De Atlasvlinder
Nu, na zes weken in Djakarta te zijn, zie ik alles opeens in zijn juiste
gedaante en in de goede proporties. Zes weken lang heb ik verbijsterd
en zelfs wanhopig rondgedoold. "Moet ik dit schrijven? Dat? Dat? Maar
dat is toch inderdaad beroerd? Moet ik het in mijn brieven verzwijgen
en een vals beeld ophangen van het nieuwe Indonesia (wat de echte
kenners van dit land en volk onder mijn lezers direct door zullen heb
ben?) of zal ik "goed" en "slecht" dom-automatisch op mijn vingers
aftellen en het oordelen overlaten aan hen, die veraf zitten en niet zelf
oordelen kunnen?
Vóór ik vertrok, schreef ik in Tong Tong: mijn eerste brieven over
Indonesia schrijf ik pas na een maand, want ik moet alles goed door
krijgen. Maar ik zat er een maand en nog steeds snapte ik "nul Vijf
weken en nog steeds "hoe deze?" En opeens, op een avond, zag ik
alles. Net zoals je soms een onbegrijpelijke tekening uren lang bekijkt
en ondersteboven houdt en op z'n kant... en opeens zie je het. En
snap je niet dat je zo lang zo blind hebt kunnen zijn.
En ik weet ook voor U lezers, dat U als U Indonesia en zijn volk
werkelijk gekend hebt, dat U bij een verblijf hier na een zekere periode
opeens "zien" zal. Zelfs de meest verstokte "koloniaal".
Het nieuwe Indonesia, dat is de atlas vlinder, die bezig is zich uit
zijn cocon van vier eeuwen "kolonialisme" te worstelen. Een veel te
kleine cocon eigenlijk en we hadden allemaal een citroenvlinder ver
wacht...maar er komt een reuzenvlinder te voorschijn!
Dit losworstelen gaat moeilijk en soms pijnvol, soms heel langzaam
en dan met wrede rukken, sommige vleugelpartijen zijn nog opgevou
wen en bieden een onbegrijpelijke en zelfs monsterlijke aanblik, de
oude en ons zo dierbare cocon scheurt verschrikkelijk, maar het feit
van de metamorfose en La Vita Nuova voltrekt zich onweerhoudbaar.
Wie eenmaal de structuur van de vlinder herkent, is opgewonden,
verrukt, beangst, gebiologeerd, maar vooral: begeesterd zonder gren
zen. Blijf gadeslaan, help niet een handje. Voor U het weet, maakt U
brokken! "Tread softly, stranger, very, very softly!"
Maar U lezers, stuk voor stuk U allemaal, zouden bij een langer ver
blijf in Indonesia, alles ook zien wat ik nu zie. Als U dit leest, zullen
sommigen denken: Tjalie heeft zich laten ompraten. Maar dat is niet
waar. Eerder is het tegendeel gebeurd: mijn werkelijke vrienden heb
ben in gesprekken met mij nergens doekjes om gewonden en me soms
met opzet dingen verteld en laten zien die ik zelf niet eens zag. Hier
Tjalie, wat zeg je hiervan? Daarvan? En zoals ik zonet al zei: juist daar
door zag ik sneller meer...en plotseling alles!
Ik ben erop voorbereid dat nu van Uw kant de scherpe vragen zul
len komen, het op het stoepje roepen, het ter verantwoording roepen
voor wat men uit de verte toch duidelijk ziet. Kom maar op met Uw
vragen. Ik zal geen smoesjes verkopen, niet weglopen, maar U helpen.
Want velen, zeer velen van ons, kunnen bij een wedergeboorte van
Indonesia nog steeds op een aparte manier helpen.
Onze oude geliefde is niet dood, zij is herleefd en herboren. En ik
hoop dat we er in Tong Tong nog lang en goed van kunnen getuigen.
TJALIE ROBINSON