang: „Djangan ambil" Jantje bilang: ,,Saja tahu, Bagaimana Jantje ambil, Kalau Papa tida mau!" Er volgde natuurlijk nog een couplet, waarin ook dit Jantje tóch de ananas gapte. Maar m'n oude hersens zijn de woorden van dit tweede couplet ontgaan. Kent een van de Tong-Tong-iezers ze nog, zendt ze dan aan de redactie en kunnen wij allen er nog van genieten. De stemming zat er in, er volgden een biertje het ijs smolt al te vlug en een liedje, maar op geheel ander, minder kinder lijk gebied. Zichzelf begeleidend zong het „Gezag": Trouwen, dat is trouwen, Dat is zo'n schone zaak, De een die trouwt uit liefde, De ander uit vermaak, Pèh: Hein, tjoba jij leg uit, als schuine mop, wat toh? Hein: Zo maar hij weet niet. Jij lees of niet, boek, naamnja: Je lah je rot? Pèh: Al, tot uit! Hein: Die moppen tolj geschreven met letters,'ija allemaal recht toh Pèh: Ja, en dan? Hein: Als lettersnja allemaal schuin, die moppen schuin ook, tóóh?! Pèh: O, ja, ja!! J. Ch. C. Maar wij als toffe jongens Wij trouwen lekker niet, Wij hebben er de lol van, Maar de soesah hebben we niet! met als REFREIN: En laat maar waaien Pierewaaien We gaan nog niet naar huis Voor de haantjes kraaien! Toen verrees het vrouwelijk deel van het gezelschap van haar zetel, zeggende: „Ik geloof, dat het tijd wordt, dat ik nu maar verdwijn. En ons beiden nog een verdere prettige nacht toewensend, ging zij naar haar „poeloeh Kapok". Voor de „mannen" werd het een „late avond" of als je wilt een „vroege morgen". O, o, die avonden op Palopo, Kendari, Ton- dano, Kota Mabagoe, op Soembawa, op Deli, op Sabang, op Makassar, op Mataran, ze waren allemaal anders, maar allemaal DJEMPOL. En vooral niet te vergeten die avonden aan boord van onze K.P.M. Een zame postjes, ze gaven je meer, dan de z.g. „beschaving je ooit geven kan! PAWIRO Het woord „kripoet" is voor mij onafschei delijk verbonden aan het volgende verhaal. Een vruchtenkoopman verzocht mijn moe der eens een „kripoet" van hem te kopen. Mijn moeder, wantrouwig (hoe kon een „kripoet vrucht" nu nog sappig zijn), wilde die vrucht eens bekijken; waaróp de man een... grapefruit te voorschijn haalde en verzekerde: „Ini, Njah, namanja kripoet". H. SAMUELS Kampong Makassar 1944. Morgenappèl bij het ochtendgloren. Onze handjau blijkt ziek en er verschijnt in zijn plaats een onder luitenant, een groot krijgsman met een fabelachtige waffel. Hij is blijkbaar van plan een eind te maken aan „dat slappe gedoe" en ons een beetje (militaire) flinkheid bij te brengen. Na zich voor de troep gelijk Chanteclair zo ver mogelijk te hebben uit gerekt, geeft hij een nummertje „Geeeeeeft ACHT" weg, dat de kamprets verschrikt rond de klapperbomen beginnen te fladde ren. Tijdens de stilte, die tussen de verschrikte gelederen valt, treedt onze klein landbou wer „Abang" naar voren en fluistert, voor ons duidelijk hoorbaar, de commandant in het oor: „Kallem Pèh!" Er waren die dag in onze afdeling geen constipatieklachten. ZvM. Beste lezers, denkt er aan, dat dit de allerlaatste gelegenheid is, om „Het Land van bij ons Buiten", door Abraham Exodus (Brammetje) nog tegen de vóórintekenprijs te bestellen. De normale prijzen van deze werken worden nu: de beide delen in één band 16,50 en elk deel afzonderlijk f 9,90. BESTELBON Tong-Tong Boekenclub, Prins Mauritslaan 36, Den Haag. Stuur mij: ex. Het Land van bij ons Buiten, door Abraham Exodus, delen I en II in één band, tegen de voorintekenprijs vanf 14,50 ex. Het Land van bij ons Buiten, deel I, tegen de voorintekenprijs vanf 8,50 ex. Het Land van bij ons Buiten, deel II, tegen de voorinteken prijs van8,50 ex. Forgotten Kingdoms in Sumatra, door F. M. Schnitger, in het Engels, tegen de prijs vanf 28, N.B. Er is nog een beperkte voorraad van: De Dood van een President De Laatste Tempoe Doeloe, van Hein Buitenweg Wat wij in ons Hart sloten, van Hein Buitenweg (zie vorige Tong-Tong nummers). Een bedrag van fwerd door mij gestort op uw girorekening 6685/overge- maakt per postwissel. (Doorhalen volgens wens). Naam: Adres: Woonplaats: 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 17