INCIDENT
Tjal
Indo
ie s reis naar
nesie
Jos. van Arcken
Voor
Medan, (voor de oorlog), Pakhuisweg bij
Deli Courant, 5 uur nm. Alles is zeer vre
dig. Je zou haast zeggen, van een vredig
heid die incidenten veelal vooraf plegen te
gaan.
De lange schaduwen van de borren, de to
ver van het zachtgouden licht van de avond
zon, de verwachting van een koele, droge
avond, als de troostende hand van een zeer
geliefde, na de verleppende, hittezatte na
middag.
De woelige stroom van werkers, uitgekotst
door kantoren, fabrieken en gudangs, was
op de viersprong van de Sedangweg ver-
kolkt. De stofwolken waren vermoeid neer
gezegen, na de zoveelste opwaai van den
dag.
Aan één van de bushaltes Medan-Belawan
vv. de gebruikelijke rij betjaks, de bestuur
ders in gemakkelijke houding op of nabij
het zadel, of in zéér gemakkelijke houding,
meer schilderachtig dan sierlijk, uitgestrekt
in hun passagiers-accomodatie, wachtend
op de prooi die hun door de bus zal wor
den toegevoerd. Alles loom en apatisch,
maar behagelijk.
In de verte het "kwiewie-tottot" van het met
meesterhand bespeelde bromfietstoetertje
van de bus uit Belawan. Actie in de rijen
der betjakvoerders. Vakkundig worden kuit
spieren gerekt, ruggen gebogen en gestrekt
hoofddeksels vaster aangedrukt of meer
achterop gezet om straks de ontwikkeling
van het maximaal vocaal vermogen zo min
mogelijk in de weg te zitten; de voorberei
ding voor het rituaal van de-werving-van-de-
klant, dat over enkele seconden taterend
zal losbreken, in een pandemonium van
aanprijzen, loven-en-bieden en bliksemsnel
le betjak-manoeuvres.
Met loom gebaar nadert de bus, met uit
puilende kajuit en volslagen onbestaanbare
deklast. Voor hij stilstaat is de ladingmees-
ter al op het dak en de lossing begint. De
passagiers die nog niet uit kunnen stappen
beijveren zich, uit het raampje hangend,
hals verdraaid, luidkeels in het geven van
aanwijzingen ,op welke wijze zij hun kran-
djang, fiets of bungkus wel graag zouden
zien afgeladen. Het is allemaal zeer luid
ruchtig, nerveus, energiek en opgewekt.
En dan gebeurt het!
Er is een gezelschap Sikhs uitgestapt, Indi
ase heren, met hoge tulbanden, indrukwek
kende, brede, zwarte baarden, machtige
torsen in doorzichtige zijden hemden, spille
benen in onverschillige dunne broeken.
Bij deze gelegenheid schijnt er verschil van
mening te zijn ontlaaid. Niet ontstaan, zoals
een gewone petroleumbron die in de fik
vliegt, nee, bepaald ONTLAAID, als napalm.
Het klinkt overal bovenuit, hoog, fel, heet,
met uitschieters van niet te temmen ge-
moedsdoorbraken.
De chauffeur heeft ruzie met een van de
Sikhs en schijnt aan de verliezende hand
te zijn. Hij maakt wilde, maar niet-overtui-
de mondbewegingen. De Sikhs raast krach
tig door in zijn moedertaal. De vooruit ge
stoken baard beweegt groot en heftig,
zwaar spannen de aderen langs de sterke,
zwarte, in de bus teruggestoken hals. Veel
zeggende gebaren van de handen uit de
fladderende mouwen buiten de bus, zelfs
de hemdslippen hebben deel aan deze on
stuitbare ejaculatie van gevoelens.
De woorden zijn niet te verstaan, maar de
tóón...! Dit is geen toon meer, maar een
baar visioen!!! Lange rijen van destijds eer
bare voorgeslachten trekken langs, naakt,
beschaamd, onteerd, roodgestreept met
eindelijk-onthulde schande... Generaties
van ongeboren nageslachten krullen zich
weer ineen, verpoppen, verpulveren, ver
worden in het laaiend aangezicht van deze
verontwaardiging.
Hij legt het af, de chauffeur. Hij stuiptrekt
Waar het merendeel NIET in heeft geloofd is door 1523 abonnees waar gemaakt:
het reisfonds van Tjalie is de eerste mijlpaal, de 10.000,gepasseerd. Op 22
april j.l. was er f 10.296,68 gestort.
Bravo! Hoewel vaak het tegendeel beweerd wordt is hiermee bewezen, dat de In
dische groep gezamenlijk tot veel in staat is.
Beste abonnees, behalve Uw geldelijke bijdrage was ook Uw morele steun voor
ons in de afgelopen maanden van onschatbare waarde. Wij zullen U daar altijd
dankbaar voor blijven.
Bijgekomen vanaf 19/3 t/m 22/4 '65.
f 1000,—: B O S.*); f 100,—: Mw. A.J.; f 25,—
L D Prof. Dr. C.deL., Gr.Reel.Bur. Pv.B.S.,
Mw. C D.-O., f 17,50: L.K.; f 14,— W H
f 10,—: J.K., A.F Dr. M.W., Mw. G.J-0„
Mw G.v.L Ir. W.Br.v.SI., N T., Mw. J.O-S..
C.deR A.CI W.M.. Anth.P.V., Ir. F.B., H.L.,
Mw. H.H.-R., Mw. J.deW.-deJ.Mej. J A., Mw.
L.T., A v.d.St Dr. J V Mej. A B Mw. N.Z.-
v.D J L H.H W.M Mr, A.W., Mw. A.v.
