t Jos. van Arcken t
E. J. MONTFOORT ZOON
Si Kabajan, de Soendanese Uilenspiegel
Brutaal
J. B. G. VERBURGT
1 FA. JAC. JEHEE ZN.
Op een keer had Kabajan geen geld. Dat
gebeurde nog al eens een keer, want hij
was een zieltje zonder zorgen en aan wer
ken had hij een broertje dood.
Zijn vrouw, Ni Baja, kon echter niet zon
der huishoudgeld, en zij schold hem daar
om dan ook de huid vol. Hij had maar te
zorgen dat er geld op tafel kwam voor rijst
en gezouten vis. Si Kabajan zette een erg
onnozel gezicht, maar zijn vrouw hield voet
bij stuk: "Geld, Si Kabajan! Geen geld,
geen eten!"
Goede raad was duur. "Weet je wat",
dacht hij bij zichzelf, "Ik verkoop mijn buf
fel. Het is jammer, want nu moet ik zelf
mijn rijstveld omspitten. Zo erg is dat nu
ook weer niet, ik heb toch immers geen
rijstveld".
Het ergste was natuurlijk, dat hij ook
geen buffel had. Toch had hij het in zijn
hoofd gezet het dier te verkopen. Een moei
lijk geval inderdaad, doch hij zou Kabajan
niet geweest zijn als hij er niet iets op ge
vonden had. Het was zo eenvoudig moge
lijk, als je er eerst maar op kwam.
Aan de rand van de ravijn woonde de
slager. Die had de vorige dag een buffel
geslacht, die aan koliek was gestorven. De
reusachtige kop met de breeduitstaande ho
rens lag nog in zijn slachthuis.
Wij woonden toen in een immens groot, oud
landhuis met een verdieping er boven. Bo
ven de voorgalerij dus een soort balcon.
Van hier kon men niet naar beneden kijken,
het uitzicht werd belemmerd door een zin
ken afdak. Het was diep in de nacht toen
mijn ouders gewekt werden door een enorm
gebons op de deuren beneden. Mijn vader
sloeg zich dapper door de klamboe heen,
begaf zich op het balcon en riep naar be
neden: "Is daar iemand?" Geen antwoord,
doodse stilte. Een maal weer terug in bed
begon het bonzen opnieuw, nu nog harder,
het leek wel of er een bende rovers voor
stond, die zich hoe dan ook toegang wilden
verschaffen. Toch wel brutaal om hun po
gingen niet op te geven, hoewel nu bekend
was dat de bewoners wakker en thuis wa
ren! Mijn ouders gingen weer op het balcon
staan en riepen nu samen: "Is daar ie
mand? Siapa ada? Mau apa?"
Weer stilte. Niets. Zij wachtten een poosje,
en ja hoor, er werd weer op de deur ge
beukt, de trillingen drongen door de vloer
heen. In stijgende ongerustheid keken mijn
ouders elkaar aan. Vader klemde vastbe
raden zijn lippen op elkaar, schreed naar
het nachtkastje, nam zijn pistool er uit. Nu
slopen beiden behoedzaam naar beneden,
het bonzen was weer hervat doch hield ab-
rubt op toen mijn moeder haar slofje ver
loor en enig gerucht maakte. Mijn vader
sloop naar de deur, draaide bliksemsnel het
slot om, rukte de deur open, stak het pi
stool door de kier en schreeuwde: handen
omhoog!!!
Daar stond onze hond, vriendelijk kwispe
lend, lachende ogen en tong uit de mond.
Hij was wat laat thuisgekomen van een
feestje. R.C.A.
"Kan ik die kop van je kopen, slager?"
"Als je geld hebt wel, Kabajan".
Hij had geen geld, maar wel goeie woor
den. O, Kabajan had zo véél woorden; er
kwam geen eind aan.
De slager luisterde en voelde wel, dat
Kabajan maar wat zwetste. Toch stemde hij
erin toe, het geld later te ontvangen.
Met de buffelkop ging Kabajan naar de
kraal achter het huis en zette hem in het
stro. Het leek of er een hele buffel lag.
Jammer, dat er geen leven in de buffelkop
zat. De aanstaande koper zou zeker denken
dat hij dood was. Voor Kabajan was dat
echter iets, dat gemakkelijk te verhelpen
was. Hij had wel voor hetere vuren gestaan.
Kabajan nam zijn schepnet en ging naar
de kali. De vissen schenen onmiddellijk te
begrijpen dat Si Kabajan hen nodig had.
