oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
U kunt bij ons bestellen g
Vervolg van pag. 10
of that stone bottle" (uit die stenen kruik)
zoals ik het een waarderend Australiër eens
heb horen noemen. Want, niet van je stokje
gaan was, zo ergens, in dit gezelschap ge
boden. Ze zouden me voor overleden
kunnen houden, me in de Vaderlandse
Driekleur wikkelen en me - zoals de offi
ciële term heet - „mijn stoffelijke resten
toevertrouwen aan het zeemansgraf"
Enfin, ik ging op mijn lange stoel aan dek
liggen, bleek na enige tijd ingedoezeld te zijn
en heb van de 9 uur, die we te stomen had
den, er ettelijke heerlijk geslapen, want toen
ik wakker werd, waren we nog slechts 11/2
uur stomen van mijn standplaats verwijderd.
Ik had geen koorts en voelde geen pijn.
Thuis aangekomen, verscheen de dokter al
ras en waar ik nog steeds geen pijn of koorts
had, zou de genezing van de wond slechts
een langdurige granulatieproces betekenen
en het gemis van een vinger het blijvend
negatief resultaat van mijn avontuur.
Zo spoedig mogelijk na mijn terugkeer ter
standplaats belde ik mijn chef, de Resident,
op om mijn voortijdige terugkeer van tour
nee te melden. Zijn Hoog-Edel-Gestrenge,
niet alleen een welwillend en rechtschapen
Chef, doch tevens een erg zwaar-op-de-
hands mens, zat aan het andere eind van de
draad heviger over mijn ongeval te jamme
ren dan ik het gedurende mijn hele verdere
leven gedaan heb. Het slot van het gesprek
was: „Nu ik kom zo gauw mogelijk eens
bij je kijken". En dat zou de volgende week
gebeuren.
Toen ik 's avonds rustig thuis in mijn kan
toorkamer zat, kwam mijn huisjongen, met
de gebruikelijke strijkages een onderhoud
vragen. De tendens ervan was: „Permissie
mengoeboerkan Padoeka Toeanpoenja djari'
(vergunning om Meneers vinger te begra
ven") Toen ik hem, uiteraard verwonderd,
vroeg, wat hij bedoelde, daar die vinger toch
als overtuigingsstuk door de politieman An-
di Amin, in beslag genomen was, vertelde
hij, dat Amin hem 't soli-disant overtuigings
stuk ter hand had gesteld en hij het nu in
de achtertuin wilde begraven.
De volgende dag wees hij mij het grafje,
richting Oost-West en voorzien van de op
Mohamedaanse graven gebruikelijke paal
tjes „mesan" (meestal met snijwerk versier
de paaltjes aan 't hoofd en voeteinde van 'n
Mohamedaans graf) in miniatuur. Er lagen
zelfs enige kembodja-bloemen (sterk geu
rende bloemen die men veelal op begraaf
plaatsen plant) op gestrooid.
Ik zat alweer op mijn dienstkantoor brieven
te dicteren en handtekeningen op onbehol
pen wijze eronder frommelend met die zo
moeilijk bruikbare, dikverbonden hand, hield
Magistraatsgerecht en besprekingen maakte
kleine eendagstochten per auto.
Op zekere dag een telefoontje van de Ge
westelijk Secretaris, dat de Resident mij in
de loop van de morgen zou komen bezoe
ken.
Om een uur of 10 werd de auto van mijn
Chef voor het huis gemeld en Zijn Hoog-
Edel-Gestrenge en echtgenote werden door
mij begroet.
Een kop koffie of een frisse dronk op de
voorgalerij en het gesprek ging. natuurlijk
over mijn ongeval. En een geweeklaag en
een gejammer en een verwijten over zoveel
lichtzinnige onvoorzichtigheid en onhandig
heid!!!
Telkens als ik op een ander onderwerp
trachtte over te schakelen, begon het op
nieuw.
Tot het me eindelijk voldoende belangstel
ling leek voor mijn bescheiden persoonlijk
heid en ik me de opmerking veroorloofde,
dat de Resident kennelijk slechts de scha
duwzijden van mijn avontuur zag, de licht
zijden, eraan verbonden over het hoofd
ziende.
