PIETER BOTH De eerste Gouverneur-Generaal Geb. Amersfoort jaar? - Omgekomen bij Mauritius in een storm met zijn schip de Banda, tijdens de thuisvaart P IKT Ktf BOTH* v\x |M >I (Vervolg van pag. 3) en menselijke vriendschap, naar een kame raad naast zich, die het tekort durft te delen (niet die altijd maar overhevelt van zijn teveel en veilig op een afstand blijft zitten). Nog steeds wordt Nederland het Mekka geacht van alle wijsheid voor Indonesië. Maar waarom reserveren de drie duizend miljonairs die Nederland heeft niet drie duizend beurzen voor jongelui, die het aan durven een paar jaar te studeren aan een Indonesische hogeschool? Lage beurzen zodat men ook leven moet in de kampong of de rand ervan, om te leren wat weinig is. Haalt men dan niet zo'n superwijze doctors bul als van Leiden en brengt dat niet zoveel op? Ah, komt dus het materialistische argu ment weer op de proppen? En telt het dan niet, dat je in die tijd honderd levende mensenvrienden maakt? Ik ben vaak zo moe van dit gepraat en geschrijf. Ik voel me een hypocriet en een waardeloze kletskous. En al heel vroeg leerde ik van mijn Hollandse vader dat dit fout was. Hollanders van het soort van mijn vader worden blijkbaar steeds zeldza mer. Knappe Tjalietje kon vroeger ook wel eens indruk maken met zijn verhalen over Darwin en Pascal en Grotius en Flammarion en zo, en dat het eigenlijk zus en zo hoorde in de wereld. En dan zei Pa eindelijk: ,,Mooi, ga maar alvast het kippenhok opknappen. Daar is de hamer." Goeie hemel! Maakte je even een plof!Of als we klaagden dat de schoenen niet gepoetst waren of dit of dat zoek, of dat we teveel boodschappen moes ten doen, als baboe ziek was. Dan zei Ma: „Ja, je weet het dat baboe ziek is. Weet je wat, ga straks maar een lekkere rantang eten bij haar brengen in de kampong!" Zo zo! Daar moest je als net Europees jonge tje met een rantang (etensdrager) gaan sjouwen naar de kampong! Maar Ma's wil was sterker wet dan van tien Lunsen samen, en je ging! En je zag de armoe van baboe's kampong en van haar huisje en het droe vige huis zonder dokter of apotheek om de hoek en zonder lekkere ziekenkostjes. En je merkte dat je als onaanzienlijk en waar deloos bruin jongetje opeens Zon geworden was, vrolijk schijnend in duisternis. Nog een hele tijd later liep je op wolken, mooier wolken dan van Flammarion en Darwin voornoemd. Ik ben nu te oud geworden om weer op wolken te lopen maar om de drommel niet te oud om weer op blote voeten met een rantang naar een kampong te lopen. Niet om het voer, mijn besten, maar om de men senvrienden en om de essentiële mensen plichten. En het kan niet, want ik moet hier mooie verhaaltjes vertellen en eindeloos argumenteren met neen-mensen. Alia, het moet zo zijn. God is groot. En ik zal gedul dig moeten wachten tot het Hem belieft een paar loodzware mensenogen op te tillen, opdat zij zien zodat niet zoveel gezegd hoeft te worden. Ik word intussen oud, weet U. Zo zoetjes aan ben ik aardig de vijftig in gedwaald en m'n karkas is sinds mijn triomfale athletiek- dagen schrikbarend achteruit gegaan. Ik heb nog maar een paar jaartjes te leven. Zou ik die dagen besteden aan praten voor soortgenoten die slechts voor een zo lang mogelijke en zo aangenaam mogelijke le vensavond leven? Of kan ik nog een paar Geboren als zoon van Willem Both, die van Zuidnederlandse afkomst schijnt te zijn ge weest. Dit verklaart dat Pieter zich later aansloot bij de Brabantse Compagnie te Amsterdam en dat hij het in 1611 op Ban- danaira gebouwde fort Belgica doopte. „Brabanders" was de algemene naam voor de uitgeweken Zuidnederlanders. Gut Gt si '3 Van zijn jeugd is niets bekend. Hij kwam voor het eerst voor het voelicht toen hij de 21ste december 1599 als admiraal van de Nieuwe of Brabantse Compagnie met vier schepen naar Indië vertrok. De 6e augustus 1600 kwam hij te Bantam aan en 14 januari daarop keerde hij met twee volgeladen schepen naar het vaderland terug, waar hij na 9 maanden behouden aankwam. Hierna verdween