Het geheim van de uitblijvende ondergang Voor ik verder ga wil ik een dringend beroep op U doen: roep me niet te gauw op het stoepje; lees eerst veel meer artikelen; U zult merken dat U antwoord of correctie krijgt op vele nu nog onbeantwoorde vragen. Ik ontken beslist niet dat ik hier en daar fouten zal maken; na een afwezigheid van elf jaren is men in één maand niet feilloos „bij". Blijf steeds bedenken dat Indonesia met een culturele metamorfose bezig is, die in vele opzichten radikaal tegenover de Europese cultuur staat. Zoek met mij mee naar inzicht in een materie, waar wij meer van MOETEN begrijpen in het belang van ons nageslacht. Want ik wil graag eerlijk zijn: in de eerste weken in Indonesia was ik menigmaal stu- péfait. bitter gestemd, wanhopig of kwaad. Maar ik zette door, bleef dag en nacht op straat, haalde het onderste uit de kan, ook al kreeg ik het lid soms op mijn neus, had ontelbare gesprekken met oude en nieuwe sobats. at en dronk van alles, bewoog me in de laagste kampongs en de rijkste vil la's, alsmaar op zoek naar „het" Indone sia. En opeens, net als bij het leren van een nieuw spel met allerlei „tricks", zag ik het spel voor me. Ben erin thuis. Zal ze ker nog hier en daar lelijk blunderen, maar Indonesia is niet meer vreemd voor me. In Indonesia heeft een nieuw idee vorm ge kregen. dat men wel eens noemt: „de me thode kawin", dat is: net als bij een huwe lijk elkander nemen met zijn goede en slechte eigenschappen, geduldig zijn, ver gevensgezind, opofferend, maar bovenal trouw. Ja, vergeleken bij die onvergetelijke „tempo doeloe", die „zaman normal", is misschien veel beroerd of onuitstaanbaar. Maar aan de andere kant: er is ook veel nieuws en goeds. Laat ons niet te veel schelden, laat ons vooral niet passief te rugdenken aan „de vleespotten van het voorbije Egypte-lndië". Laat ons onver moeid streven naar het beste. Enorm veel wat me uit de verte onbegrij pelijk voorkwam is nu zó vanzelfsprekende logische werkelijkheid geworden dat ik me soms niet kan voorstellen dat de Indonesiër zoveel eeuwen lang gemoedelijk „Indisch man" heeft kunnen zijn. Als het ware ge slapen heeft als Doornroosje. De koloniale methodiek (waarvan ik kalm maar koppig blijf volhouden dat zij zeer vele zegeningen gehad heeft) werd plotse ling in de steek gelaten en heeft vele schijnbare ontredderingen ten gevolge ge had, die echter op ongelooflijke wijze zijn opgevangen door de essentiële Indonesi sche mens die - let goed op - al sinds Dhoho en Singosari bestaat met een eigen systeem van hulpvaardigheid en vindingrijk heid, een vermogen om de nering naar de tering te zetten (ja, precies het omgekeer de als in Europa!) en een enorm physiek incasseringsvermogen op te brengen naast een onverminderde geestelijke elasticiteit. Ik kan U dit op een eenvoudige en duide lijke wijze uitleggen als ik voor U oproep het beeld van de pikoelende lastdrager. De Europese kruier is een man van honderd kilo, met zware botten en een stierennek, waarop hij een zeer zware last kan tillen en versjouwen. We hebben het hem echter nooit over grote afstanden zien doen. De Indonesische lastdrager is een tengere kerel van maar vijftig kilo. Hij verdeelt zijn last in twee porties en draagt die aan een juk op zijn schouders, waarbij hij zich voortbeweegt met kleine, dansachtige zwie pende pasjes. Hij tilt dezelfde last als zijn blanke collega, maar tweemaal zover voor de helft van de moeite. Zijn efficiency is dus minstens vier maal zo groot! Daarbij moet de Europese lastdrager zich voeden met grote porties voedsel en met dierlijke vetten, terwijl onze tengere koelie rijst met tempeh eet, lalap, sambal en mis schien een klein stukje vis. En hij blijft er gezond en sterk bij! Dat is een feit, niet waar? Toen Indonesia zijn Europese last te dra gen kreeg van de onafhankelijkheid en de volle economische verantwoordelijkheid, scheen een instorting onvermijdelijk. De opgave van het practisch zonder enige training en voorbereiding leiden van een staat van honderd millioen zielen in een naoorlogse wereld van gigantische politieke en economische conflicten beloofde cata strofaal te worden. Er waren ontelbare twisten, de roepiah kelderde, hongersnood dreigde; spijtoptanten, niet in staat de cri sis door te maken, vluchtten. Zou de ten gere lastdrager ineen storten? Sinds vele jaren voorspelde Europa dag in dag uit de ondergang. En de lastdrager verdeelde zijn barang in twee porties: één de Staat, één de „broe derlijke hoederschap". En bleef overeind. En ging op weg. Werd de last van de Staat te zwaar? Hij veerde even door, deed een stap voor waarts en veerde weer op: de last werd overgenomen door de broederschap en werd de broederschap ondraaglijk of had hij zijn functie vervuld, dan werd met één stap de last weer verplaatst naar de Staat. Hier ligt het geheim van het uitblijven van het staatsbankroet, hier ligt het antwoord op de vraag die velen zich stellen: wan neer d.ndert Indonesia in mekaar? NOOIT! In Europa is de menselijke verbondenheid klein onderdeel van de maatschappelijke orde. In Europa wordt men b.v. alleen rijk. In Indonesia vergeet de man die succes heeft zijn familie en relaties niet. Hij „smeert breed uit". De millioenen die hij verdient, gaan naar sobats, naar weerloze nietsnut ten en naar veelbelovende beginnelingen. Zoals een jong en ongestudeerd maar suc cesvol zakenman me zei: „Kapitaal heeft een sociale functie." Niemand lijdt honger; de door maatschap pelijk gebrek getroffenen overleven de down en krijgen hun start weer. Er is een soort bezits-distributie gebaseerd op menselijk heid i.pl.v. op maatschappelijke systema tiek. En als al te veel „broederlijkheid" ook mis loopt, dan komt de stap weer naar het intermediair van de Staat, die b.v. een „vergiffenis-belasting" instelt, die in Euro pa doodgewoon als absurd aangemerkt zou worden. De belastingdienst zegt doodeen voudig: beste boeren, burgers en buitenlui; dat jullie de staat benadelen door je veel te laag te laten aanslaan in de belasting, kan ik begrijpen. Dat is over de hele wereld zo. Maar we hebben werkelijk geen trek om te veel tijd, energie en ambtelijke naloperij Lees verder pag. 8 Aan de weg Djakarta-Bogor vind je overal afgeschreven auto's en opelet- Op vele plaatsen langs de weg Djak.-Bogor hangen vrolijke kunstvliegers in ten die weer keurig worden omgebouwd. Gemoedelijk keuvelend en toch ook de wind te wapperen, een heel gezellig gezicht, deskundig werkend komt zonder technisch onderwijs tóch ook een werk klaar! 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 7