De grote, donkere, zwaarmoedige ogen
achter de brilleglazen van de Padoeka
Kandjeng Toean Besar (aanspreektitel voor
zeer hoge personen) richtten zich onder
zoekend op mij en de vraag klonk: Maar,
lichtzijden?... Wat zullen daar nu voor
lichtzijden aan verbonden zijn?" Daarop
mijn antwoord: „Resident, dat zal ik U zeg
gen. Als U mij voortaan op de vingers wilt
tikken, zult U slechts 9/10 van 'n normale
kans heben, dat U me raakt en als U zoudt
zeggen: „Maar nu kan je toch wel op je 10
vingers uittellen, dat dat verkeerd is", kan
ik zonder ongepast te worden, antwoorden:
„Neen, pardon, Resident, dat kan ik niet."
Wederom kreeg ik die verwijtende blik,
waarna de Resident tot zijn geamuseerd-
lachende echtgenote zeide: „En daar maakt
hij nu nog grapjes over!"
Toen we, in de namiddag, voordat de Resi-
dents-familie weer zou vertrekken, achter
het huis, door de tuin naar het koepeltje aan
het strand wandelden om daar thee te
drinken, de plaats passerende, waar mijn
zorgzame huisjongen mijn vinger begraven
had, kon ik de verleiding niet weerstaan,
de Resident te vragen: „Resident! Zoudt U
er wellicht voor voelen, een ogenblik, in ge
paste stilte aan mijn gedeeltelijk graf te
toeven?" Weer keken de grote, donkere
zwaarmoedige ogen me ontsteld en ver
wijtend aan, vergezeld van de woorden:
„Maar, wat is dat nu weer voor onzin?"
Ik lichtte een en ander toe doch het oordeel
omtrent de ernst van mijn levensbeschou
wing scheen er niet beter op geworden, of
schoon me dat gelukkig niet uit mijn eerst-
volqende conduite-beoordelinq qebleken is.
LODEWIJK
DENGAN HORMAT
Saiman heeft mij twintig jaren
eerlijk en oprecht gediend
in de morgen van mijn leven
was hij thuis welhaast een vriend:
als ik met verlof ging wuifde
hij bedroefd ons achterna
maar.geen zeven maanden later
stond hij wachtend op de ka.
Bij geboorte, dood of scheiding
deelde hij in vreugd' en cmart,
niet uit hoofde van zijn gadji
doch uit aandrang van zijn hart.
Later zei hij stééds nog nonnie
tegen 't kind van dertig jaar
en hield bij haar thuis-bezoekjes
'n extra pisang voor haar klaar.
Tijdens de bezettingsjaren
toonde Saiman wie hij was:
redde uit mijn huis de barang.
dolf mijn zilver onder 't gras;
stnokkelde voor velen briefjes,
soms ook voeding of wat geld,
kabar-anging... laatste nieuwtjes..
Saiman werd naast vriend, een held.
O O
O O
O Abraham Exodus Beste Tong-Tongers, O
O Het land van bij ons buiten 17,50 Stuur mij:
g Hein Buitenweg: g
O De laatste tempo doeloe 27,50 O
O Wat wij in ons hart sloten 17,50 g
g De dood van een president 5,90 g
g Maria Dermoüt: g
O Donker van uiterlijk f 9,50 BESTELBON O
g De sirenen 9,50 g
O Vincent Mahieu Naam: g
O (Tjalie Robinson) O
g Tjoek f 7,50 AdreS: g
O Tonke Draqt: O
O Woonpl.: o
O Verhalen van de tweeling- q
g broers f 8,90 Het bedrag ad zal per g
O Daum: giro/postwissel worden overgemaakt. O
g Indische mensen in Holland 1,95 (Giro TT 6685) 8
g Deze bedragen zijn allen inclusief O
O porto. Komt U de boeken bij ons q
g halen gaat dit er natuurlijk af. (Handtekening) g
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
11