Prof. A. de Waart:
Volksgezondheidszorg in Ned. Indië tot 1942 (II)
Van het in Indië verrichtte preventieve werk
kunnen nog enige belangrijke bijzonderhe
den worden vermeld:
De eerste pestgevallen in Indië ontdekte
KUENEN in Deli in 1905. In 1910 werd de
pest op Java waargenomen. In de jaren
1911-1915 waren er alleen reeeds in het
Malangse 22000 pestdoden. In 1934 waren
er in Indië nog ruim 23000 sterfgevallen
aan deze ziekte. Intussen ontwikkelden zich
twee preventieve systemen: de vaccinatie
en de woningverbetering (het verbouwen
van bestaande woningen en bouw van nieu
we woningen, zodanig dat zij geen schuil
plaats voor ratten zouden kunnen vormen).
Door de Dienst der Pestbestrijding werden
veel meer dan 1.000.000 woningen op Java
verbeterd en ruim 500.000 nieuwe woningen
opgezet.
Sedert 1934 werd bij vaccinatie het levend
pestvaccin van OTTEN gebruikt, vervaardigd
te Bandoeng. OTTEN schatte daardoor een
reductie der peststerfte tot 25% mogelijk.
In 1940 en '41 waren er nog 300 doden
per jaar, doch was Oost-Java van pest
bevrijd. Men zegt, dat tijdens de Japanse
bezetting door verwaarlozing van vaccinatie
en woningverbetering de pest weer het
hoofd heeft opgestoken.
Verbeterde ratvrije huizen hebben een bete
re rookafvoer en zijn daardoor aanlokkelij
ker geworden voor muskieten. Daarom moet
woningverbetering gepaard gaan met mala
riabestrijding.
Malaria bleek (en is vermoedelijk nog
steeds) de voornaamste volksziekte in Indië.
Toen ik destijds te Batavia aankwam, toonde
de docent in de anatomie aan de artsen
school mij in zijn museum een normale milt,
die hij zuinig bewaarde, omdat hij, zoals hij
zei, de leerlingen ook wel eens een normale
milt wilde laten zien. Vrijwel alle milten, die
bij het onderwijs werden geprepareerd, ble
ken malaria-milten!
Een degelijke malaria-bestrijding kon pas
worden aangevat, nadat de morphologie en
biologie der verschillende Indische muskie
tensoorten was bestudeerd, waartoe SWEL-
LENGREBEL de weg aangaf. Er mag hier
gewezen worden op de assainering van het
gebied van Sibolga door SWELLENGREBEL,
SCHÜFFNER en DE VOGEL en de assaine
ring der visvijvers langs Java's Noordkust,
waartoe WALCH en SOESILO de grote
stoot gaven. Ook waren b.v. Tjilatjap, Bela-
wan en de Tjiheavlakte centra van assaine
ring. Het ging hier dus vooral om het op
zoeken en het opruimen van de broedplaat
sen van malariamuskieten, waartoe medici,
biologen en assaineringsdeskundigen sa
menwerkten. In vele gebieden van Indië,
waar de miltindex 80% of meer bedroeg,
kon deze worden teruggebracht tot 30% en
minder.
Malaria dreigt ook steeds uit te breken bij
het openkappen van oerbossen, indien daar
bij waterstagnatie optreedt. Op plantages
werden daarom drainagestelsels aangelegd.
Het is vooral daaraan te danken, dat b.v.
Deli in 1940 praktisch malariavrij was ge
maakt.
Het is ook in Indië gebleken, dat de nieu
were insecticidemiddelen ook bij de malaria
bestrijding nuttig kunnen zijn, maar de
overige maatregelen niet overbodig maken.
De malaria heerst nog in vele gebieden van
het grote land endemisch en er is niet bij
benadering te zeggen, hoeveel latente mala
rialijders in Indië aanwezig zijn, waarvan de
gezondheid slechts schijnbaar is. Misschien
vormen zij 20 a 25% van de bevolking.
NIJLAND bereikte reeds in 1911 te Batavia
de eerste goede resultaten met vaccinatie
tegen cholera. Het aantal choleradoden in
Indië daalde van ruim 6000 in 1911 tot 17
in 1920 en 0 gedurende de jaren daarna.
