Jos- VAN HIER EN GUNDER van Arcken Vervolg van vorige pag. Soms in de vorm van een mopje maar, maar steengoed en vol diepe filosofie, in de vorm van critieken, beschouwingen, herinnerin gen ,enz. enz. enz. Hier en daar hebben deze artikelen mensen diep bewogen. Zij hebben hun kinderen er toch wel van ver teld (of bij jonge ouders is met een nieuw kind ook een Indisch idee verwekt). Ja, wij gaan dood, maar er bestaat Re surrectie na de dood. Er bestaat zoiets als het voortgenereren in chromosomen van dominante eigenschappen op kinderen en kindskinderen. Veel meer kinderen dan wij denken zijn onbewust drager van onze mooiste gevoelens, onze diepste filosofie. Ze liggen daar maar als een rijstkorrel tus sen tarwekorrels en niemand let erop. Maar als ze straks opgroeien, zegt de boer opeens: "Wat heb ik nou an me fiets han gel" Er zullen in de toekomst veel meer rare orangs aan de Hollandse fiets hangen dan zich nu laat aanzien! 3. De tijd is nu ongunstig; wij zijn allemaal (ik ook) "fout geboren", maar in latere ja ren zullen er kinderen komen, bij wie dub bele chromosomen opeens goed liggen voor wie de tijd (en het gesternte) gunstig liggen. Die Indischman, marginal man, uni verseel mens zullen zijn in hoge graad. Hun ster zal lichten. Dit weet ik. Dit kan ik niet bewijzen. Maar het zal bewezen worden. Drie en een halve eeuw Indische cultuur zit in ons bloed. Dat kan niet morgen dood zijn. Wij zijn nu al veel verder dan U en ik zien kunnen! T R. Vervolg van "KWETSEN" (pag. 3) En dit zweer ik U: als deze meneer dezelf de brief aan andere lezers had geschreven, zou hij veel meer op zijn brood gehad heb ben en vaak betoel-betoel kwetsend. De lezer denkt dat hij "satoe appel sen- diri met Tjalie" schilt en is dus gauw ge neigd om te zeggen: Tjalie is een rotvent. Maar hij moet heel goed begrijpen dat hij eigenlijk wel mag zeggen: duizenden lezers zijn rotlui... en dat gebeurt dan ook: hij bedankt voor Tong Tong. Men vervreemdt zichzelf. Menige Indo gaat te gauw mokkend in een hoekje zitten en wordt a-sociaal. 6. Veel discussies verlopen als die van me vrouw Jansen en haar hoed: "Hoe vind je m'n nieuwe hoed, Tjalie?" Ik, zo tactisch mogelijk: "Ik heb geen verstand van vrou- wenhoeden!" "Onzin, je hebt toch wel smaak! Mooi of mooi!" "Nou, ik kan m niet bepaald mooi vinden". "DUS lelijk?!" "Dat zeg ik niet..." "Omdat je laf bent. Zeg maar gerust dat je hem lelijk vindt! Je hebt zelf geen smaak, man! Loop naar de duvel!' Brak! Deur dicht. En laat me U ver tellen dat vaak mijn vingers in die deur "kedjepit" zijn geraakt! T.R. Voor OMEGA HORLOGES naar Laan van Meerdervoort 520 Den Haag - Telef. 33 64 41 DE "OMMEZWAAI" "...merk ik een complete ommezwaai bij jou. Eerst ben je de grote koloniale kampioen die zich letterlijk aan flarden heeft geschreven en gevochten voor onze koloniale historie en nu ben je in Indonesië geweest en bent ook anti-koloniaal! Goede Indonesische vrienden verzekeren me dat je veel te koloniaal bent en dat Tong Tong om die reden onaanvaardbaar is in Indonesië. Wil je misschien daarom het roer omgoo ien?. ...na deze drie velletjes verwacht ik een geweldige "blast" van je, maar in hemels naam dan maar. Dit moet me van het hart... verkortR.f. 1. Nee, je krijgt geen blast van me. Nie mand krijgt over deze materie een blast van me. Want a. ik heb me inderdaad aan flar den gevochten voor Tong Tong en voel me te oud en te moe om nog zoveel kabaal te maken, b. deze hergeboorte van Indone sië is een te belangrijke zaak (ook voor Nederland) om veel tijd te verdoen aan twisten die gebaseerd zijn op het a tort et a travers doordrijven van een eigen mening, c. het vinden van een handvol begrijpers is belangrijker dan het vasthouden van honderdduizend gelijkhebbers. 