TEGENAANVAL j DANK! "Nederland discrimineert!" zegt een groot Nederlands dagblad en doet dan uit de doe ken hoe Amsterdamse kosthuizen Antillaanse studenten weren. En natuurlijk regende het dezelfde dag opzeggingen van abonnementen en nog weken daarna kwamen nijdige brie ven binnen om te protesteren tegen dit artikel. Want natuurlijk is het NIET waar dat heel Nederland discrimineert. En dat misschien wel een paar honderdduizend lezers het volste recht hebben om tegen zo'n uitspraak te protesteren. Neen lezers, dat gebeurde NIET. En dat gebeurt ook zelden of nooit. Als ik mijn laatste pakket Nederlandse knipselpost doorlees, struikel ik gewoonweg over de "valse aantijgingen", in veel te algemene stijl gelanceerd: 'het schandaal van Elburg" de speculatieve woningtransacties, de 'kik- kermoorden' aan de Leidse universiteit, het 'concentratiekamp' van Eygelshoven, enz. enz. Maar men zegt geen abonnementen op; er komen geen brieven op hoge toon binnen bij de redactie, zo van "Ja maar IK niet" en "IK ben het niet met U eens" en "Herroep dat of ik zeg mijn abonnement op", enz. enz. De doorsnee Hollandse lezer is daarvoor te nuchter en heeft daarvoor ook veel te veel begrip van journalistiek en publiciteit. Men weet heel goed a. men is mede schul dig en "laat men voortaan beter uitkijken", of b. men is niet schuldig en is dan beter gewapend tegen het gevaar van een be paald maatschappelijk euvel. De doorsnee lezer van dagbladen gaat niet bij elk be richt dat hij leest even zitten om een schoen te passen om dan luidkeels over eind te varen: "Die schoen past mij niet! Trek die woorden in!" De gemiddelde lezer maakt in elk geval de hoofdredacteur los van het persbericht en schrijft geen brie ven aan deze meneer in de trant van: "Ik ben het niet met jou eens..." Hoe heel anders staat de Indischman te genover Tong Tong, waar letterlijk geen week voorbij gaat of Tjalie wordt persoon lijk apart geroepen en om rekenschap ge vraagd. In ongelogen acht van de tien ont moetingen begint het gesprek met: "Ik ben het niet (altijd) met je eens, maar..." of. "Ik lees jouw blad niet omdat ik het niet met jou eens ben...". En dat zijn vaak men sen die van hun dagblad of ontspannings blad letterlijk alles slikken en nooit een brief schrijven naar de redactie Of buiten rondvertellen: 'Ik lees dat en dat blad niet, omdat..." Ik zou ze de kost niet willen ge ven die op hun vriendenbezoeken Tong Tong en zijn redacteur regelmatig over de hekel halen - en verder geen enkel hoofd artikel lezen van welk ander blad ook, geen hoofdredacteuren bij naam of in persoon kennen (behalve b.v. Jacques Gans en wij len Pasquino) en eigenlijk evenmin Tjalie Robinson kennen of zijn blad regelmatig en serieus lezen maar toch hun portie "cri- tiek" klaar hebben liggen. Hoe onrijp, hoe kleinzielig op het per soonlijke vlak. En hoe doodgewoon schaam teloos dom. Je kan je af en toe met recht afvragen: wordt de Indischman ooit nog wel rijp voor het Europese leven? Want dit is een typisch Indisch maatschappelijk verschijnsel van lagere orde en een van de oorzaken waarom de pers in Indië zo zel den boven de maat gekomen is. En een van de oorzaken van de roemruchte "revolver- journalistiek", waarbij een krant zich voor het behoud van abonnees vaak moest vloe ken en signaleren en dreigen (zoals dat in het privé leven gebeurde). Je kan aan de borreltafel van de Harmonie, dus in een be perkte kring van goede bekenden, ge-ve- deën over een Gouverneur (die je slecht kent en begrijpt), over een journalist, over een schrijver. Dat is allemaal privé en grijpt (wijselijk) niet in sociale verhoudingen. Maar wie dezelfde bek opzet in een krant, is op de eerste plaats doodgewoon onfat soenlijk, op de tweede plaats destructief voor de maatschappelijke orde, op de derde plaats kleinzielig en bekrompen. Verbeeld je dat dat dagblad al die kost huizen met naam en toenaam in de krant had gezet, aan de schandpaal zogezegd, dan hadden we doodgewoon een stap te rug gedaan in onze beschaafdheidsontwik