VAN HIER EN GUNDER
IN DIT NUMMER:
Speciale bijdragen van: OP PAG.
PROF. A. DE WAART
Volksgezondheid in Ned Indië tot
1942 6
Vaste rubrieken
Van hier en gunder2
MYANA: voor de vrouw 12, 13 en 14
TANTE MIEKE: voor onze bibits 14
Tong-Tong tienerclub15
Oude sobats: Ketjil16
Daghregister 1664 18
I.K.K. Tong-Tong19
Ting-Ting's22
Redactioneel
Nieuwe scheldnamen?3
„Zou je je dochter willen laten trou
wen met een neger?"5
Uit mijn fotoalbum
„Strindberg"4
Piertje Pelikaan
Dengan hormat11
Van alle landen ter wereld
Brieven uit een Indianenreservaat 9
Abonnees vertellen
Mijn Zchrijfmachine7
Brief van Chris8
Het drama van de vinger 10
9de JAARGANG No. 6
ONAFHANKELIJK INDISCH TIJDSCHRIFT
Uitgave: Publ. en Handel My. Tong-Tong N.V.
PRINS MAURITSLAAN 36 DEN HAAG
TEL. DIRECTIE EN ADMINISTRATIE: 070/542.542
REDACTIE: 070/550.749 GIRO 6685.
TELEGRAMADRES: TONGTONG DENHAAG
Directeuren: Tjalie Robinson
S. L. F. Catalan!, Huisadres: Laan van
Meerdervoort 1580, Den Haag,
Telefoon 070/39.63.27.
HOOFDREDACTEUR: TJALIE ROBINSON
Redactiecommissie:
J. C. Hazewinkel
Ida van Koetsveld-Schotel
Ellen Boon-Derksen
Rogier Boon
Verschijnt de 15de en de 30ste van Iedere maand.
Prijs per nr. f 0,75. Abt. Nederland: kwart, f 3 75,
half), f 7,50, jaar f 15,Abt. buitenl. (per jaar en
per luchtp.): Australië f 48,Nw. Zeeland, Zd.
Afrika, Brazilië f 38,—, Canada f 32,Suriname,
Antillen f 26.—, West-Europ. landen f 20,Abt.
per zeepost voor alle landen f 20,per jaar.
THE AMERICAN TONG-TONG Zelfstandige editie
voor de V.S. P.O. Box 4572 Wh'ttler
Californlê 90607 U.S.A. Tel. 699-6837.
Month 1,Half Year 5.Year 10,
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARINGEN
IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTE
RESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE
TROPENGORDEL.
„BOKSEN EN HARSES" (II)
„Ik heb het idee dat U een lawine van post
zult ontvangen over het artikel „Boksen en
harses". Want ik denk o.a. aan Aad van
Leeuwen die voor de TV zijn eigen straatje
stond schoon te vegen. Adjectieven als „mens
onterend en ontaarde sport" waren niet van de
lucht. Een van de meest gebruikte tegenargu
menten is ook nu nog: „Een bokser die zicht
baar de sterkere of betere is, kan k.o. geslagen
worden door een gelukstreffer"
Ikzelf heb in mijn jonge jaren vrij veel ge
bokst. Mijn sparring partners waren de ge
broeders Hamming en nog enkele kerels waar
van de namen mij niet te binnen willen schie
ten. Onze plaats van samenkomst was de gym
zaal van de Nederlandse Mulo aan de Pakem-
weg te Djokja, U weet wel de weg naar dat
heerlijke Kalioerang.
In die dagen heb ik me ook afgevraagd: „Wat
is boksen nu eigenlijk wel?" Een krachtme
ting? Gedeeltelijk. Een wedstrijd om de laatste
adem? Gedeeltelijk. Is het de snelheid die het
hem doet? Gedeeltelijk. Is het de stootkracht?
Gedeeltelijk. Niets is zo onbevredigend als het
antwoord gedeeltelijkop iedere vraag. Een
ieder echter die tussen de touwen gestaan
heeft, weet dat het slechts op één factor aan
komt: moed. Wanneer het gevecht om het
behoud van de moed gewonnen wordt, is men
bereid om de vuisten van de tegenstander te
trotseren. De man die het aan moed ont
breekt zal de bokssport niet tot de zijne maken.
En de bokser weet dat de anti-bokssportman
zoveel tegenargumenten heeft omdat hijzelf
weet dat het zijn gebrek aan moed is, dat hem
de ring doet schuwen, (verkort) F. Lamster
Er is maar één brief op dat artikel binnen
gekomen, Lamster, en dat bewijst dat onze
lezers niet zo maar pro-boksen zijn of zwij
gend toch anti-boksen, maar dat zij een
eventuele gedachtenwisseling graag volgen
om in hun opinie steviger te zijn, i.pl.v. al te
gauw met een schreeuwerig „pro" of „anti"
te komen. Dat is een heel goed verschijnsel.
