NEGERVRAAGSTUK
BELANGRIJKE MEDEDELING
„Merkwaardig dat ook jij nu in Amerika, waar
een rassenprobleem is, er geen woord over
zegt in Tong-Tong. Ik zeg „ook" omdat b.v.
Greshoff in Zuid-Ajrika ellenlange verhalen
in Het Vaderland" ophangt over allerlei
kleine en grote boekjes, maar geen woord over
de Apartheid. En in New York zit Leo Vro
man en maakt gedichten, maar ook hij schrijft
nooit over het Negervraagstuk. Terwijl wij er
toch in geinteresseerd zijn. Zijn jullie mis
schien „omgezwaaid"?" (verkort)
W. N. Mulder
Ik kan uiteraard niet over Greshoff en
Vroman oordelen, want ik heb geen con
tact met ze. Als ze beiden ook niet over
het Neger-vraagstuk schrijven, vind ik
dat alleen maar een bewijs dat zij dit
vraagstuk ook dieper bekeken hebben
en dan óf nog steeds geen conclusie
getrokken hebben óf over hun conclu
sie liever zwijgen, omdat het niet mee
valt op agreabele wijze over een vraag
stuk te spreken met mensen die er noch
enige kennis noch enige ervaring van
hebben. Daar komen alleen maar ver
velende ruzies op laag niveau van, zo
als ikzelf al ettelijke malen heb onder
vonden.
In Holland (Europa?), waar men geen
rassenvraagstukken heeft (of de rassen
vraagstukken die men heeft in de doof
pot stopt) denkt men veel te gauw (en
met de typische kortaffe driftigheid van
de niet ver genoeg ziende mens): „Alle
maal moeten maar gelijk zijn en daar
mee uit. Wie anders doet is een schurk.
En daarmee uit". Het is moeilijk om met
zulke mensen te praten. Ook in Holland
bestaat nog vrij uitgebreid anti-Semie-
tisme (al is er van buiten weinig van te
zien) en is de Indo NIET ingeburgerd
al leeft hij zonder „struikelblokken" en
met een beschermd burgerschap. Maar
hoe slecht is hij nog steeds begrepen
en hoe weinig interesse bestaat er voor
zijn als koloniaal bestempeld verleden.
Wat weet U, wat weten wij van de
Neger? we kijken alleen maar naar zijn
kleur en zeggen dan: „Hij is anders, hij
moet eruit!" of: „Hij is toch ook een
mens als wij met dus dezelfde rechten
als wij. We moeten hem dus behande
len precies alsof hij blank was als wij".
En daar gaat het altijd fout! Want wij
zijn de maatstaf niet.
Maar laat mij eerst mijn standpunt
vaststellen, dat blijkbaar anders is dan
het uwe. Ik geloof niet dat alle mensen
gelijk zijn. Ik geloof in diepgaande ver
schillen in erfelijkheid, habitus, intelli
gentie, „standing", psychologie, geest
en karakter. Dit geloof is deels religi
eus, deels practisch van aard. a. Ik denk
dat de Schepper variatie in de mens
heid heeft gebracht zoals Hij variatie in
het dieren- en plantenrijk heeft ge
bracht. Om het simpel te zeggen: „om
variatie in de wereld te hebben", b. His
torisch, biologisch en ethnologisch on
derzoek leert mij dat er inderdaad es
sentiële verschillen bestaan die veel
sterker zijn en veel langer leven dan
ons bewustzijn kan omvatten. Menige
vorm van nivellering en formulisme is
dus ten dode gedoemd en erger dan
dat: bron van eindeloze twist, hoe goed
ook bedoeld.
Ik discussieer liever niet over „recht"
of „rechten". Dat komt omdat ik op
groeide in een land waar de mensen
beoordeeld werden met een „adatrecht"
naast een „gewoon recht". Al vroeg
leerde ik dat dit juist was en dat er in
derdaad met twee maten gemeten moet
worden als het twee soorten mensen
betreft. Deze verschillende maatstaven
bestaan ook t.a.v. kleding, voeding, fat
soen, etc. etc.
Ik denk dat de hoog vereerde begin
selen van Vrijheid, Gelijkheid en Broe
derschap berusten op een tragische en
enorme vergissing, die zich in de afge
lopen anderhalve eeuw reeds vaak bloe
dig heeft gestraft en in de toekomst
nog bloediger gestraft zal worden.
Dit zegt niet dat ik welke vorm ook
van ras-superioriteit of stands-superio-
riteit verdedig. Elke trap bestaat uit la
ge treden en hoge treden. Elke ver
beelding van hoge treden dat ze hoger
dus superieur zijn is kinderachtig en
achterlijk. Elke verbeelding dat lagere
treden van een trap dat ze lager, dus
inferieur zijn, is evenzo dom. Maar bo
vendien is alle werk dom om hoge tre
den omlaag te persen en lage treden
omhoog, want daardoor verliest de
mensheid aan „diepte en hoogte" en
wordt niveauloos, maar veel erger: on
natuurlijk.
