t Beschamende situatie DE VALLEI VAN SONGGORITI Hiermede verzoek ik U mij te willen noteren voor een abonnement op „Tong-Tong"Een bedrag ad f 3,75 voor een kwartaal wordt op uw giro 6685 overgeschreven. Misschien doet het U genoegen te vernemen, waarom ik een abonnement wil? Wel, ik zal het U vertellen. Ik ben geen Indonesische Nederlander en ben ook nooit in Indonesië geweest. Doch ik voel het als een soort plicht meer te weten over deze groep landgenoten. Het is n.l. zo, dat ik een „gebrek" heb: ik wil iedereen begrijpen en zeker de eigen land genoten. In het buitenland heb ik vele kon takten; in Frankrijk b.v., waar de mensen voor Nederlandse begrippen een vreemde mentali teit hebben, wonen mijn beste vrienden. Men moet een ander begrijpen, zeker als het land genoten zijn, die een aparte groep vormen, waar je toch vreemd tegenover staat, omdat er geen begrip is. Iedere volksmentaliteit is an ders, tracht je ze te begrijpen dan is er niet zoveel onrustIk ben er van overtuigd, dat ik in mijn eentje nooit voor werelddorado kan zorgen, ik doe in elk geval mijn best een an der te begrijpen. Om eenheid te krijgen in de wereld, moet er eerst in het eigen land eenheid zijn. Daar er in Nederland verschillende groepen bestaan, die een andere instelling hebben, krijg je bot singen, meestal wordt dat persoonlijk. Natuur lijk is het moeilijk je te verplaatsen in ander mans „huid", maar je kunt het proberen. Omdat ik respect heb voor Indische Neder landers in 't algemeen is om de situatie waarin zij zich bevinden. Tussen Nederland en Indo nesië fungeren zij als stootblok, dacht ik. Veel respect heb ik daarvoor, doch er zijn mensen, die dat niet door hebben. Of heb ik het ver keerd? Juist dit is de vraag, ik weet niet hoe de Ind. Ned. hier tegenover staan. Door „Tong-Tong" hoop ik een antwoord te krijgen op m'n vele vragen. Het doel is: je landgeno ten die voor jou vreemdenzijn omdat je ze niet begrijpt, te begrijpen. Ik voel dit als een menselijke plicht, misschien omdat ik wat sentimenteel placht te zijn. Sinds mijn 15e jaar (nu ben ik 24 jaar) heb ik kontakten in Frankrijk en Suriname en ik kan ze begrijpen, ook in andere Europese landen, ook achter 't IJzeren Gordijn, en met Europese landen heb ik kontakten in de jaren gekregen, maar mijn eigen landgenoten „kende" ik niet. Eigenlijk een beschamende situatie. Het is mij niet te doen om politieke aspecten, alsjeblieft niet, nee louter menselijke begrippen om zo een kleine bijdrage te kunnen leveren tot de een heid in Nederland en de wereld. Nee, dit is geen groot werk" ik doe het voor mezelf en misschien kan ik anderen daardoor helpen! Tot mijn spijt kan ik geen Maleis, dus zullen sommige uitdrukkingen voor mij onbekend zijn, maar misschien zal ik persoonlijk kon- takt opnemen met een Ind. Ned. en die mij dat kan vertellen. Graag zou ik beantwoording van mijn brief zien, in Tong-Tong of persoon lijk met een mogelijkheid, die er misschien is tot persoonlijk kontakt. Hopend dat ik niet teveel van uw kostbare tijd in beslag genomen heb, groet ik U vriendelijk en wens U zeer veel succes met Tong-Tong toe. P. W. BROEKHARST Jr. Ook alweer een brief van een enkeling, want mensen zoals Broekharst moet je wer kelijk met een lantaarntje zoeken in Holland. Met deze constatering veroordeel ik het hele Nederlandse volk natuurlijk NIET. Uit ervaring weet ik dat iedereen het eigenlijk hopeloos druk heeft met zichzelf: het rond komen met zijn inkomen, het rekening hou den met vaste winkelsluitingen, het eeuwig rekening houden met het weer, het eeuwig rekening houden met kastjes en zuilen (gek eigenlijk, we schreeuwen hoog en laag over het kastenstelsel der Hindoes en we maken zelf kasten in het klein!), het zorgen voor de ouwe dag,, enz. enz. Er is werke lijk geen tijd meer over om werkelijk vol doende aandacht te besteden aan neven mensen. Over wie wij eigenlijk maar een vaag en ver en vaak hopeloos verouderd opinietje hebben. Vele contacten hebben mij geleerd dat de ontwikkelde (en op zijn hoog vormend onderwijs pochende) Neder lander b.v. over „halfbloedjes" nog steeds even weinig weet als honderd jaar terug. Hij heeft alleen geleerd dat je er liever niet in het openbaar mee moet spotten en niet openlijk op ze neer mag kijken (terwille van de idealen van menselijke gelijkwaardig heid), maar achter het „fatsoen" ontbreekt meestal alle elementaire kennis. Nogmaals: mensen als Broekharst zijn eenzame enke lingen. Tong-Tong heeft misschien maar vijftig abonnees zoals hij. Vijftig op de twaalf miljoen... we have a long, long way to go yet! Wie van U schrijft intussen briefje aan Broekharst? een spontaan T. R. Kindergelach en -gepraat in de zwembak; hanengekraai en motorgeronk hogerop tussen de heuvels Een vrouw en een kind spoeden zich de zacht glooiende weg af van de dessa. Een man met een bos hout op de rug zwoegt hen tegemoet. Weer dat motorgeronk. Een auto met panne in de bergen? Vogelgesjilp en -gefluit; viool-, zang-, of pianoconcerto s. Een rode kembang sepatu in knop, zachtjes wiegend midden tussen het gras. Een rose, even sierlijk als een bloeiende roos. Iets lager gelegen: verweerde, grijze stukken muur, bemoste overblijfsels van een eens bedrijvig hotel. Daarachter rijpende padivelden, waartussenin enkele stille gedaanten, bij tijden luid schreeuwend om hongerige vogels te verjagen. Een tjingelende bel. Klokke vier soms? Tijd om te gaan? Nieuwe gasten vragen de weg naar het eigenlijke dorp, op zoek naar een hotel met logies voor de nacht. Vier heldere klokslagen ergens in de verte. Krekels sjirpen en vogels sjilpen en kwetteren in verschillende toonaarden. Een waarschuwend gebel van een dogcar uit de richting van Batu. Vogels zwieren door het overwegend grijs der lucht, met hier en daar slechts enkele stukken azuurblauw. Twee mannen beneden op de weg met een zacht wiegende last van vers gesneden gras, balancerend op de schouders. Vogels, zwermen vogels strijken neer op rijpende padi. Andere scheren over het water, er beurtelings even aan tippend. Een man tussen de padihalmen begint een zangerige gamelanmelodie. Deze vredige kom, sierlijk omsloten door heuvels, met haar warm-water bron en rhythmisch klapwiekende vogels, haar turkoise blauwe zwembak aan de voet van aanstonds dicht begroeide priëeltjes is: de Vallei van SONGGORITI. t l MEVR. SOUMOUKIL 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 5