Louki de Man-de Vicq I ,e'- 1 PASAR MALAM tong-tong 30 juni, 1 juli 2 juli en 3 juli 1 In HOUTRUST Den Haag In de roman "Metamorphose" van Louis Couperus komt men een HéLèNE DE VICQ tegen. Louki, die Couperus "afgodisch bewonderde" had - toen zij hoorde dat hij in 1921 naar Indië zou komen - hem en zijn vrouw te logeren gevraagd op de s.f. Tjepper, waar haar man administrateur was. De Couperussen, die eerst de invitatie hadden aanvaard, logeer den tenslotte officiëler bij Resident Harloff van Solo, maar zij brachten een bezoek aan Tjepper. Uit die tijd dateert een brief van Elisabeth Couperus uit het Hotel des Indes en een telegram van Couperus uit Djocja, dat ik in haar documentatie fotomateriaal, zorg vuldig bijgehouden als herinnering aan de "Indische jaren", tegenkom. Louki vertelt mij: "Met die humoristische tinteling in zijn donkere ogen zei Couperus: "Ik heb Uw naam geleend voor een figuur in mijn roman "Metamorphose" waarop ik, naar de rij Couperusboeken in mijn kast kijkend, wel door de grond had kunnen zin ken. Juist "Metamorphose" bezat ik niet en had ik niet gelezen. Tableau!" De familie de Man werd voor alle avonden, ter ere van Couperus gegeven, geïnviteerd; diners bij de Resident, Serimpi-uitvoering in de Kraton, Wajang Wong voorstellingen bij de Mangkoe Negoro, met tot slot een avond in de sociëteit van Solo, waar Couperus uit eigen werk voordroeg. "Hij sprak precies zoals hij schreef. Nooit daarna heb ik onze taal zo mooi gevonden als toen ik naar hèm luisterde". In 1934 - wegens de malaise was de fabriek gesloten - vertrok de familie de Man voor goed naar Holland en vestigde zich op het toen nog statige Nassauplein, het plein waar eens Eline Vere woonde. Het ruime huis van de Mans op het Nas sauplein ademde een bijzondere sfeer, die Louki met haar smaak en liefde voor inte rieur altijd wist te bereiken. Mooie Chinese meubelen waren in harmonie met ander an tiek geschikt. "Interieurkunst" was éen van haar hobbies, want ondanks haar grijze ha ren heeft zij een enorm "joie de vivre" en vele liefhebberijen. Jarenlang beoefende zij in Indië haar vioolspel, in Holland ging zij weer tekenen en boetseren. Met haar in tense spirituele interesse verdiepte zij zich in occulte en mystieke richtingen. Haar huis was de laatste jaren Subud - centrum. Hlllllilllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllil HOBBY Toen Carla Catalani ons dit interview g I met Mevrouw de Man kwam brengen, 1 toonde zij ons ook enkele bijzonder 1 fraaie vergrotingen van Indische foto's. J "Fotograferen is één van Mevrouw de 8 Man's vele hobbies", vertelde Carla, jj 3 "in het huis op het Nassauplein kon je i haar, als zij "zoek" was, meermalen in I 1 de donkere kamer op zolder vinden, waar zij ook haar vergrotingen maak- Eén van die foto's is ditmaal de voor- i plaat van Tong Tong, zodat onze lezers 1 met eigen ogen kunnen zien, dat deze g i hobby van Mevrouw de Man beslist 3 1 geen amateuristisch tintje meer heeft. I REDACTIE. In Indië geboren en getogen voelt zij zich meer Oosters dan Hollands. In oude cou ranten ben ik ook nog artikelen van haar tegengekomen, geinspireerd op de vele rei zen die zij maakte: in de Locomotief, medio 1923 "Reisdagboek van een Verlofgang ster", in '31 "Chinees Tourisme", in het Soerabayasch Handelsblad en in de Java- Bode "Voetstappen in Britsch Indië". Na de dood van haar man (haar enige zoon woont in Rio de Janeiro) vestigde zij zich in Menton, in een appartement waar men een prachtig uitzicht heeft zowel op de al tijd blauwe zee als op de olijfbossen aan landzijde. "Mijn flat lijkt, met zijn roodmarmeren vloe ren, op de Besaran