Ouarantainemaatregelen, betere bewaking
der havenplaatsen, verbeterde drinkwater
voorziening (alle grote plaatsen en vele
kleinere plaatsen werden van behoorlijke
en betrouwbare waterleidingen voorzien) en
prophylactische vaccinatie hebben hier hun
zegenrijke werking doen gelden. Toen in
1927 cholera in Batavia dreigde te worden
geïmporteerd, werden met vereende krach
ten in enkele dagen 236.000 personen ge
vaccineerd.
In 1913 waren er in Indië ruim 35.000 geval
len van pokken. In 1942 was het land prak
tisch van pokken bevrijd. Jaarlijks werden
ruim 2 miljoen personen gevaccineerd en
ruim 6 miljoen gerevaccineerd. Gebruikt
werd het z.g. droge vaccin van OTTEN, dat
in vacuum bewaard jarenlang in de tropische
laagvlakte werkzaam blijft en naar de bui
ten gewesten kon worden verzonden met
behoud van werkzaamheid. Hierdoor lukte
het van één centraal punt uit (het Instituut
Pasteur te Bandoeng) een bevolking van
destijds 60 miljoen tegen pokken te be
schermen.
Typhus en paratyphus bleken vanwege het
endemisch voortsluipen onder de bevolking
moeilijker te onderdrukken, hoewel een uit
stekend vaccin op grote schaal werd toege
past. Vele schijnbaar gezonde Indonesiërs
bleken typhusbacillen te herbergen, ver
moedelijk (blijkens een onderzoek te Soera-
baja) ruim 2%. Daarbij kwam, dat volgens
een schatting van DE MOOR in 1936, de
helft der gevallen onder de Chinezen en
van die onder de Indonesiërs niet ter
kennis van de medische autoriteiten kwam.
Dit ales maakte preventieve maatregelen
zeer moeilijk. DINGER e.a. wezen op het
bestaan van een zekere onvatbaarheid,
vooral onder de armere bevolking, die zich
deze waarschijnlijk verschafte door herhaal
delijk baden in met minder virulente typhus-
baccillen geïnfecteerde rivieren. Het merk
waardige feit schijnt dus te bestaan, dat
baden in besmette kali's de bevolking een
zekere immumiteit tegen typhus verschaft.
Amoebendysenterie verspreidt zich in Indië
als regel door het gebruik van geïnfecteerd
water, zoals KUENEN en SWELLENGREBEL
aantoonden. Preventie moet dus gezocht
worden in koken van water, verschaffen van
behoorlijk drinkwater, voorkómen van wa
terinfectie door besmettelijke ontlasting etc.
Bij de verspreiding van de in Indië veel
vuldige bacillaire dysenterie spelen, behalve
het drinken van ongekookt water, ook vlie
gen een rol. Tegen deze ziekte werd
ook met succes een uitstekend vaccin ge
bruikt.
Alle vaccins, die bij de ziektebestrijding in
Indië werden gebruikt, werden, ook in poly
valente vorm, vervaardigd te Bandoeng. Om
de voornaamste te noemen: het Instituut
Pasteur maakte per jaar voldoende koepok
stof voor ruim 10 miljoen vaccinaties; het
maakte per jaar ruim 2 L choleravacc., ruim
65 L typhusvacc., ruim 200 L gemengd chol.-
typhusvacc., ruim 100 L dysenterie vacc.,
ruim 150 L typh.-dys., ruim 300 L chol-typh.-
dysenterievacc, en ruim 600 L pestvaccin.
Beri-beri heeft vele eeuwen lang de volks
kracht ondermijnd. Wij zagen reeds, dat
oudtijds een Frans auteur de ziekte bij de
Hollanders toeschreef aan „te veel bier en
te veel boter". In 1888 dacht men, behalve
aan infectie, ook aan het eten van bedorven
vis, tekort aan eiwitten en vetten, invloed
van ingewandswormen, ook aan overspan
ning en klimaatsinvloeden. Anderen be
schouwden de beri-beri als een soort reu
matiek, die met wrijfmiddelen moest worden
(Lees verder pag. 7)
Ingang van het melaatsendorp te Lao-Si-Momo, zoals het er in de twintiger jaren uitzag. Rechts: het
ontsmettingshuisje.