DE VROUW RECEPTEN Rijst met een visje Van Thera v.d. Waal ontvingen wij enige recepten uit een oud Indisch kookboek, die wij voor onze lezers hieronder laten volgen. Gevulde Vis. Per persoon een kleine schelvis. Goed schoonmaken in water en azijn, graten ver wijderen, dan inwrijven met een dun papje van tamarinde en zout. Vervolgens vullen met een mengsel van: varkensgehakt (voor 4 personen 1/2 pond) aangemaakt met wat geweekt brood of beschuit of een paar ge kookte aardappelen, 1 ei, zout, peper, foe lie, '/2 theelepel kruidnagelpoeder, 1 fijn gehakt uitje, knoflook, 1 theelepel fijngehak te peterselie, 1 theelepel gemberpoeder, 1 theelepel Ve-Tsin, 1 ons fijngehakte ham of gerookt vet spek. Het geheel wordt stevig gepaneerd in ei en paneermeel waarin een snufje zout en peper en dan gebraden in een mengsel van reuzel en margarine of boter. De vissen kunnen ook in een vuur vaste schaal worden gerangschikt en met klontjes boter bedot in de oven worden gebakken. Hierbij de volgende saus ser veren: 1 deel water op 1 deel gemberstroop, 2 ons fijngehakte bezoete gember, 1 ons in fijne reepjes gesneden wortelen, een halve vingerlengte verse geraspte gember, een scheut azijn, zout, een doorgesneden rode lombok en een vingerlengte sereh. Teza men opkoken tot er een goede geur af komt en dan binden met wat aardappel meel. Houdt men niet van vis, dan maakt men van het gehaktmengsel kleine ballen van ongeveer 2'/2 cm. doorsnede, die goed wor den gepaneerd en wederom in een mengsel van reuzel en margarine worden gebraden. Met dezelfde saus opdienen. Bami tik-tok. (4 personen) Van 2 liter water, 1 pond in repen gesne den doorregen varkenslappen, 1 pond fijn gesnipperde uien, knoflook, een halve vin gerlengte verse gember platgeslagen, een partje uitgeknepen citroen, zout, een kip- penbouillonblok, peper en een theelepel Ve- Tsin plus een half kopje soja maken we een geurig soepje. kg. mie in ruim water met zout gaar koken, op een vergiet uitstorten, met koud water overspoelen. Een 1/2 pond taugé wassen. Vlak voor het opdienen de mie in een dijpe ruime schotel storten, de taugé erop leggen en met de soep. overgieten, een paar maal omschep pen tot e.e.a. is vermengd en klaar is Kees! Bebötok van Vis. Drie makrelen in moten, ingewreven met een papje van tamarinde en zout, 1 ons garnalen, 1 flesje petéhbonen, 3 groene ge snipperde lomboks. Fijnwrijven: 3 kemiries, 3 cm3 trasi, evenveel goela djawa, 2 eet lepels fijngehakte uien, knoflook, 1/2 vinger lengte koenir of 2 theelepels koenjitpoeder, 3 rode gesnipperde lomboks of 1 eetlepel paprikapoeder, zout, 1/2 dessertlepel ke toembar, 1 dessertlepel laospoeder. Dit ver mengen met een 1/2 liter santen, 1 geklutst ei en een beetje tamarindewater. In een vuurvaste schotel schikken we de moten vis, de garnalen, de kleingesneden petéhbonen, de groene lomboks en over gieten het geheel met de saus. De schaal gaat óf de oven in óf wordt met een lap alluminiumpapier afgesloten in een ruime pan, waarin een dikke bodem water en goed toegedekt, gaargestoomd. Tapee. Zes grote koppen vol niet te hard gekookte rijst in een diepe kom doen en bestrooien met 3 theelepels fijne ragi. Toegedekt 2 nachten laten staan gisten. Het heeft mijn gastvrouwen hier in Indo nesia vaak tot wanhoop gebracht, maar als men mij vroeg welk lievelingskostje ik graag weer zou willen proeven, was steevast mijn antwoord: "Doet U alstublieft geen moeite. Ik ben heus in de wolken met rijst met een visje en wat lalap (gekookte of rauwe groenten)!" Dat hoef ik "doorgewinterde" Indischgas- ten, Totoks en Indo's, niet apart duidelijk te maken. En iedereen die gejaagd heeft of gereisd naar verre pasanggrahans, die weet het ook. Er zit een aparte eenvoudige smaak aan zo'n "snertvisje" die werkelijk verruk kelijk is.Neen, niet de dure grote gurami of gabus, maar juist de heel bescheiden en heel kleine nilem of tawes of mas, de tam- bakan of goedjair (de schrijfwijzen lopen erg uiteen), visjes vaak niet groter dan de kop van een lepel. Die je in hete olie snel doorbakt en croquant serveert. Daar frisse sambal bij en een bordje gestoofde gèndjèr b.v. en je eet als een vorst. Het heeft me ook vroeger altijd gekwetst dat ingebeelde Indischgasten spottend neer keken op die maaltijd van "rijst met een visje", die maar al te vaak werd beschouwd als een maatstaf voor achterlijkheid of ar moede. Waarbij zulke mensen zich eigen lijk gedragen als domme critici, die een "candlelight dinner" dom vinden, omdat je immers electrisch ficht genoeg hebt...! De Indonesische rijst met een visje is de evenknie van de Hollandse groene ha ring: in al zijn eenvoud smaakvol en voed zaam. Ik heb bij erg eenvoudige mensen thuis in de kampong gegeten, ze eerst uit- horend hoe ze zich eigenlijk wisten te red den als er helemaal geen geld meer was. En als ze me vertelden: dan aten we dit en dat, dan zei ik: "Prachtig, dan wil ik dat straks graag op tafel hebben!" Nee nee, niks geen pès mol of rendang of goelai of zo, maar doodgewoon gebakken tamba- kan of sepat. En voor lalapan: poetjoeks van de witte poinsettia (kastoeba), ge stoomd, lekker! Niet spotten. Niet neerkijken. Is niet het volk benijdenswaardig dat van de allerlaag ste tot de hoogste des lands houden kan en leven op rijst met een visje met wat lalap, waar "een fatsoenlijk Christenmens niet naar omkijkt?" En er wel bij vaart? Hoe gauw treden in een Europese maat schappij oedeemverschijnselen op als men maar even beneden de maat blijft. Hoe gauw hebben wij vitamine-preparaten nodig, melk- en andere krachtvoeding. En zie aan de Djakartase en Bandungse straten Amat de arbeider zijn ontbijt doen met wat rijst en kedeleh-producten voor (in Hollandse courant omgerekend) 2 tot 5 cent! En er gezond bij blijven en geen socialistische relletjes beginnen. Werkelijk, in dit land is de breedste basis aanwezig voor een ge zonde en sterke economische groei en on afhankelijkheid. Rijst met een visje? Tien maal meer waard dan de schoonste ideolo gie! T.R. f.vut' '^0, Met de sado van Tjimanggis naar Tjisalak. Ik reed in een lege kar, dus nam ik graag deze jonge mama met haar twee kindertjes mee. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 14