van Tjepper. Mijn LO- HAN is hier heel tevreden. Menton doet mij een beetje aan Indië denken, de bergen, de onvoorstelbaar-mooie zonsondergangen. En je vindt hier zelfs temblè-an..." Wanneer ik haar vraag naar haar relatie met Maria Dermout, vertelt zij: "Mijn ouders waren intiem bevriend met Maria's ouders. De keren dat we op de s.f. Redjo Sari logeerden, bij tante Heieen en oom Frits, behoren tot mijn dierbaarste kin derherinneringen. Maria was ouder dan ik. Pas véél later vonden we elkaar terug, toen haar stiefmoeder met mijn vader trouwde. In de oorlog evacueerden de Dermouts naar Arnhem en wij naar Hagestein aan de Lek. Daarheen stuurde Maria mij haar manus cript van "Nog pas Gisteren" dat mij zeer aangreep. Het was immers zózeer verweven met mijn eigen jeugd, ik kénde het allemaal. Oerip bestond werkelijk en heeft ook met mij gespeeld. Dit manuscript ging verloren toen Arnhem gebombardeerd werd en Maria moest vluchten. Later herschreef ze het, voor zover ik kon beoordelen, "woordelijk". Als we het moeilijk hadden, plachten wij te zeggen "Wij zijn toch eigenlijk zusjes, hè?" Ik hield erg veel van Maria". "Wat is je prettigste herinnering aan In dië?" "Dat waarnaar mijn hart het sterkst uitgaat: die onuitsprekelijke sfeer van het Indisch bestaan; de "dagsfeer" van vele fabrieks- geluiden, de riettuinen, het intens harde werk van de mannen, de zoete lucht van melasse, de goudgroene sawahs, de Merapi en het Zuidergebergte blauw en purper... Een katjong op de rug van een karbouw, mijn tuin met zijn spel van zonlicht en scha duw, het gekoer van 'n perkoetoet; naast de zijgalerij de enorme ficus met zijn zuilen gangen, waarin slangen huisden. Buiten al deze impressies, de droomsfeer, 'n manga boom omwonden door een slingerplant met grote gescheurde bladeren en waarin, vol gens mijn Wongso, zeven devaatjes huis den die dansten in de maneschijn, de zwarte gendroewo in de kenangaboom, alle verha len over geesten en spoken, de pontianak, Njai Loro Kidoel, de bijna onaardse zilver helle manenachten met de geur van tjem- pakka of gandasoeli, wanneer het leek of de sluier tussen dit leven en het ongeziene, spirituele zó kon wegvallen, de wierook op de Donderdagavond, de bronzen gamelan klanken uit de kampong, die ik vaak nog heel reëel hoor, de droomstille gebaren van de Serimpis... ach te veel om op te noemen maar allemaal componenten van die geheim zinnige sfeer die je "magisch" zou kunnen noemen en die je in Holland totaal mist". "Zou je terug willen?" "Je kunt toch nooit "terug"? Behalve in je herinnering. Alle huizen van Tjepper en ook onze besaran zijn met de grond gelijk gemaakt is me verteld. Maar of ik Indië zou willen bezoekenAls ik jonger was, ja. Dan zou ik geconfronteerd willen worden met het nieuwe dat daar groeit. Daarom hoop ik dat Tjalie Robinson erheen zal gaan en er ons veel, heel véél van zal vertellen. Tenslotte raak je Indië nooit kwijt. Het zit in je bloed. Maar bovenal in het hart" Dat zij Indië nooit is kwijtgeraakt, bewijst de poëtische alinea, waarin zij over Indië vertelt, dat zij ruim dertig jaar geleden ver liet. Zuivere impressies die mij het idee gaven of ik naar iemand luisterde die "nog pas gisteren" daar op de s.f. Tjepper de bronzen gamelanklanken uit de kampong hoorde. CC. yjjiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiKiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiNj iniiiiiiiiniiuiiiiiiKiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiimniiiiimiiaiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiH Mevrouw de Man vertelt van haar herinneringen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 8