2. Ik ontveins mij niet dat er moeilijke dagen op komst zijn voor Tong Tong en mij. Men denkt: de schrijver van de Piekerans en de verdediger van Indonesië door dik en dun in acht harde Tong Tong-jaren, "ligt natuurlijk fijn" bij Indonesië, wordt gefê teerd, schrijft "zwijmelend" over Indonesië en wordt natuurlijk anti-koloniaal, om bo vendien als loon daarvoor rijk te woren. Ja, wat men al niet denkt! Maar wie onderzoekt, leert: a. dat in deze acht jaren Tong Tong nooit een woord van bijval van Indonesische kant heeft ge had of welke vorm van steun of tolerantie ook, b. dat er wel voortdurend op allerlei slakken zout gelegd is en evenals van Ne derlandse zijde de Indische geit-met-een- vlekje kakelbont koloniaal is verklaard, c. dat toen de door Tong Tong verdedigde en voorspelde verzoening tussen Nederland en Indonesië tot stand kwam, geen der beide partijen eerlijk durfde constateren: Tong Tong heeft inderdaad gelijk gehad; dat di verse groeperingen die bij deze verzoening wèl voeren, geen woord van erkentelijkheid (laatstaan een daad!) t.a.v. Tong Tong heb ben laten horen, d. toen de Nederlandse pers te gast was in Indonesië, ontbrak Tong Tong glorieus op het appèl, e. Tjalie's ver blijf in Indonesië is 'volslagen onopgemerkt voorbij gegaan. Ik ben niet uitgenodigd, ik heb de reis niet cadeau gekregen, ik hoef voor niemand mooie woordjes te schrijven. Dit blad is van ons, voor de opinievorming hebben we zelf betaald.Wat in Indonesië aan vriendschappen bestaat, is "privé", al is het ook aanzienlijk meer dan in Neder land. Wat ik weet en wat ik zeg is te dan ken aan persoonlijke ervaring en aan per soonlijke vrienden; ik heb geen fractie of ficiële medewerking of belangstelling ge had, f ik heb niets anders verwacht en voel niet de minste behoefte aan welke aanstel lerij ook naar' welke kant ook. Het leven van Tong Tong was hard, is hard en zal hard blijven tot het laatste einde. Omzwaa ien?! Voor wie! Voor wat! 3. Het vloekwoord en de oorzaak van alle misverstanden is het woord "koloniaal" dat nu eenmaal beladen is met alle ellende dat er van twee kanten aan is opgehangen en waarmee alle twee kanten zich in een schoon boezeroen steken voor eigen fou ten. Het woord "koloniaal" bevlekt, verwringt en besmet alles wat leeft in de betrekkin gen van deze twee landen. Er is in deze be trekkingen gewoon geen goed woord meer mogelijk voor welke goede zaak ook. Als ik 'n soldaat prijs om zijn moed en aantoon hoe moedig hij inderdaad was, mag ik dat doen van elke neutrale macht, maar zodra ik zeg dat het een KNIL-man is, jammert iedereen dat het een koloniaal was en dat ik ook een koloniaal ben, en dat de vent een moordenaar was. Zo ook zijn moedige ke rels aan Indonesische zijde alleen maar moordenaars of helden van het anti-kolonia- lisme. Hoe komt het dat zoveel Indische officieren opgeklommen zijn tot top-functies bij het Nederlandse leger? Omdat het Ne derlandse leger koloniaal is? Waarom die nen in vele hoge functies van het Indone sische leger Indische en Indonesische mili tairen van het oude KNIL? Omdat het Indo nesische leger koloniaal is? Bestaat het nu werkelijk eenvoudig niet dat een kerel,een brug, een gebouw, een reglement goed is omdat het GOED is, maar MOET de ver dachtmaking van het kolonialisme er tóch bij? Als je doet wat je hart je ingeeft, en als je dat met overtuiging en moed doet, heb je geen tijd om te denken aan koloniaal of anti-koloniaal. Dan ben ie alleen mens onder de mensen. 4. Ik ben het grootste deel van mijn le ven kind geweest van de stad Djakarta, en speelgenoot en broeder van zijn bevolking. Zo heb ik ze teruggevonden. Ze hebben mij gastvrij ontvangen, nooit bekapitteld en toch ook niets verzwegen. En zodoende het inzicht gegeven om te schrijven zoals ik nu doe. Wat ik schrijf, schrijf ik om deze men sen beter bij U te doen begrijpen. Niet om Indonesië te plezieren, noch om Nederland te plezieren, (of tegen me in het harnas te jagen), want in werkelijkheid staan allebei toch als een schoolmeester met de aan wijsstok klaar om me te straffen waar ik scheef ga of vermeend mis ga. De eerste weken in Indonesië van agonie (ja, van agonie!) zijn voorbij toen ik niet wist hoe ik schrijven moest, want voor al les wat ik schreef, "goed en kwaad", zag ik de aanwijsstokken al de lucht in gaan, óf hier óf daar. Indonesië is nog steeds officieel stout en dom bij Nederland. En Nederland officieel koloniaal en dom bij Indonesië. Dus is Tjalie bij allebei stout en dom en koloniaal... Maar nu, met mijn ge dachten bij Djohari en Jusuf, bij van Ingen en Tjan Ging, in de strijd om hun bestaan in deze revolutie, kan ik alleen naast deze vrienden staan en U vertellen wat in hun omgaat en met hen gebeurt. Zo helpe mij God. Omzwaaien? Pas op met dat woord. Om zwaaien is verraad. Wie vrienden heeft, kan ze niet verraden. And to the Dickens met al dat ge-koloniaal Alleen verliezers zijn nakaarters... T.R.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 4