keling naar de middeleeuwen, waar je ook zondaars in het blok sloeg op het markt plein, ten prooi aan de hoon van het laffe gepeupel! En boet een man voor de zonde van velen - zonden die vaak niet eens zon den zijn, maar een normale ontwikkeling van een denkpatroon. Want dacht U nou werkelijk dat Tjalie Sendiri de hele Tong Tong uit zijn duim zuigt en "borreltafel-ideeën" afdrukt in dit blad? Dacht U nu werkelijk dat ik in dit blad zou gaan kwebbelen, als ik niet zeker wist (door correspondentie en persoonlijk contact gedurende lange perioden met vele honderden Indischgasten) dat bepaalde ge dachten in brede kring bestaan en dat ze zelfs positief aan te merken zijn als psy chologisch of sociaal facet van het Indische denken en leven? Dacht U soms dat ik mij laat voorlichten door Jan-de-lasteraar of Noes-de-roddelaarster? Dan zou Tong Tong al deze jaren gesmuld hebben van gruwe lijke verhalen van de oorlog en van de po litionele acties, van heerlijke schandalen in het oude Indië en de nieuwe Indische ge meenschap in Holland, van knoeierijen en oplichterijen en van heerlijk veel oude vieze koeien uit de sloot. Want dan zijn we toch op het terrein en in de sfeer van de nor male kletskoekerij? Men vraagt mij vaak hoe ik een hele boel dingen DURF te zeggen. Persoonlijk durf ik ze vaak NIET te zeggen of zie er VOOR MIJZELF geen nut in. Maar mijn opi nie is ALTIJD getoetst aan de opinies van onkreukbare, intelligente mensen. En daar bij heb ik vaak andere onkreukbare, intelli gente mensen tegen mij. Maar deze mensen begrijpen dat deze gedachten inderdaad «IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllW Heel hartelijk dank, voor alle kerst- en nieuwjaarskaarten, die j wij in de afgelopen maand van U hebben ontvangen. Heel hartelijk j dank ook voor de vele goede j wensen en de aansporingen om te "POEKOEL TEROES". We doen ons best en zijn het 1 jaar weer met nieuwe moed be- J gonnen. Wat zal het ons breng- en? Veel nieuwe abonnees? Zal Tjalie naar Indonesië kunnen? Twee vragen waarop alleen U, 1 abonné van Tong Tong, het ant- j woord kunt geven. Want het is alleen met UW hulp, dat wij kun- j S nen POEKOEL TEROES! Iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif voorkomen in de Indische maatschappij, dat zij werkzaam zijn en een positieve mate hebben van gelijk, soms tegen een over grote majoriteit van denken in. Zij roepen dus niet MIJ op het stoepje en zijn in elk geval te breed van ontwikkeling en te hoog van karakter om Tong Tong te veroordelen. Wat verder t.a.v. deze aanvallers en af- brekers opvalt is dat zij zo glad en schaam teloos met twee maten meten. Dat Tjalie (gedragen door de mening van duizenden) zegt, dat het tussen Nederland en Indone sië weer goed zal en moet worden, is na tuurlijk verraderlijk, en dat wordt liefst sma lend voorgebracht als "Tjalie wil naar Soe- karno toe". Maar dat b.v. (om twee uiter sten te noemen) Anneke Gröhnloh en Mi nister Luns Soekarno opzoeken, dat is blijkbaar weer fijn. Of ook als men het niet fijn vindt, schrijft men geen brieven of bazuint geen verdachtmakingen uit. Weet U waarom? Omdat je Tjalie raken kan en minister Luns en Anneke Gröhnloh niet. Als je Tjalie en Tong Tong maar goed zwart maakt, worden er veel abonnementen opgezegd en dan gaat dat blad over de kop Waarom dit blad over de kop moet, kan eigenlijk niemand in een eerlijke en duide lijke bewijsvoering aantonen. Het is zuiver een kleinzielige privé kwestie: een buur man wegpesten of zo. De sociale mentali teit waarbij een Du Perron door Zentgraaff werd gemolesteerd in het openbaar en een Dominique Berretty in duizenden huiska mers werd gevild en gevierendeeld, is nog niet voorbij. Want nogmaals: als het werkelijk waar is dat alle zonden van Tjalie en Tong Tong zo zwaar wegen, waarom hebben al de bet weters samen niet iets beters en construc tiefs opgezet om het maatschappelijk be lang te dienen? Waarom zitten deze men- Lees verder pag. 20 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 5