W.-B.W B., M.K G.Kr.; f 6,25: E.E.; f 5,—:
Mw W.H-v.S., L.M., L.v.d.SL, H.v.H., Mw.
M.L.-E Mej. N.W., H.K., M.Br.H., C D K K„
J BI., Mr. M O W., P V M.J., Mw. F B-v D
J.O W.H., M.Br., M.B.E P.St., Mw. A.v.d.Br.
-R., W A M D M.M., Mej. L.B., A.v.W., K.
Br., J.Th., AC., L.S., Mw. I S.. A.v.D., E.Sch.,
C.M., H.Tr., H.E.v.W., F.Str., H.P., J.BI., J.W..
A.Vr.H.B.Mw. A.T.-S., J.B., Mej. G.deV..
Hotel de la P. Mw. E.C.-S CM.. V.KI.;
f 4,— A.Sch. Mw. XdeK.-B P.Sm.; f 3,75
J.G.; f 3,50 MP, f 3,—: O.v.R Drs. D.deH.,
M.B.B J.D., f 2,50: H.S J.v.d.V., W.deCh.de
BI., O.G., Mw. P.B.-S., Mw. A.G.-v.-BI.. E.v.L.,
F.v.O., Tj.W.v.W.v.d.B., Mej. W.S., W.H.. A.
BI., F.K., Mw C.deB., H.V., F.L., L.v.d.M., J R..
L.C., Mw. M.Dr.-W H.W., Mw L.W.-B., Ir
P M G.v.d.V.P.M., H.v.A J R.. N.v.Fr., W. i
Z J.B H.v D T.S., P.M., H.S., Mej. l.deBr.,
Anth.v.G.E.L., W.C., F.M., R.v.d.B.. A.CI..
A.J., H.Th., Mw. M.S.. A.R P.v.L., P A., J.K.,
F.H., J.B D.K., G.M.deC.; f 2,40 Mw H.Vr.-
deC.v.C.; f 2,— F.R., Mw J.deV.-F.. Mw. C. i
D-A Mw J.W.-P., J.B., E C f 1,75 Mw. A
M.-v.H., f 1,50 Mw L.deL F.R.; f 1,25 E.v I
d.E Mw A L M.K., I.H., Ch.N.B Mw. M.S., i
F v.B f 1,— D.W., O.v.d.V Ch N Mej. A I
M.. G.H., H.B.Mw. H G L M A.G., A.H., i
H H Mw. Ch.W., Mw. H.R., J.K., M.B.', Mej. E
M.Ch., Mw. C.K., R.J., Mw. C.K.
Reeds vermeld in de Tong Tong van 30 E
maart j.l.
Itlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
OMEGA HORLOGES
naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 64 41
nog wat met zijn gezicht, met zijn handen.
Maar hij kan niet meer, hij hééft het niet
meer.
Hij krijgt echter hulp. De assistent-chauf
feur, de zg. tukang selènger, of als U het
op z'n Europees wilt "de anslingeradeur",
voelt zich ten volste geactiveerd door deze
tegen zijn chef gerichte morele agressie.
Hij nadert de Sikh van achteren, grijpt hem
bij de kraag, rukt hem achterover en trac-
teert hem op een uitermate solide artikel
onder uit de mok. De Sikh laat het hier niet
bij zitten en reciproceert. Het publiek uit
de bus mengt zich met gusto in deze argu
mentatie, telkenmale versterkt met ladingen
uit volgende bussen, die zich met blijde
haast in de mêlée werpen. De Sikh ver
weert zich blijkbaar krachtig. Hij is zelf on
zichtbaar, maar het gevecht golft over de
gehele breedte van de weg heen en weer.
Er wordt nog maar weinig geschreeuwd,
een dof, grommend gemompel begeleidt het
gedreun van de vuistslagen. Liefhebbers
die zich niet meer In het gedrang kunnen
wringen werpen zich met forse sprongen
op 't gedrang, om op deze wijze de snood
aard, wie-het-dan-ook-zijn-mag, nog een op-
tater te kunnen geven.
Zes lege bussen vice-versa staan verlaten
aan de kant, genoegelijk scheefhangend
onder hun deklast.
Dan, ineens, is het afgelopen. Op een be
paald moment schrijden de vier Sikhs weg,
distanciëren zich gewoon van de ziedende
menigte, ietwat gehaast en beschadigd, met
wapperende hemden, trillende baarden en
verontschuldigend gebarende handen. Maar
waardig! De forse torsen rechtop, de dunne
benen stijfjes in de dunne onverschillige
broeken.
Twee lichtgebouwde verkeersagenten ko
men lijzig aanwiebelen op hun fietsen, la
ten zich op het slagveld uitvoerig inlichten
door de gonzende menigte en vervolgen
dan hun onzekere weg. Zeker geen bagian
voor de verkeerspolitie.
De Chinees van de kedeh-kopi, die, han
gende de procedure, zijn tent maar geslo
ten heeft, gooit de boel weer open en heeft
tot half zes nog een drukke nering aan de
napraters en de navechters.
Sammy, de nachtwaker, ook uit India, om
wolkt door een rose nimbus van nationale
trots, zingt eindeloze lofzangen op de kracht
en de macht en de standaard van de Orang
India.
"Ziet, hij was alleen, nochtans hebben hon
derd hem niet overmacht!"
De bussen zijn kakelend weggereden, de
stofwolk is voor de zoveelste keer op deze
dag, vermoeid neergezegen, de schaduwen
zijn nog wat langer geworden en het goud
van de zon zit alleen nog maar in de toppen
van de bomen. De belofte van een koele
en droge avond is gebleven! B.VI.
12