De hechtenis Na de pacificatie van het gewest wordt de Oostkust van Atjeh centrum van plantersactivi teit en vooral na de periode van hoogconjunctuur in de rubber, wordt de ene na de andere onderneming opengelegd. Deli is reeds af geplant en menige planter, die zich niet aan kan passen aan het geregelde werk op een produktieve onderneming, met al de administratieve rompslomp daaraan verbonden, stelt zich beschikbaar voor ontginningswerk in het Atjehse. Ze prefereren het ruwe ongebonden leven van een onderneming in status nascendi, boven het meer geciviliseerde bestaan in Deli. Boze tongen beweren dat planters, die niet meer lakoe zijn in Deli, naar Atjeh worden gestuurd, terwijl nog bozere tongen beweren dat planters, die geen blijk hebben gegeven van energie, onverzettelijke wil en doorzettings vermogen, niet in aanmerking komen voor de ontginningen in het Atjehse. Langsa, eertijds een onbeduidende militaire post, breidt zich geleidelijk aan uit onder invloed van de cultures. Handelsagent schappen worden er gevestigd, de bank opent er een bijkantoor, de staf van het binnenlands bestuur wordt uitgebreid, de verbinding met Deli wordt tot stand ge bracht middels doortrekking van de gou- vernementsweg Langsa-Kwala Simpang naar Pankalan Brandan via Besitang en het kleine K.P.M. stomertje KOEMAI, dat tot dan toe twee maal per week de enige ver binding was tussen Kwala Langsa en Bela- wan, werd naar de rommelzolder verwezen. En als dan nog ten slotte de Medanse Elec- triciteits Maatschappij de elektrifikatie van Langsa ter hand neemt, begint deze rimboe plaats allures aan te nemen van een metro pool. Met de traditie, dat iedere onderneming zijn eigen club moet hebben, wordt gebroken en de Langsasoos is het enige trefpunt van het verenigingsleven en vermaak van plan ters, ambtenaren en militairen. Feestjes, bals-costumés en dansavonden worden ge zamenlijk georganiseerd, een ieder is met ledereen bevriend en een ieder kent ieder een. Boner, sinds drie jaar administrateur op een ontginning, tennist iedere middag op de banen in Langsa; drie jaar lang passeert hij iedere middag hetzelfde verkeersbordje aan het begin van de gemeente met opschrift: „maximum snelheid 40 K.M.", drie jaar lang houdt hij zich prompt aan deze verbods bepaling en als hij dan met 80 of 90 kilo metersnelheid in zijn wagen komt aange stormd, mindert hij automatisch zijn snel heid tot beneden de veertig, als hij de eerste huizen van Langsa nadert. Hij kijkt niet eens meer naar dat bordje. Het stond er al, voor hij in Atjeh kwam en zal er nog staan als hij zijn oude dag in het moeder land gaat savoureren. Tot hij op een zekere dag in een autoval loopt die van der Swan, de politie-inspec- teur, voor hem heeft uitgezet. Deze heeft zich op het midden van de weg in postuur gesteld en noopt Boner tot stoppen. ,,Wat is er aan de hand, van der Swan?" vraagt Boner. „U bent de sigaar, mijnheer Boner." „Waarom?" ,,U hebt harder gereden dan 25 kilometer." „Zeg, ben jij nou gek of ben ik het. Al drie jaar lang rijd ik zowat iedere middag met het slakkegangetje van 40 Langsa binnen." „Ja, dat is best mogelijk. Maar de maximum snelheid is nu gereduceerd tot 25." „Wat zeg je, sedert wanneer?" „Sinds vanmorgen 10 uur." „Wat is dat voor een flauwe kul? Daar staat toch duidelijk 40 op dat bord." „Rijdt maar even achteruit, mijnheer en overtuig U zelf." Boner retireert tot voorbij het verkeersbord en ziet inderdaad het getal 25 genoteerd op een plankje dat over het getal 40 is vast gespijkerd. „Man", zegt hij dan verontwaardigd, „dat is je reinste flessentrekkerij." „Neen mijnheer Boner, dat is een nieuwe verkeersregel." „Luister eens van der Swan. Ik heb nooit meer naar dat bord gekeken. Accoord, zet me maar op de bon. Maar van wie is de op: dracht uitgegaan om dat plankje met 25 op de 40 te spijkeren?" Bi) het zien van dit plaatie van het oude Hotel de Boer zullen vele vrolijke herinneringen bü U opko men en gewed om wat dat U begint te vertellen: „Weet je nog wel, dat „In opdracht vap de controleur, mijnheer." Als Boner op de tennisbaan verschijnt, wordt hij door lachers begroet en een van hen vraagt: „Ben je er ook in geluisd?" „Nogal wiedes" en zich tot de controleur Berkhouwer wendend, die eveneens op de baan aanwezig is. „Wat heeft die veran dering van maximumsnelheid te betekenen?" „Ja man, de gemeente heeft geld nodig en ik speculeer op de onoplettendheid van de automobilisten." „Slim bedacht, maar je moet toegeven dat het een rotstreek is." Een week later houdt de politierechter zit ting te Langsa. Een hele troep verkeers- overtreders staat voor het controleurskan toor te wachten op hun vonnis en allen horen dezelfde uitspraak: „Tien gulden boete of een dag hechtenis. Binnen veertien dagen betalen." Boner, die net gedaan heeft of zijn neus bloedt, wordt na ruim twee weken door Berkhouwer opgebeld. „Zeg Boner, wanneer betaal je nu die tien gulden?" „Welke tien gulden." „Nou, waarvoor je veroordeeld bent." „Je vergist je. Ik ben veroordeeld tot tien gulden of een dag hechtenis. Naar keuze. Nou, ik kies een dag hechtenis." „Ben je nou helemaal gek geworden. Je kunt als man van standing toch niet in de gevangenis gaan zitten voor zo'n flauwe kul affaire." „Juist omdat het zo'n flauwe-kul affaire is, wil ik de gevangenis ook eens van binnen bekijken." „Kom Boner, wees redelijk. Schaam je je niet? Dok die tien gulden en we blijven vrienden." „Vrienden kunnen we altijd blijven, maar ik wil zitten. Zeg maar wanneer je me wilt komen halen om me op te sluiten." „Nou, denk er nog eens over na." Er gaat een maand voorbij en Boner wordt door de assistent-resident opgebeld. „Zeg mijnheer Boner, ik hoor van Berk houwer dat U die boete van tien gulden nog niet betaald hebt. Hoe zit dat?" „Dat zit zo, dat ik die tien gulden niet zal betalen. Ik heb de keus tussen tien gulden boete of een dag zitten. Ik heb de gevan genis gekozen. Wanneer wilt U overgaan tot executie van het vonnis?" „Kom, mijnheer Boner, wees niet zo kinder achtig. Zo lollig is die gevangenis niet en overigens vind ik het toch min of meer beschamend, dat U als Europeaan voor zo'n futiliteit in de petoet wilt gaan zitten." „Mijnheer de assistent resident, ik heb besloten een dag te zitten en daar blijf ik bij." „Ja, als er dan niet met U te praten valt, moet ik van der Swan wel opdracht geven, U naar de gevangenis te Medan te bren gen." Er gaat weer een maand voorbij. Boner wordt door van der Swan opgebeld. „Mijnheer Boner, het spijt me, maar ik heb opdracht gekregen U naar Medan naar de gevangenis te brengen. Wanneer schikt het U?" (Lees verder pag. 11)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 10