Mohammed Sjarif, eerste diplomatieke vertegenwoordiger van de Republiek Indonesia na het herstel der betrekkingen In september 1962 komt de overeenkomst inzake Nieuw Guinea in New York tot stand, op 13 maart 1963 kondigt Oe Thant, secretaris-generaal van de Verenigde Naties het herstel der diplomatieke betrekkingen aan. Op 30 maart komt Mohammed Sjarif, tot zijn vertrek uit Djakarta hoofd van het Indonesische directoraat West-Europa in Den Haag aan om op te treden als zaakgelastigde. Zijn komst en die van een Nederlands diplomaat in gelijke functie te Djakarta, luidt een periode van herstel ook op ander gebied in. Om twee data te noemen: op 4 mei 1963 kan de K.L.M. de verbinding met Djakarta weer in haar vliegschema opnemen. Op 27 mei wordt het telefoonverkeer tussen Indonesië en Ne derland hervat. Het handelsverkeer herstelt zich eveneens: het weder inschakelen van tinsmelterijen in Nederland betekent in de eerste acht maanden van 1964 een import ter waarde van 188 miljoen. In omgekeerde richting gaat het nog niet zo vlot, maar dat is in de eerste plaats een gevolg van gebrek aan fondsen, niet van bereidheid om zaken te doen met Ne derlanders of tegenzin tegen hun produkten. Een regeringsgarantie voor credieten tot een bedrag van ƒ.100 miljoen is inmiddels verleend. Deze garantie blijkt eigenlijk al aanstonds veel te laag te liggen, maar zij wordt als een demonstratie van goede wil op prijs gesteld. Mohammed Sjarif, die, wanneer thans tot uitwisseling van ambassadeurs wordt over gegaan, Nederland weer zal verlaten, heeft dus in zijn ambtsperiode wel de wind mee gehad. In belangrijke mate zal zijn voor naamste taak, het leggen en onderhouden van contacten op alle niveaus van de Ne derlandse samenleving hem ook gemakke lijk zijn gevallen dank zij zijn persoonlijke kwaliteiten, waarvan een bijzondere bemin nelijkheid en een groot gemak in de om gang met mensen aanstonds in het oog springt bij ieder, die hem ontmoet. De man, die voor het eerst weer zijn land bij ons Hof vertegenwoordigt is 45 jaar. Geboren op 15 juni 1919 te Tjeribon werd hij onderwijzer, volgde de hoofdactecursus in Bandoeng, spreekt onberispelijk Neder lands, studeerde in Japan filosofie, doceer de vervolgens aan de universiteit van Dja karta, hield zich ook bezig met het muziek onderwijs en kwam in 1952 in de diploma tie. Als zodanig was hij in 1955 reeds korte tijd in Den Haag, en heeft thans de rang van gezant. Ofschoon het voor een af scheid wel wat vroeg is, verzocht Tong- Tong de heer Sjarif te spreken om hem iets te vragen over zijn thans ten einde spoe dend verblijf in Nederland, en vond hem, als steeds, bereid enige tijd voor ons vrij te maken. "Het is", zegt de heer Sjarif terugblikkend op de ruim 18 maanden van zijn verblijf, "een interessante tijd geweest. Ik heb con tact gehad met Nederlanders van allerlei slag politici, ondernemers, studenten, doodgewone mensen". Tong Tong: U hebt zich hier wel thuis ge voeld, geloven we. "Ik heb mij hier uitstekend thuis gevoeld. Vol ernst en moed ben ik begonnen. Ne derland had, ondanks alles wat er gebeurd is, toch een voorsprong op andere landen. Zowel in de geestelijke gesteldheid als op technisch gebied bestond toch ook voor 1963 nog altijd een zekere binding. Van daar dan ook dat Nederland bij de rehabi litatie van Indonesië zo'n grote rol zou kun nen spelen. Rehabilitatie is eigenlijk niet genoeg. Indonesië heeft, althans in tech nisch opzicht, ook modernisering nodig. Kijk maar eens naar de suikerindustrie, bij voorbeeld". Tong Tong: Dat is natuurlijk een zeer kost bare aangelegenheid. "Voor de rehabilitatie en modernisering van twee suikerfabrieken is 100 miljoen nodig Bovendien moet in een aantal bedrijfstak ken de produktie worden opgevoerd. Wij zijn open voor samenwerking met alle lan den, maar er is met Nederland nog altijd een zekere vertrouwelijkheid die de basis moet zijn van goede samenwerking". Tong Tong: De gewenste projecten zijn na tuurlijk niet beperkt tot de suikerindustrie? "Neen, natuurlijk niet. Zij omvatten het ge hele produktieapparaat. Er zijn bovendien een aantal speciale "quick-deal" projecten. Snelle uitvoering van die projecten is een levensbelang voor Indonesië". Tong Tong: Zou dit alles bekostigd kunnen worden uit de credieten tot een totaal van 100 miljoen die de Nederlandse regering garandeerd? Die 100 miljoen zijn bestemd voor 16 pro jecten in de suiker en de palmolie-industrie en voorts voor werken ten behoeve van de infrastructuur, o.a. voor het vliegveld Ke- majoran". Tong Tong: Hoe stelt men zich dan de uit voering van de andere projecten voor? "Door production sharing. Dit systeem, dat het mogelijk maakt credieten terug te be talen uit de opbrengst van het bedrijf zelf is van het grootste belang voor alle ontwik kelingslanden. Zoals het thans gaat bij de internationale credietovereenkomsten moe ten de landen, die daarvan profiteren, be ginnen het crediet terug te betalen voor ze enig resultaat hebben gezien van de cre- dietverlening. Dat gaat eenvoudig niet. Ze hebben daar het geld niet voor. Uit de op brengst zelf moeten de schulden worden betaald. Wij moeten op dit punt zoeken naar samenwerking over de gehele wereld. Wij zijn intussen erg dankbaar voor de me dewerking en de belangstelling, die wij reeds in dit stadium van een aantal Neder landse bedrijven ondervinden Ik denk daar bij o.a. aan de V.M.F." Lees verder pag. 28 "Ik heb me hier uitstekend thuis gevoeld. Vol ernst en moed ben ik begonnen. Hel is een in teressante tijd geweest..." "Die 100 miljoen zijn bestemd voor 16 pro jecten. Snelle uitvoering van die projecten is een levensbelang voor Indonesië..." "Dat komt, omdat men de situatie niet be grijpt en bovendien slechts eenzijdig wordt voorgelicht. Kent U de naam Azahari? Foto's ROGIER 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1964 | | pagina 9