TJÈLÈNG BOHONG ETEN? DRINKEN? BONNET-KALENDER IS ER!! KEUKENKALENDER 1964 Mijn broer was machinist op de suiker fabriek Trankil in het Rembangse. De maal tijd was voorbij, dus hadden de employés het wat rustiger, Er was tijd voor de pret tige dingen van het leven, een compensatie voor de inspanning die van hen in de maal tijd werd geeist. Op een zekere dag besloot men met z'n allen een picnic te houden in de djatibossen rondom. Er liep een spoorlijntje door de rietvelden, en het was dus logisch dat men er met lorries heen zou rijden. Er was nas- si goerih met kip, sajoer en sambalan, en een grote hoeveelheid broodjes en andere zaligheden. Het was een heerlijke tocht, wij allen op de lorries, op weg naar het bos. Er werd gezongen en gegrapt, en het leven leek op die morgen wel één groot feest. De vo gels, de tekoekoers vooral, schenen ons te begroeten met hun gezellig gepiep en ge- koer. Al heel gauw hadden we een open plekje gevonden, omringd door struikjes en laag hout. Rond ons priemden de djatistam- men kaarsrecht omhoog. De tikars werden neergelegd en het eten afgeladen. Wat zag het er gezellig uit! De grote bakoel met rijst, warm gehouden door de vele kranten die er om heen gebonden waren, de kip en bijgerechten, de lemper, de belegde broodjes en het krentebrood, de cake en taartjes, de flessen bier en aër blanda. We stonden er allen naar te kijken toen de gehele voorraad door de vrouwen werd uitgestald. Ik had die morgen niet ontbeten, omdat ik me had moeten haasten om op tijd klaar te staan. Tegen twaalf uur voelde ik een knagende honger. Ik moest het zien te ver dragen, want we zouden pas om één uur eten, dat wist ik. Verlegen als ik was, durf de ik niet om iets te vragen. Er bleef me niets anders over dan met verlangende blikken naar al dat lekkers te kijken. Mijn broer stond naast me te praten met de jongste employé, een jongen van een jaar of twintig die een hartstochtelijk jager was. Om mijn aandacht van mijn knorrende maag af te lijden, spande ik me in om hun ver haal te volgen. Het viel niet mee. Met de seconde begon mijn maag harder te knorren. Het was ei genlijk geen maag meer, het was een per soon. Eén, die eerst had gezeurd om een hapje eten, gedreind zogezegd, zoals een baby kan doen, om meer en meer aan te dringen naarmate z'n wens werd gebagatel liseerd. Tenslotte schreeuwde mijn maag het uit. Hij krampte zich samen, leek het, om des te harder te kunnen gillen, uit volle borst. In mijn oren klonk het als een rollen de donder. Ik wist niet waar ik kijken moest want het kon niet anders of iedereen moest het horen. Ik probeerde mij op iets anders te concentreren, maar het lukte me niet. Het gerommel in mijn maag liet zich niet zonder meer in een hoekje drukken. Wanhopig hing ik m'n aandacht op aan het gesprek van de mannen naast mij. -"Zie je", hoorde ik het jong juist zeggen, "Dat moet een tjèlèng zijn". Gespannen keken ze in de struiken, ar men stijf, klaar voor actie. Van de weer omstuit gromde mijn maag weer, sterker dan ooit tevoren, alsof de hemel spleet en door het gat in een grijze wolkenhemel alle donder en bliksem op de wereld werd afge zonden, die de Schepper bedoeld had als voorraad voor de hele levensduur van Zijn Aarde. -"Gó zeg", zei het jong weer, "Het is een tjèlèng. Waar is mijn spuit? Ajo, vlug seh, geef mij een spuit". Mijn hoofd vlamde. Mijn geheim was ont dekt! Mijn maag had niet alleen gerommeld als de donder in mijn verbeelding. Hij had zijn verlangen werkelijk universeel kenbaar gemaakt! Alsof hij het wist, blééf hij grom men. Het was geen donderen meer. Het was nu werkelijk het woedend te keer gaan van een tjèlèng in de struiken. De mannen kwamen in actie. Geweer of geen geweer, bereid om het beest bij de staart te vatten en het met blote handen naar het kamp te slepen en te slachten. Het struikgewas kreeg honderden stemmen. Een "weet jij waar hij zit" hier, een "meer naar links, joh" daar, een vloek nu en een verwensing dan als één der mannen zich aan een doorn bezeerde of het struikgewas in pro test z'n armen om zijn nek sloeg. Ik kon wel huilen. Wat een situatie, wat een pantomine. ledereen liep te zoeken en iedereen sprak opeens in het bargoens van de jager. Om niets! Om een hongerige maag! Een maag, die ik met mijn armen om mijn buik geklemd vergeefs probeerde tot rust te brengen. Mijn zus had het opeens door. Toen iedereen weg was greep ze snel een lemper en duwde me die in de handen. -"Hier, eet maar vlug op", zei ze, flauwtjes glimlachend. Toen de mannen zonder tjè lèng terugkwamen, kon ik ze met een ge rust hart in de ogen kijken. CORA. Dat is geen probleem! Dat kunt U volop, want er is weer van alles: bami kwa, saté, loempia, gado-gado, goelé kambing, bami goreng, petjel, nasi rames, soto en de meest on denkbare hoeveelheid snoeperijen en overheerlijke dranken, en nog véél meer op de PASAR MALAM TONG TONG Tjendol? Kopi toebroek? Té-ès? Djamboesap? Bier? Stroop? Limona de? Es-lilin Es Shanghai? Wat U maar wilt. En alles op de PASAR MALAM TONG TONG 30 juni, 1, 2 en 3 juli Houtrust Den Haag DE NIEUWE IS ER I I Wegens het overweldigende succes, dat de Bonnet-kalender 1964 heeft gehad, hebben wij de 4 mooiste platen (van de 7) opnieuw gebruikt voor een kalender 1966. Het formaat van deze nieuwe Bonnet-kalender is kleiner en wel: 24 x 40 cm en zal daardoor gemakkelijker een plaats vinden aan Uw wand. Prijs: f 2,95 f 0,40 porto f 3,35. De recepten van de zijn thans in mapjes verzameld, getiteld: VAN HEMELMODDER TOT MIXERMAYONAISE. Meer dan 80 Indische, Europese, Amerikaanse, Mexicaanse recepten voor f 1,75 f 0,25 porto f 2, Verkrijgbaar door storting van de verschuldigde bedragen op giro 6685 en in de BOEKENSTAND van TONG TONG op de PASAR MALAM TONG TONG in HOUTRUST. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 20