Willem Rooseboom
De moord op Dr. Thiel
Geboren Amsterdam 9 maart 1843
Overleden 's-Gravenhage 6 maart 1920
Ik weet niet waar ik sterven zal
Hij werd geboren als zoon van J. Roose
boom en vrouwe F. F. Waller. Na de lagere
en middelbare school te hebben doorlopen
werd hij in 1857 als cadet geplaatst en in
1861 benoemd tot 2e luitenant der Genie.
Na te zijn opgeklommen tot 1ste Luitenant
in 1864 en kapitein in 1872, volgde in 1874
plaatsing bij de generale staf, met gelijktij
dige benoeming tot leraar aan de Hogere
Krijgsschool.
Wegens verkiezing tot lid van de Tweede
Kamer in 1884 werd hij op zijn verzoek tij
delijk op non-actief bij het leger gesteld.
Hij vervulde het Kamerlidmaatschap van
1884 tot 1891, en maakte intussen promo
tie tot majoor (1885) en overste (1890). Het
volgende jaar trad hij weer in actieve dienst
en werd directeur van de Hogere Krijgs
school. In 1894 werd hij kolonel bij de ge
nerale Staf.
In 1897 werd hij generaal-majoor en com
mandant van de stelling Amsterdam.
Intussen had hij zitting gekregen in een
tweetal commissies, die een onderzoek
moesten instellen naar de staatsrechterlijke
verhouding van het Indische en het Neder-
Vervolg van pag. 7
bouwen die Trouw, Branie en Ondernemend
verder dragen zullen door de wereld als
wij allen, die nu nog piekeren over het
"Waar zal ik sterven?", eens gestorven
zullen zijn. No matter where, no matter how.
Flakkerend gaat de kleine kaarsvlam van
de Indo-familie door de Nacht der Tijden.
Dat er altijd handen mogen zijn om die
kaarsvlam te behoeden. Of alleen de inge
houden adem van een verlaten Indo-meisje:
"Ga niet uit...ga niet uit...l"
Want, weet U, er is altijd Eén Die hoort.
T.R.
Het adres van de Te Kamps is:
2804y2 NW 11 th Street, Oklahoma City 7
Okla. USA.
landse leger en naar de mogelijkheid van
samensmelting der beide officierskorpsen.
Bij Koninklijk Besluit van 17 Juni 1899 werd
Rooseboom benoemd tot luitenant-generaal
a la suite en Gouverneur-Generaal van Ne
derlands Indië. Hij voerde de landvoogdij
van 3 October 1899 tot 1 October 1904.
Zoals verwacht kon worden trok hem voor
al versterking der militaire positie van Indië
aan. Kort na zijn optreden maakte hij een
reis over Java, om persoonlijk te kunnen
constateren welke maatregelen nodig waren
ter verdediging van Java tegen een buiten
landse vijand. Gevolgen van dit onderzoek
waren de bouw van enkele forten en betere
organisatie van het leger, inrichting van de
stelling Bandoeng en een kring defensie
werken om Batavia. Uit volle overtuiging
steunde hij Van Heutsz bij de vestiging van
het Nederlandse gezag op Atjeh, legde een
militaire post op Merauke en zond enige
expedities uit tot herstel der rust of voor
machtsvertoon op de Buitenbezittingen. Ern
stige zorg baarde naast Atjeh alleen Djambi,
waar de wegens onbekwaamheid afgezette
oude sultan Taha met succes een guerilla
in de bovenlanden voerde. Hier leidden de
maatregelen der regering niet tot het ge
wenste resultaat en zou eerst onder Van
Heutsz het Nederlandse gezag definitief
worden gevestigd.
Van de voornaamste niet-militaire maatre
gelen tijdens Rooseboom's bewind noemen
wij: een nauwgezet onderzoek naar aard en
omvang van de desadiensten; invoering van
pandhuizen en opium verkoopplaatsen door
het Gouvernement zelf, dus met uitschake
ling van de Chinese pachters. En vooral de
instelling ener commissie van onderzoek
naar de oorzaken van de mindere welvaart
der bevolking op Java en Madoera (1902).
Na terugkeer in Nederland trok Rooseboom
zich uit het openbare leven terug. Hij over
leed op de 6de Maart 1920 te 's-Graven
hage. J.C.H.
24 Februari 1965, 7 uur in de morgen.
Ik luister naar de nieuwsberichten en krijg
de schrik van mijn leven bij het horen van
het volgende terloopse berichtje:
"Een Nederlandse arts in Tanga (Tanza
nia), Dr. F. W. Thiel, is vermoord. Men vond
hem in de garage. Zijn vrouw heeft zich in
veiligheid kunnen stellen door naar de naaste
buren te vluchten"
Massa's mensen, blank zowel als zwart,
zijn in de afgelopen jaren in Afrika ver
moord. Of zomaar verdwenen, spoorloos,
als door het donker werelddeel opgeslokt.
Die dingen zijn vreselijk om te horen of te
lezen, maar verder doet het ons eigenlijk
niet veel. Tenzij het familieleden of vrien
den betreftl Dan treft het, zoals het bericht
over Dr. Thiel me trof. Want Dr. Thiel is
een abonnée van ons blad. Wij kennen hem
slechts uit zijn schaarse correspondentie,
maar net genoeg om hem ten zeerste te
kunnen waarderen; net genoeg om te we
ten dat Dr. Thiel na jarenlange practijk in
dat land, als zovele duizenden onder ons,
Indonesië heeft moeten verlaten. Met het
zelfde weke plekje in zijn hart voor het
Rijk der Duizend Eilanden!
In de laatste tijd, vier jaren lang, ver
bleef Dr. Thiel te Dar es Salaam, verbon
den aan het Medical Department van de
Kilombero-Estate-Sugar. Driehonderd kilo
meter van de bewoonde wereld, in de bush,
werd hem te machtig, en hij vestigde zich
als "particuliere pil" (z'n eigen woorden)
te Tanga, Tanzania.
En nu citeer ik uit een brief:
"Een klein plaatsje dat me heel erg doet
denken aan een binnenplaatsje op ]ava, zoiets
als Malang. Tanga ligt daarentegen aan zee,
aan een prachtige baai. Vooral de omgeving
doet me heel erg aan Indië denken, veel mang-
ga- en nangkabomen, en er schijnt hier ook
doerian te groeien. Ik heb al besteldl"
Proeft U het heimwee naar dat andere land
waar wij óók weg moesten.
Dr. Thiel was een verwoed Tong Tonger,
blij als een kind met ons blad. Zoiets te
weten, geeft ons altijd moed, de moed om
die "gekke Tjalie", met zijn idealen en zijn
typische principes, trouw terzijde te blijven
staan, ook al ben je het vaak niet met hem
eens. Het zijn abonnées als Dr. Thiel, ver
spreid over de hele wereld naast de dui
zenden hier in Nederland, die een stimulans
voor ons zijn. Al die waarderende woorden,
uit Amerika, Afrika, Australië, zelfs uit Ja
pan, en India, of de Philippijnen, zij bewij
zen dat ons blad gretig gelezen wordt en
dat men vergoelijkend kan denken over de
fouten, die wij (natuurlijk) maken.
Wij treuren om Dr. Thiel. Wij zullen hem
missen, want hij was één van onze beste
"boengs". Zijn heengaan is voor ons een
groot verlies!
Wij zijn met onze gedachten bij zijn vrouw
en wensen haar de "sterkte" toe, die alleen
God haar geven kan. NOES
Willem Rooseboom
8