Indonesische kunst in eigen bezit in
het Etnografisch Museum te Delft
EEN WELVERDIENDE
ONDERSCHEIDING VOOR
Dr. P. VOORHOEVE
Wij plegen dikwijls - om mooie dingen te
zien - ver van huis te gaan.
Als je vraagt "heb je nu al de mooie col
lectie porcelein hier in het Gemeentemuse
um gezien?" dan krijg je ten antwoord:
"och neen, daar kan ik altijd nog heen, dat
is zo dicht bij huis. Maar ik zag wel heel
mooi aardewerk in het Kunsthistorisches
Museum in Wenen."
Evenzo verging het mij, toen iemand mij
enige jaren geleden vroeg: ben jij nu al
eens naar het Etnografisch Museum in Delft
geweest? Ik zei toen ook: ach, dat komt
wel eens, dat is zo vlak bij.
Tot ik ineens werd wakker geschud door
een uitnodiging om de opening bij te wonen
van de tentoonstelling "Indonesische Kunst
uit eigen bezit" in het Etnografisch Museum
in Delft.
Het Etnografisch Museum is ontstaan uit
de verzameling die sedert 1864 bijeenge
bracht werd in de "Instelling voor Onder
wijs in de Taal-, Land- en Volkenkunde van
vervolg van pag, 16
bladeren, want het is waar wat Sieven
Brouwer ergens in dit boek zegt: "het is
een periode in mijn leven waaraan ik dik
wijls, ik kan haast zeggen dagelijks terug
denk... omdat het een tijd was waarin je
bestaan teruggebracht werd tot het meest
elementaire..een situatie waarnaar je nu
wel eens terug kunt verlangen". We gelo
ven dat zelfs de rijkste en meest geslaagde
lezer ook zijn momenten heeft dat "de
koekkruimels steken" en het pluche van de
sofa's jeukt. Dan vluchten zijn gedachten
naar de krijgsgevangenschap, toen er nog
tarting was "op leven en dood" van zijn
bestaan als man en mens.
Het is immers dit soort leven dat zo oud
de mensheid is, steeds weer bezongen is
geweest in heldenzangen: de tocht der tien
duizend van Xenophon, de tocht over de
Alpen van Hannibal, de krijgsmansontbe
ringen van Camoens, de tocht over de Be
rezina, de zesduizend mijl van Mao Tse
Tung's legerscharenen de patrouille-
tochten van onze fuseliers in Atjeh. Laat
ons niet smalen op het (helaas zo vaak
onderbetaalde en ondergewaardeerde) hel
dendom: het held zijn is even menselijk als
het laf en zwak zijn. En eist geen blinde
verheerlijking, maar wel eerlijke apprecia
tie. We mogen blij zijn dat wat voor velen
van ons doorstaan is in krijgsgevangen
schap nu eindelijk in een rustig document
is vastgelegd, niet geromantiseerd zoals
een "Hongertocht", niet "verkoffietafeld"
sadja zoals tot nog toe gebeurd is, maar als
een onopgesmukt en "man-tot-man" relaas
...ja, inderdaad, van Heekeren, toch wel
een "relaas". Tong Tong geeft je voor dit
werk een weliswaar denkbeeldige, maar
waarachtig verdiende "gouden songsong"!
T.R.
„De Atjeh-party" door C. van Heekeren, in offsett,
te bestellen door storting van 10,op gironum
mer 168295 van Dr. P. J. v. Leeuwen te Den Haag.
Nederlandsch-lndië", kortweg 'Indische In
stelling' genoemd. De etnografica is ont
staan door schenkingen van o.a. oud-stu
denten.
De collectie heeft een veel bewogen tijd
achter de rug. Na door enige verhuizingen
en slechte behuizing in verwaarloosde toe
stand te zijn geraakt, wilde men de collec
tie in 1951 voor Fl. 12.000,- van de hand
doen. Gelukkig was de gemeenteraad van
Delft zo verstandig om tegen dit voorstel
te stemmen.
De voorwerpen zijn thans gerestaureerd en
de tentoonstelling die hier t.g.v. het 100-
jarig bestaan is ingericht, is klein, maar
bijzonder smaakvol opgesteld. Slechts een
klein gedeelte van de collectie kon worden
opgesteld, maar hierdoor werd dan ook een
verantwoorde opstelling verkregen.