hij voor een achttal jaren weer naar de achtergrond. Bewindhebbers der in 1602 opgerichte Ver enigde Oostindische Compagnie achtten het al spoedig gewenst, zowel voor een beter georganiseerd optreden tegen de lands- vijanden als voor een straffer geregelde controle op de handel, hun her en der ver spreide kantoren en ambtenaren onder een krachtige centrale leiding te plaatsen. Daar toe organiseerden zij een „Indische Rege- ringh", bestaande uit een Gouverneur-Gene raal en een „Raad van Indië". Zij verzoch ten Pieter Both als eerste G.G. te willen optreden. De 30ste januari 1610 vertrok hij aan het jaar werken aan een kippenhok? Neen, U weet het ook wel, dit is geen kritiek op uw of mijn leven. Het is alleen een (ook door U gedeeld) besef dat wij leven met een droevig tekort in al onze rijkdom, een menselijk tekort dat bestaan heeft door alle tijden sinds de dageraad van de mensheid. God blijve ons genadig, want wij zullen nooit weten wat wij doen. TJALIE ROBINSON hoofd van 8 goed uitgeruste schepen van de rede van Tessel en op 19 december van dat jaar kwam hij te Bantam aan. Hij bracht 'n uitvoerige, 42 artikelen tellende Instructie mee, opgesteld door de bewindhebbers der Compagnie en goedgekeurd door de Sta- ten-Generaal, die hem ook nog een speciale Commissie verleenden. Volgens deze do cumenten werd Both aangesteld tot „Gou- verneur-Generael in de Oost-lndiën, omme met de Raden, nevens hem gestelt en nogh te stellen, alles aldaar in goede ordre, tot dienste der Vereenichde Nederlanden ende de Generale Oostindische Compagnie, te stellen ende te houden; op de verseecke- ringhe van de landen, fortressen en plaet- sen van onsentwegen aldaer gehouden, ordre te stellen ende te onderhouden reght en justitie, soo in 't civil als crimineel, te administreren en voorts alles te doen vol gens de generale en particuliere instruc- tiën, hem gegeven en noch te geven." Zijn gezag zou zich uitstrekken over „alle forten, plaetsen, comptoiren, personen ende nego tie van de Vereenichde Oostindische Com pagnie der Vereenichde Nederlanden." Bijna vier jaren was Both in Indië als G.G. werkzaam. Zijn belangrijkste daden waren: Het bouwen van een „huys" te Jacatra, dat de kiem werd van Batavia. Het sluiten van contracten met de voor naamste vorsten der Molukken. De verovering van het Portugese fort Hen- ricus op Solor (Timor). De verdrijving der Spanjaarden van Tidore. De stichting van een kantoor te Japara. De benoeming van Coen tot hoofd van het kantoor op Bantam. Het zenden van gezanten naar de panem- bahan van Mataram (de eerste „Hofreis"). De 6e november 1614 droeg Both te Ban tam zijn ambt over aan Gerard Reynst en 17 december daarop ging hij met 4 schepen onder zeil, een lading meevoerende van 4'/2 miljoen inkoop! Hij zag echter het vader land niet weer. Terwijl de vloot voor de kust van Mauritius geankerd lag, werd zij door een geweldige storm overvallen, waar bij twee schepen verloren gingen. Daar onder was ook de Banda, Both's admiraal schip. Slechts enkele opvarenden werden gered, maar Both was niet zo gelukkig. Een ronde heuveltop aan de Zuidoostkust van Mauritius, Pieter Bothberg genaamd, wijst de plaats aan, waar de eerste G.G. van Nederlands-lndië het leven liet. Both was een vroom, ingetogen en plichts getrouw man. Tegenover deze deugden stonden enkele belangrijke tekortkomingen. Hij bezat een opvallend gemis aan zelfstan digheid en was daarbij uiterst naijverig op diegenen zijner medewerkers, die meer doortastendheid toonden. J. C. H. Bronnen: Dr. F. W. Stapel. „Gouverneurs-Generaal van Nederlands-lndië. 1941 Neerlands Indië, onder leiding van H. Colijn. Afl. 11. Nederlanders over de Zeeën. Onder redactie van Dr. J. C. de Haan en Jhr Prof. Dr. P. J. van Winter. De „Loffeiijcke Compagnie". Historisch Overzicht der O.l. Compagnie, door S. Kalff. Bernard H. M. Vlekke. Geschiedenis van den Indischen Archipel. Dr. F. W. Stapel. Geschiedenis van Nederlandsch- Indië. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 4