Hetzelfde geldt t.a.v. rassen en vol
keren. Ik ben het dus niet eens met
het populaire diagram dat aan Darwin
wordt toegeschreven, waarin de ge
schiedenis van de mens wordt voorge
steld met een van links komende stroom
die zich meer en meer vertakt. De ho
ger liggende takken zijn de beschaafde
Europeanen, de onderste takken zijn b.v.
de aborginals van Australië. Wie zo
oordeelt, legt bekrompen maatstaven
aan. Die weet niets van het zieleleven
van de aborginal, zijn historie en zijn
hedendaagse „struggle for live". Nog
steeds is in alle rassen- en standen
vooroordelen onwetendheid de oorzaak
van alle bederf in menselijke verhoudin
gen.
Ik geloof wel, dat Haya de la Torre ge
lijk heeft, als hij het diagram een kwart
slag draait en de mensheid dus „van
onderen" laat groeien naar boven toe
en langzamerhand laat vertakken. Op de
dag van heden vinden we dus (precies
als in de werkelijkheid) alle mensen
soorten naast elkaar. Volgens de natuur
wet van de „survival of the fittest" heb
ben dus alle mensen op hun eigen ma
nier, naar een eigen patroon van ont
wikkeling en in een eigen klimaat zich
zelf gehandhaafd en zijn dus als „over
winnaars" van alle gevaren des levens
aan elkaar gelijkwaardig. Laat ons al
deze overwinnaars gelijkelijk bewonde
ren om hun moed, doorzettingsvermo
gen en vindingrijkheid om te „surviven"
elk op hun eigen manier. Laten we al die
manieren proberen te begrijpen en niet
stompzinnig spreken van „achtergeble
ven volken", een uitdrukking die ik
scherp veroordeel en verafschuw, omdat
zij de beschaafde mens, die dit gelooft,
stempelt tot een bekrompen, ingebeel
de domkop.
Haya de la Torre kon het weten. Als
uitgestotene uit zijn maatschappij (hij
heette communist te zijn) leefde hij tus
sen de „wilde stammen" van Zuid Ame
rika, leerde ze kennen, begrijpen en be
wonderen en deed vrijwillig afstand van
zijn inbeelding beter en hoger te zijn.
Ook bij deze stammen zal ongetwijfeld
verschil bestaan in stand, intellect,
„breeding". In Holland herken je direct
het verschil tussen een boerenknecht,
al wordt hij ook „meneer" genoemd (in
Nederlandse bladen kan je b.v. zulke
zinnen lezen als: „De boerenknecht de
heer Jansen zag het ongeluk gebeu
ren....". Hoe kan men nu knecht en
heer zijn tegelijk? Ik heb veel respect
voor socialistisch idealisme, maar men
gaat hier toch redeloos ver en een
echte heer, die b.v. gedurende vele ge
neraties zijn huwelijken „gericht" heeft
en „breeding" heeft. De voor ons oog
allemaal gelijke wilden zullen ongetwij
feld ook verschillen kennen in geestes-
en karakterniveau. Daar heeft men dus
geen democratisch om-de-beurt-systeem
van stamleiding, de keuze van medicijn
man of van oorlogsleider.
Wie oplettend naar Negers kijkt, dus
niet stom bij de kleur blijft stilstaan, zal
ook verschillen ontdekken van geeste
lijke kwaliteit, van „ras" en van veler
lei bijzondere distinctie. Een man als
Duke Ellington (ik noem express deze
figuur, omdat hij algemener bekend is
dan b.v. Ralph Bunche), heeft ontegen
zeggelijk een portuur van een gentle
man. Het ergste wat Blanken de Negers
hebben aangedaan is niet de slavernij,
maar het nivelleren van de „zwartjes";
bij drommen zijn ze afgevoerd zonder
enige kijk op ras (de Negers vormen
evenals de Blanken of Maleiers vele
(Lees verder op pag. 12)
De jaarlijkse algemene vergadering van aadeelhouders van de Publiciteits- en
Handelmaatschappij Tong-Tong N.V. zal worden gehouden op zaterdag 19 sep
tember 1964 te 11 uur ten kantore van de Vennootschap, Prins Mauritslaan 36 te
's-Gravenhage (lid 1 art. 25 van de Statuten).
De jaarstukken over het boekjaar 1963 zullen 14 dagen voor de aanvang van de
vergadering ten kantore van de Vennootschap, voor aandeelhouders ter inzage
liggen.
Voor verdere bijzonderheden wordt naar het volgend nummer (eind augustus)
van dit blad verwezen. DE DIRECTIE
3