In deze moderne tijd nemen massa's men
sen te gauw genoegen met slogans en on
derzoeken veel dingen niet meer kritisch.
En als het gaat om kritisch (zelf)-onderzoek
is elk onderwerp de moeite waard. Ook een
onderwerp als „onhumaan boksen".
Ik had de eerste vijf regels van je brief
nauwlijks gelezen of ik wist dat je insider
was. En dat is nog heel wat anders dan
„pro boksen zijn". Want je weet ook heel
goed dat massa's mensen van boksen hou
den, omdat er zo lekker bij „gerausd"
wordt. Dit is het beroerde soort. Vaak nog
laffer dan de man die niet van boksen
houdt. Want hij „hetzt" en likkebaardt om
andermans pijn, maar kijkt wel heel goed
uit voor hij ooit zelf in de ring komt. We
moeten dus oppassen met mensen die
„pro" of „anti" zijn en liever een discussie
houden tussen insiders en outsiders.
Onder insiders wordt dan al direct de tech
nische bewijsvoering als boven geschetst
kritisch onderzocht. Het kunnen winnen door
een gelukstreffer is een bij elke sport thuis
horende factor, die behalve het element van
boeiende verrassing ook nog een aparte
filosofie in zich houdt van een hoog gehalte:
V
de macht van het feilbare, het niet-perfecte
het niet-absolute. Is elke zwakkere broeder
automatisch verloren in een gevecht tegen
een sterkere? Neen, gelukkig niet. „Het
Wonder van het Onmogelijke" bestaat ook
hier. Alleen al het feit dat sportliefhebbers
deze „onzekerheids-factor" in de voetbal
sport appreciëren en in de bokssport ver
oordelen, bewijst wel dat er geen zuivere
kritiek meer is, maar vooroordeel. Wat de
diverse facetten van de boksvorming betreft
(snelheid, stootkracht, etc.), die bestaan in
soortgelijke vormen voor elke sport. En
evenals bij elke andere sport komt het bij
het boksen aan:
1. op de ideale combinatie van de diverse
krachten,
2. het kalm beoordelende verstand en de
strategie om ze op het juiste moment toe te
passen.
Verstand speelt bij alle sporten een belang
rijke rol als de sporten goed beoefend
worden. Helaas is in de laatste dertig jaar
over de hele linie positief 'n encannaillering
van de sport opgetreden en werkelijke spor
tiviteit (die beschaafdheidseisen stelt als
verantwoordelijkheid, moed, eer, onomkoop
baarheid, ridderlijkheid) wordt helaas steeds
schaarser. Ik vind b.v. een typisch kwali
teitsverschijnsel dat Frankrijk ettelijke boks-
fenomenen heeft voortgebracht (Marcel Thil,
Eugene Huat, George Carpentier, Marcel
Czerdan) en Duitsland met zijn vele brute
krachtpatsers maar een enkeling als Schme-
ling.
Boksen is ontstaan in de Britse nobility,
haar regels en wetten zijn vastgelegd door
de Markies van Queensberry in een tijd dat
het dragen van degens en het duelleren
steeds absoluter verboden werd in Enge
land. Zou elke fijngebouwde edelman zich
nu niet meer kunnen verdedigen tegen elke
twistzoekende brouwer of slager? Het bleek
mogelijk voor een man met moed en de
(Lees verder pag. 21)
BIJ DE VOORPLAAT:
Wat is dit voor een stenen gebouwtje? Een
tempeltje of een grafmonument? Neen. Een
zogenaamde „artesische put" te Batavia,
gebouwd in 1879. De foto, gemaakt door de
Engelse fotograaf Woodbury and Page, is
van omstreeks dezelfde tijd. Zulke artesi
sche putten dienden voor de drinkwater
voorziening. Ze waren een eerste belang
rijke stap vooruit en van het grootste be
lang voor de tropenhygiëne en daarmee
voor de „leefbaarheid" van Indië voor de
Europeaan. Het water uit artesische putten
was helder, het kwam uit grote diepten,
dieper dan het gewone grondwater. Er wa
ren ook geen dure en zware pompen voor
nodig om het water boven te brengen.
Het aardige is, dat de toen in tempo doeloe
heersende bouwstijl, de neo-klassieke stijl,
zich niet alleen uitleefde in de huizen met
de bekende pseudo-klassieke zuilen in de
voorgalerij, maar ook in utiliteitsgebouwtjes
als deze. De zucht naar versiering is be
paald aandoenlijk!
Foto: Kon. Inst. Taal-, Land- en Volkenkunde
2