INDO's IN DEN VREEMDE Laatste keer Rangoon Het is de natte tijd in Burma, die de schepen een langere tijd dan gewoonlijk in Rangoon houdt. Alleen verbaast het me, dat de eerste drie dagen met haast geen regen slechts 30 ton geladen werd en later, toen er meer regen viel, het tempo hoger werd al naar gelang de prestatiepremies hoger werden. Je ligt meestal maar een dag langs de kant om te lossen, en daarna blijf je tot vertrek op de boeien liggen. Hiervandaan is iedere tocht naar de wal het navertellen waard; met een sampan, een platbomig roei bootje, dat zo stabiel is als een kano, moet de overtocht naar de wal gewaagd worden. Rangoon ligt aan een getijrivier en er staat meestal dan ook een flinke stroom, die als hij kwaad wordt, een vijf mijl per uur bereikt. De bootsman het zijn voorname lijk Pakistani en Hindustani die dit beroep plegen is dan een half uurtje bezig om de halve kilometer af te leggen. Hij roeit dan dwars tegen de stroom in en maakt zo gebruik van hetzelfde krachtenprincipe, waarop de Nederlandse lierponten werken. Maar is de stroom te gortig, dan kloppen z'n berekeningen niet en laat hij de sampan een eind de stroom afdrijven tot hij ergens langs de rivier in rustiger water is gekomen en roeit dan onder kleine bruggetjes, anker kettingen en donkere kaden door naar het doel; de Jetty, een aanlegsteiger voor mo torbootjes en een verzamelplaats van sam pans, waarbij een groot restaurant is ge bouwd. Heb je enkele passen op de steiger ge daan, dan ben je al omzwermd door kerels, die je „goedkoop" door Rangoon willen rijden met hun fiets-met-zijspan. Ik doe het nooit meer, omdat ik na het ritje, me met grote moeite uit de speciaal voor deze tengere mensen achterwerken gebouwde zijspan heb moeten wurmen, en omdat je tweemaal meer dan de vastgestelde prijs betaalt. Neem een scootertaxi, daar staat een meter in, die correct aanwijst. Ben je echter allergisch voor uitlaatgassen, ga dan maar beter lopen, want het staat er blauw. Een „must" is de Swedaun pagode. Aan de rand van de stad op een heuvel, omringd door schaduwrijke lanen, sereen en schitte rend door het bladgoud, rust hij. Hij is zes tig jaar geleden klaar gekomen, na een bouwtijd van 2511 jaar. De top, die de vorm heeft van een bananenbloesem be staat uit masieve halve meters in het vier kant en een decimeter dikke tegels 22 ka raats goud. Helemaal in de top bevindt zich, behalve de tientallen edelstenen, een dia mant zo groot als een mansvuist. Iedere drie jaar wordt de pagode helemaal weer met bladgoud bedekt. Het is wel maar een vliesje, maar een vierkante decimeter kost toch altijd vijf kiats. Om de hoofd pagode staan allemaal neven tempeltjes, geschonken door welgestelde en dankbare families. Ergens zag ik twee oud Delftsblauwe tegels, ingemetseld in de muur van een door een Indiër geschonken tempel. Waarschijnlijk van een Hollandse koopman, die zich hier gesettled had. Het is een schilderachtig geheel, en vooral de rust boedhistische monnik in z'n gele pij te bid- doet je urenlang toeven. Daar ligt een den, en hier een oude vrouw die een beeld je wast. Verderop een hele familie in devotie verzonken, en over de wandelgalerijen lopen de monniken weg de dessas in om hun lege etenskom gevuld te krijgen, de fragiele Burmese vrouwen, met sarong (lang stuk goed om de middel gewikkeld en dat tot de grond toe afhangt) en mooi kanten blousje. In hun haar hebben ze een geurige bloem en het licht, dat door hun parasolletje valt, geeft de gewenste rouge. Overal branden kaarsjes en staan lotusbloemen in vazen bij de beelden. Vaak hoor je de rustige gong van een grote klok; er heeft weer iemand een gebed voor het welzijn van zijn medemens gedaan. Elders begint een mon nik z'n gebedszang met het opzeggen van de vijf geboden van Boedha, en kust de grond, waaronder zich de mantel, het filter napje en de bidkrans van Boedha bevinden. Onderaan de tempel, waar je je schoenen in bewaring geeft, is het één grote markt. Het deed me denken aan Italië, bij de grote basilieken, waar het volstaat met stalletjes met heiligenplaatjes, goedkope beeldjes en nog goedkopere „relekwiën" etc., maar vooral aan het verhaal in de Bijbel, waarin Jezus de marktlui de tempel uitjaagt. Het is treurig, maar verder is er in Rangoon niets bijzonders meer te zien. Je kan immers in iedere grote stad wel een mooi nieuw hotel zien, ook al is het dan door de Russen gebouwd. Je hebt gebouwen, die zo groot zijn als de Bijenkorf in Amsterdam, die door verwaar lozing bemoste muren hebben, een entree waar het onkruid tussen de tegels uitkomt, de daken stukje bij beetje naar beneden komen. Werkelijk paleizen van woonhuizen, waar de ruiten nu dichtgetimmerd zijn met slordig hout, volkomen uitgewoond en door gerookt. De trottoirs hebben diepe kuilen, de straten worden verwoest door de wor tels van scheefgezakte bomen, waar je 's avonds niet zonder stok tegen de ratten, kan lopen. Je struikelt over slapende bede laars en breekt je been in een open riool. Overdag moet je onwillekeurig huiveren door het naargeestige gekras van de hon derden kraaien, die zo brutaal zijn, dat ze zelfs op het regiem durven te spotten. Het zit al in de naam van het land opge sloten: UNIE van Burma. De afkorting S. komt er wel over twee jaar voor te staan. Ga maar naar de film, het enige vertier hier, en geniet van 10 minuten film over een nieuwe brug, 15 minuten film over een pasgebouwde krachtinstallatie, 20 minuten over een goede oogst, en allemaal lachende arbeiders. Têr versterking van de economie hebben ze de Indiërs en Chinezen het land uitgewe zen, want die verkochten tegen veel te hoge prijzen. Hun winkels moesten nu maar door Burmezen gerund worden. Het gevolg was, dat ze de kiat moesten revalueren door de 50- en 100-kiat biljetten uit de circulatie te nemen. Maar ja, dat was toch niet genoeg. In de krant stond het immers: het grote schandaal; al de juwelen en het goud van de Indiërs werden als diplomatieke post het land uitgebracht. Stop ermee, want de kiat is nu nog op de zwarte markt 25 Neder landse cent waard (officiële koers 75 cent). Maar het komt wel in orde, je ziet immers in de stad rondlopen, de „bleekhuiden" met forse en Oeralachtige uiterlijken. Om op de films terug te komen. De nu in MM f Even watertanden. Ramboetan in Pinang. Twaalf stuks voor 5 centen. Ziet U de heerlijke aromanis in het stalletje rechts? De vrouw op de voorgrond verkoopt gestoomde diagoeng. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 8