De Chinese filosoof Sun Tzu Wu of: „Het gevaar van de Gele Draak 'Restant Tong Tong Kunstkalender 1965 slechts f 1.90 geïllustreerd door eppo doeve Een sierraad voor uw huis Het formaat is 56,5 x 34,5 cm, uitgevoerd op stevig karton in 6 warme kleuren. Neer te zetten als miniatuur kamerscherm (ook de achterzijde is geïllustreerd in rood en zwart) op bureau of schoorsteenmantel. Gewoon ophangen aan de muur is natuur lijk ook mogelijk. Alle maanden van het jaar staan op één kant, er is dus meteen overzicht. THANS BIJ TONG TONG VERKRIJGBAAR DOOR STORTING VAN f 1.90 OP GIRO 6685 5 ilS Misschien is het wel interessant om naast de regelmatige artikelen die in Tong Tong verschijnen over Chinese zeden en gewoonten, literatuur en filosofie, ook wat te schrijven over andere Chinese wetenswaardigheden. Want het blijft toch moeilijk om naast Li Tai Po en Confucius de Chinese atoombom te accepteren als een realiteit. Wordt de Europese beschaving "opnieuw bedreigd door de Gele Draak"? Weike rol zou China kunnen spe len in Z.O. Azië en hoe zou Indonesië daartegenover moeten staan? Nu kunnen wij geen experts betalen die over China zouden moeten schrijven. Ze zouden verder ook moeilijk verstaanbaar zijn, want een minimum aan historische ba siskennis zou bij de lezers aanwezig moe ten zijn en die is er niet. Laat ons dus pro beren wat wijzer te worden binnen de be perkte kennis van onze lezerskring. Ikzelf heb gelukkig altijd veel belangstelling voor China gehad. Zij die enkele jaren terug de TV-uitzending zagen "Anders dan anderen" herinneren zich misschien dat mijn geschie denisleraar toen voor het voetlicht kwam om o.m. te vertellen dat ik voor zijn vak voor het hoofdacte-examen een 10 gekre gen had. Mijn speciaalstudie: China. Op datzelfde examen was ook mijn speciaal studie voor aardrijkskunde: China. In 'Tjies' staat een verhaal: "De Posteerjacht". waar in ik o.m. vertel van een aantal "vendutie- boeken". Een ervan heet "Chinese Politi cal Philosophy" van William S. Potts. Met dat boek heb ik de hele krijgsgevangen schap rondgesjouwd en er wel wat uit op gestoken. Dat was "toen froeher", maar sindsdien ben ik mij blijven verdiepen in allerlei studies over het oude en nieuwe China. Dit is de wijze waarop de doorsnee stu derende Indischman zonder academisch on derwijs maar vooruit moet komen in deze onbegrijpelijke wereld. Daarom vertel ik het En ik voeg eraan toe, dat ik juist daarom er van bewust ben maar bitter weinig af te we ten van enorme, ingewikkelde Chinese cul tuurhistorie. Toch kan ook 'n leek met be perkte kennis voldoende kijk krijgen op het wereldgebeuren om althans voor zijn ge wetensrust wat meer samenhang te zien. Veel "momohs" verdwijnen en het volgen van de grote gebeurtenissen in de wereid wordt wat gemakkelijker. Ook verdwijnen heel wat ongemotiveerde angsten (ook al denkt de hele wereld anders), maar worden ook heel wat "zekerheden" minder positief. Laat ons een paar "eeuwige vraagtekens" eens rustig onderzoeken: Is de "Chinese Draak" WERKELIJK zo'n gevaarlijke, krijgszuchtige natie? Bij een wat langer studie van mythologie en historie (oud en nieuw) vindt men het volgende: Allereerst het beeld van de Draak, in Europa is de draak een notoire mensenverslinder en maagdenrover. Altijd zo geweest (St. Joris, Siegfried). Wie dus de Chinese draak westers beoordeelt, heeft recht bevreesd te zijn. Maar wie Chinese mythologie bestudeert, vindt dat de Chine se Draak een benevolente figuur is, een symbool voor levenskracht, de schenker van leven, en van licht aan het universum. Er zijn draken die onder de aarde leven, maar er leven ook draken in de hemel. Als hij "rot doet", neemt hij alleen maar ge rechtvaardigde wraak. Hij is dus niet het symbool van de Dood, maar van het Leven. Misschien moeten we vele gebeurtenis sen in het Oosten bekijken door een "Chi nese bril" om een betrouwbaarder kijk op de werkelijkheid te hebben. Misschien is men nu geneigd om ongedul dig uit te roepen dat sprookjes sprookjes zijn, en de werkelijkheid werkelijkheid is. En die hebben niets met elkaar te maken. Wie echter een grondige studie maakt van de sprookjes-symboliek, die zal het reëele Europa terugvinden in vele Griekse mythen en sagen, in Gargantua en Pantagruel, in de sprookjes van Perrault en Grimm en Andersen en zelfs in die Tante Knuf-sprook- jes over kabouter Puntmuts en konijntje Piepzak van de krant). (Europa op zijn smalst). Die vindt de realiteit van het Mid den-Oosten en van de hele mensheid zelfs in de verhalen van Sheherezade...en China in zijn mystiek en sprookjeswereld. Soms schijnt de werkelijkheid tegenstrij dig. Europa rilt nog als het denkt aan het binnendringen van "de gele horden" over de Oostgrens. Maar wie de historie rustig bestudeert, weet dat dit de Hunnen en Bui ten-Mongolen waren (Atilla, Djhinhis Khan), waarvan de laatste ook China vanuit het Noorden binnendrongen...en heel vreed zaam door China werden "opgegeten". Niet alle geelhuidige mensen met de bekende "oogplooi" zijn Chinezen en we willen Chi na leren kennen immers? Dan moeten we eerlijker en zuiverder onderzoeken. In de historie zal men ook geen Chinese wereldveroveraars tegenkomen als Napole on, Alexander, Hannibal, de Romeinse cae- saren, de Iberische Conquistadores, geen Saladin, geen Soeleiman en geen Tariq. Terwijl schijnbaar alle andere volken ter wereld aspiraties hebben gehad om de we reld te veroveren, is China altijd tevreden geweest met zijn statische positie van Rijk van het Midden (een veelbetekende naam). Wanneer buiten de grenzen werd geope reerd, was het altijd in strafexpedities, die waren uitgelokt. China heeft o.m. een straf expeditie naar het rijk Singosari uitgerust op het eind van de 13de eeuw, maar wie zou het niet doen, die zijn gezantschap te rug zou zien komen uit den vreemde met afgesneden oren en neuzen? Wie echter een aantal van die strafex pedities- bestudeert, merkt dat China zich na een paar mislukte expedities rustig te rugtrok en nooit doorzette. Vergeldingsoor- logen op basis van oog om oog, tand om tand, kent de Chinese buitenlandse krijgs- historie niet. Ik kan me indenken, dat dit de doorsnee lezer niet rustiger stemt, want wat niet was kan nog komen. En wie de jongste historie Lees verder pag. 8 i f f a 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 7