Ik zag daar bijvoorbeeld een houten beeld
je uit Ceram, dat - naar mij werd verteld -
uniek is. Het stelt een vruchtbaarheidsgo
din voor, gemaakt van Samoelihout. Het is
een primitief, maar bijzonder mooi gevormd
beeldje.
Er staat een juweeltje van een draagstoel,
met heel fijn beschilderde panelen, met
voorstellingen uit de Ardjoena wiwaha. En
dan de op doek geschilderde voorstellingen
uit de Ramayana, de palalintangan of as
trologische kalender, waar men wel een
halve ochtend voor nodig heeft om te be
grijpen hoe de tekens en cijfers gelezen
moeten worden en met elkaar overeen
stemmen. Uit de Bataklanden zien we een
paar godenbeeldjes, strak van vorm, haast
modern aandoend.
Verder zijn er prachtige weefsels te zien
uit Soemba en Bali; mooie krissen uit Ma-
doera; maskers, w.o. een prachtig demo
nenmasker uit Cheribon. Evenmin ontbre
ken kunstvoorwerpen uit Celebes, Borneo.
Nieuw-Guinea, de Kleine Soenda-eilanden.
Enfin, ik kan wel aan het opsommen blijven.
Ik heb na de opening deze tentoonstelling
reeds viermaal gezien en ben nog niet uit
gekeken. Dat zegt geloof ik wel genoeg.
Van deze tentoonstelling is een catalogus
verkrijgbaar waarin U een uitgebreide uit
eenzetting vindt van de tentoongestelde
voorwerpen en waarin U eveneens mooie
reproducties vindt.
Tot eind mei 1965 blijft de tentoonstelling
in Delft.
Bent U uitgekeken in het Etnografisch Mu
seum dan kunt U nog oversteken naar de
Prinsenhof en de tentoonstelling "De schil
der in zijn wereld" bezichtigen.
Hier worden werken van Nederlandse en
Vlaamse schilders uit de 15de tot de 19de
eeuw geëxposeerd, zoals Lucas van Ley-
den. Maarten van Heemskerck, Rembrandt,
van Dyck, het bekende doek van Vermeer
"Het Atelier" uit het Kunsthistorisches Mu
seum in Wenen, Ensor, Vincent van Gogh
en de Brackelaer.
Deze tentoonstelling duurt tot 25 januari
1965 en gaat daarna naar Brussel.
Heus, U zult er geen spijt van hebben.
De afstand?Ach, het is immers zo dicht
bij huis!! T.L.
R. H. Volbeda, P. Voorhoeve en de Kepala Negeri
van Sihikkit na het bezoek aan de sarcofaag van
AEK Godang in 1939.
De 11e december 1964 was de bibliotheek
van het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en
Volkenkunde in Den Haag, 's middags voor
het publiek gesloten. Dat was nodig om de
voorbereidingen te kunnen treffen voor
een bijeenkomst van het Bestuur van het
Instituut en een aantal genodigden ter ge
legenheid van het afscheid van Dr. P. Voor
hoeve als Algemeen Secretaris van het In
stituut.
Dr. Voorhoeve is voor vele Indischgasten
een bekende figuur, een taalkundige die -
tijdens een verblijf van ruim 25 jaren onder
de tropenzon - vooral naam maakte als ex
pert in de Batakse talen en bovendien ook
algemeen-wetenschappelijk zeer goed is
georiënteerd. Tijdens de bijeenkomst maak
te Dr. Piekaar, verbonden aan het Ministe
rie van O. K. W., de benoeming van Dr.
Voorhoeve bekend tot Officier in de Orde
van Oranje Nassau, waarop de aanwezigen
spontaan met een hartelijk applaus rea
geerden. Mocht voor velen de onderschei
ding niet geheel onverwacht gekomen zijn,
voor Dr. Voorhoeve zelf was ze een com
plete verrassing! In een toespraak schetste
Prof. Dr. E. M. Uhlenbeck, Voorzitter van
het Instituut, Dr. Voorhoeve als een man
van grote werkkracht, die met zijn uitge-
bereide kennis voor iedereen klaar staat,
maar zelf het liefst op de achtergrond
blijft. "Het doet mij daarom zo'n buitenge
woon groot genoegen", zo besloot Prof.
Uhlenbeck zijn speech, "dat U deze eer te
beurt is gevallen, want zelden is een on
derscheiding verleend die zo volkomen ver
diend is!" MAUS RUGEBREGT.
19