Gehoorzaam zwommen ze daarom in zijn
net. En met die vissen blies Kabajan de
buffel leven in. "Wat beweegt, leeft", dacht
de slimmerd. Hij stopte de vissen in de
dode buffeloren, de vissen bewogen werke
lijk, en de oren bewogen mee. Een sufferd
zou zijn buffelkop kopen en denken, dat hij
een levende buffel had.
De koper kwam en de oren bewogen, zo
als Kabajan had voorzien. Ach, het was
aandoenlijk zoals ze hun best deden Kaba
jan uit de nood te helpen. De koper, op een
afstandje, deed een goed bod. Si Kabajan
sloeg toe en ging met het geld aan de haal.
Si Kabajan had nog andere manieren om
aan geld te komen. O, hij zat vol invallen.
Onder allerlei voorwendsels leende hij,
waar hij maar wat los kon krijgen. Terug
betalen deed hij nooit.
Eens zat hij heel lelijk in de knoei. Meest
al wist hij zijn schuldeisers wel te paaien
met zijn gladde tong, maar deze keer had
hij met een kwaaie te doen. "Mijn geld",
zei deze, "of anders zul je wat beleven".
Nu, Si Kabajan beleefde al genoeg. Hij zon
daarom op middelen om van de man af te
komen.
"Hoor eens, vrouw", zei hij, "Straks komt
hij".
"Wie?", vroeg Ni Baja, die niet al te
snugger was.
"De man,die geld van me hebben wil".
"Welke is het?", vroeg de vrouw weer.
"De kwaaie, vrouw".
"Wat moeten we doen. man?"
"Dat zul je zien. Maak je geen zorgen".
I Voor t
1 OMEGA HORLOGES I
I naarI
I Laan van Meerdervoort 520 4
j Den Haag - Telef. 33 64 41 j
De vrouw zag het en maakte zich grote
zorgen toen hij zijn lichaam met gom in
smeerde en zich in de veren rolde.
"Ik ben de wondervogel van de sultan",
zei hij.
"Alles goed en wel, man, je bent de won
dervogel van de sultan. Maar als hij komt,
die kwaaie, wat dan?"
"Dan zeg je dat ik naar de kraton ben
om het loon te beuren voor het bewaren
van de wondervogel en dat ik hem daarmee
betalen zal".
"Maar je bent niet naar de sultan".
"Neen, ik ga er niet heen ook".
Meteen kroop hij in een soort hok en
beval zijn vrouw de deur te sluiten.
Toen Ni Bajan een beetje van de schrik
bekomen was, kwam de kwaaie schuldeiser.
Hij zag er niet naar uit dat je hem knollen
voor citroenen kon verkopen. Van verre
riep hij al dreigend: "Mijn geld!"
"Mijn man is er niet".
"Dat ken ik, maar ik laat me niet meer
wegsturen".
"Maar U krijgt Uw geld".
"O ja? En waar haalt hij dat vandaan?"
"Uit de kraton. Hij krijgt het van de sul
tan. Voor het bewaren van de wondervo
gel".
De schuldeiser werd erg nieuwsgierig.
"Bewaren jullie een wondervogel? En
voor de sultan nog wel?"
De vrouw knikte. Ze deed alsof ze het
gesprek als afgedaan beschouwde, maar de
man wilde meer van het geval weten. Die
wondervogel zou hij dan toch wel eens wil
len zien.
"Dat kan", antwoordde de vrouw, '"Maar
bereid je op het ergste voor, want er ge
beuren ongelukken".
"Ik ben voor de Satan niet bang, laat
staan voor een wondervogel", pochte de
schuldeiser.
Maar toen Ni Bajan de deur ontsloot en
de gevederde Kabajan met klappende vler
ken op hem afvloog, slikte hij de rest van
zijn woorden in en sloeg op de vlucht.
JCH.
(voorheen begrafenisondern. te Djakarta)
thans bedrijfsleider: Begrafenis ondernem.
Ahornstraat 51 - 's-G rave n ha g e Tel.: 332288
mumhuiminimummum:in
GRAFMONUMENTEN NATUURSTEEN
Toonzaal: TORENSTRAAT 82
DEN HAAG TEL. 60.0746
tniiiiinHiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiinniiniiiiiiiiiiiHiiiiiiitiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiinuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinsiiunmiinniuiiiiiiHniHnniininminHniiiHiimiminin'Himnninlni»""»»!"!!1'!1!!1