Tonggèrèis MUZIEK OP ZWERVERSVOETEN DOOR DE EEUWEN MUZIEK? DE DANS - SCHOONSTE CULTUUR OP JAVA Misschien is de dans wel de oudste cul tuur uiting van de mens geweest. De pri mitieve mens, levende in de vroegste tij den zag de beweging in de natuur. Hij zag het stromen van de rivier, het waaien van de bomen, het golven van de zee, zonder evenwel te kunnen begrijpen, waaruit die beweging ontstond. In een kinderlijke behoefte deze beweging door het zwaaien van armen, het trappen met de voeten, na te bootsen, zijn vermoe delijk de eerste dansbewegingen ontstaan. Het was tegen het einde van de 16e eeuw. De eerste Nederlanders zetten voet aan wal op Java en bij alles wat hun oog aan merkwaardigs en wonderlijks trof, zagen ze ook voor het eerst de Javaanse dansen. Hun oordeel was weinig vleiend en ge tuigde van niet veel begrip voor deze kunst uiting. Oude geschiedschrijvers berichtten nl.'zij deden dit, de armen ende beenen van haer treckende ende tgheheele lichaem drayende als de Honden die uyt haren nest comen cruypen'. Niet erg fijnzinnig opge merkt, maar misschien begrijpelijk als men in aanmerking neemt dat voor Westerse ogen dit land en zijn volk zeer vreemd waren. In elk geval kan een zekere juist heid in deze bewering niet ontkend worden. Het heeft vele jaren geduurd eer men de ware schoonheid van deze cultuur heeft leren begrijpen. En nog langer voor men die ging waarderen. Ofschoon de Engels man Sir Thomas Raffles, luitenant gouver neur van Java, omstreeks 1811, in zijn 'Hys- tory of Java' blijk gaf zeer geboeid te zijn door deze dansen. Naar de mening van kenners behoren ver schillende Javaanse en trouwens ook Bali nese dansen tot de hoogste cultuur-uitin gen die op dit gebied in de geschiedenis bestaan. Wie van jullie wel eens een Javaanse dans- uitvoering heeft bijgewoond, zal hebben op gemerkt, dat de Indonesische danser zich maar nauwelijks van zijn plaats beweegt. Het zijn ook niet voornamelijk de voeten, die het belangrijkste werk doen, zoals dat bij ons het geval is, maar de armen, de handen, het hoofd en verder eigenlijk het hele lichaam. De bewegingen die hierbij ge maakt worden zijn uiterst subtiel. Deze manier van dansen vereist een uiterste con centratie en beheersing van de spieren. De uitdrukking van het gezicht blijft daarbij altijd strak en star. Deze starheid van het gelaat, is nog een overblijfsel van de oude religieuze dansen. Want, zoals bijna bij alle primitieve stammen, was ook bij de Java nen de dans aanvankelijk op godsdienst gebaseerd. Deze godsdienst bestond bij de primitieve Indonesische stammen uit de ver ering van gestorven stamhouders der stam. Allerlei gebeurtenissen, bijvoorbeeld de in wijdingsplechtigheid van de jongeren bij de familie, bruiloften, begrafenissen, oogstfees ten, vierde men met dansfeesten. De dan sers stelden hierbij de gestorven voorou ders voor. Ze waren dus geesten, daarvan daan de starre gelaatsuitdrukking. Die gees ten vertoefden tijdens de feesten temidden der nog in leven zijnde familieleden en vormden daardoor een schakel tussen de levenden en de doden .tussen het mense lijke en het goddelijke. Soms werden bij deze dansen vreemdsoortige maskers ge bruikt. Soms ook werden de dansers in trance gebracht, waardoor zij als het ware bezeten werden door de geest van de voorouders, die bezit van hun lichaam had genomen, om zich tussen de levenden te kunnen bewegen. Deze dansen noemt men 'sjamanistische' dansen. Dergelijke dansen komen meen ik, nog nu wel bij primitieve stammen voor. In later tijden hebben ze echter door invloeden van andere geloven, hun betekenis verloren. Wat overbleef zijn de dansen zoals wij, die in Indonesië woonden, zo vele malen heb ben kunnen zien. Daar waren de volksdansen, vertoond op passar malem's. De bekende Wajang-orang (vraag het maar eens aan je ouders) of 'mensentoneel'. Hierbij werd afwisselend in baletten en reien gedanst, waartussendoor dan nu en dan toneel-scenes werden opge voerd. Oorspronkelijk zijn deze Wajang- orang of, zoals ze vroeger heetten Wajang- wong, ontstaan aan de Vorstenlandse ho ven, waar prachtige uitvoeringen werden gegeven. Aan de hoven van de sultans van Solo en Djokja duurden deze uitvoeringen soms drie dagen, van de ochtend tot de avond.. Ze waren schitterend van uitvoering en aankleding, maar voor westerse begrip pen niet altijd helemaal te volgen. Maar een zeer schoon schouwspel was het, een mengeling van kleur, rythme en klank. Daar was ook het oude volksvermaak, de Tajoeban. Een soort hofmakerij in dans was dat, van de mannelijke danser tegenover de dansvrouw, die o.m. Tendak genoemd werd. Hiervan afkomstig is de benaming Tandakken, later gebruikt voor alle Javaan se dansen. Ten onrechte. Want de Tajoe ban is maar één van de vele, vele dansen. Bovendien raakte deze Tajoeban, door het wilde karakter, in later tijden wat op de achtergrond, ofschoon de bewegingen van de dansvrouwen dikwijls zeer harmonisch waren. Tot de beroemdste dansen behoorde onder meer de Srimpi-dans. Ze werd door vier danseressen uitgevoerd. Het costuum der danseressen is vervaardigd uit zeer fijne batikweefsels en Tjindé, een kostbare stof uit India. Twee lange, afhangende sjerpen, de Sampoers, worden met beide handen opgehouden, waarbij verschillende zeer sierlijke bewegingen worden gemaakt. Het haar wordt heel zorgvuldig gekapt met wel riekende bloemen. Het gezicht, de handen, de armen en de schouders worden met reukolieën ingesmeerd .evenals de blote voeten. Verder worden de danseressen ge tooid met de prachtigste sieraden in haar, om de armen, op de borst, aan de vingers en in de oren. Het is alles van een vorste lijke grootsheid en pracht, zonder echter de indruk van overdaad of opgesmuktheid te wekken. Het instuderen van dergelijke dansen vergt natuurlijk veel tijd. Sommige uitvoeringen aan het hof werden bijna anderhalf jaar voorbereid, waarbij dagelijks gerepeteerd werd. Het zijn dan ook grote kunstenaars, die dansers en danseressen en, als jullie ooit in de gelegenheid zijn, een uitvoering van Oosterse danskunst mee te maken, laat die gelegenhied dan niet voorbij gaan. En laten we hopen, dat bij al het nieuwe van deze tijd, het oude niet helemaal wordt vergeten. Er valt nog heel wat te vertellen over de Javaanse danskunst. Maar de ruimte ont breekt me. Misschien kan ik er later nog eens dieper op ingaan. MILLIE Van mevrouw S. A. Weyrich- Molenkamp uit Coevorden, die samen met haar dochter fan is van The Strings, ontving ik deze foto met het verzoek iets over deze beatgroep te schrijven. Nu druist het eigenlijk tegen mijn (om dat grote woord te gebruiken) principes in om een artikel op verzoek te "doen" over een mij persoonlijk volkomen onbekende groep - ook uit angst straks met soortgelijke verzoeken te worden over stroomd - maar laten wij maar stellen dat uitzonderingen de regel bevestigen dus hier gaan we! Ruim drie en een half jaar geleden werd door de broers Frits, Harry en Albert Ver boon besloten ook maar eens een beat groep op te richten. Pa Verboon was vroe- Lees verder volgende pag. pillllllllllllllllillllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllM Voor elk wat wils. Oud en nieuw. Westers en Oosters. Krontjong- en Koboistijl. Hoempapa en hula- hula. The Kilima Hawaiians Rob de Nijs the Lords Trea Dobbs en vele andere sterren kunt U horen j en zien op de PASAR MALAM TONG TONG 30 juni, 1, 2 en 3 juli Houtrust Den Haag lllllllll!l!lllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllll!lllll!lllll!llllllllllllllllllllli 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 17