Ervaringen van Bas Veth
PAPAYA-SAP?
Vervolg van vorige pag.
werd) in Meknes, Tanger, Ceuta neen,
de Indonesische revolutie is honderd pro
cent Indonesisch. Voor een beter begrip:
laat alle andere meetlatjes thuis, dring
door tot het hart, en U begrijpt het. U
hoeft het niet te accepteren, U moogt het
verwerpen, maar één ding weet U zeker:
U zult Indonesia Today (and Tomorrow and
Forever) alleen kunnen doorgronden door
Indonesia zelf. Vergeet ook de tijd dat U
als Indischman stond tegenover Uw Indo
nesische collega (of dienaar) om hem te
observeren, maar ga naast hem staan om
hem aan te voelen. Pas dan weet U wat
en wie deze Indonesiër is zoals U nooit
tevoren geweten hebt.
Tong-Tong zal het in de komende maanden
erg moeilijk hebben. Want Tong-Tong zal
vele fouten maken. En Tong-Tong zal veel
dingen zeggen die U niet lust. Of die de
Indonesiër niet lust.
Maar ook deze fase zullen wij overleven.
Want meer dan ooit ben ik ervan over
tuigd dat er geen enkel blad in Neder
land is of kan zijn met zo'n bijzondere le
zerskring, dat slechts hier een nieuw in
zicht zal kunnen doorbreken dat nuttig is
voor zowel het Nederlandse als Indone
sische volk.
Vergeet hierbij nooit dat Indonesia volledig
en actief onafhankelijk is en dat Indone
sia's politieke en economische horizont
niet eindigt waar de onze eindigt. Dat In
donesia b.v. ook vrij en ver in Sovjet
Rusland en Rood-China" schouwt. Dat
het dichter staat bij zijn Aziatische buren
dan wij ooit gestaan hebben. Maar nog
maals: dat het onafhankelijk is en lang
niet zo gemakkelijk communistisch ge
vangen wordt of anti-Europees zou worden
als andere naties wel denken.
Als Tong-Tong niet sterven wil met de
herinneringen van deze generatie, maar
leven wil voor generaties die na ons ko
men zullen, dan zullen wij niet uitsluitend
meer terug moeten kijken, dan zullen wij
niet meer onze gedachten moeten laten
leiden door wat Partijdig of Onpartijdig
genoemd wordt, maar wij zullen in alle
eenvoud eerlijk en onbevooroordeeld moe
ten leren denken volgens andere richt
lijnen als wij kunnen.
Want wat mij in de letterlijk duizenden ge
sprekken die ik in Indonesia gevoerd heb
- met hoog en laag, conservatief en pro
gressief, anti-koloniaal en koloniaal - het
diepst getroffen heeft is de vriendschap en
verwachting die nog steeds naar ons,
Europese Kinderen uit het Morgenland,
uitgaat - hoe vaak ook verborgen onder
woorden van bitterheid of zelfs vijand
schap. Alsof de Indonesiër zeggen wil:
van alle andere volken ter wereld is er
maar één dat ons werkelijk begrijpen kan:
jullie kolonialen die vier-en-een-halve eeuw
met ons samen geleefd hebt I
Ja, en struikel over dat woord „kolonialen
niet. Probeer niet met een zalvende glimlach
en een schijnheilig gezicht te gaan staan
onder hen die zich farizeisch sieren met
een „schone lei", want zij zijn vreemden.
Wij weten - althans: wij kunnen weten.
De komende jaren zullen het leren.
T.R.
Toen ik gisteren aan tafel zou gaan en
opstond van mijn schrijftafel, was ik zó
verhit, dat ik besloot me eerst „lekker te
maken" (een werkelijk uitstekend uitge
vonden synoniem voor „baden"!) Maar
reeds toen ik me na het bad aan het af
drogen was, brak het zweet me opnieuw
uit. Ik was werkelijk wanhopig en razend:
„Wat een klimaat. Wat een land." En zuur
dacht ik aan de visites in de middaghitte
die ik moest gaan maken, de stoffige
straten, de misschien weer wegens om
standigheden gecancelde afspraken, waar
door je weer je hele afsprakenboekje
moest omgooien en opeens ontdekte
ik dat ik gewoon weer Bas Veth was, die
in zijn „Het leven in Indië" letterlijk alles
wat los en vast zat in Indië afkraakte dat
de stukken eraf vlogen. Tegen wil en dank
schoot ik in de lach, kreeg m'n goede hu
meur terug en smulde van een fantastische
portie ouwerwetse gado-gado siram met
babi ketjap. De rest van de middag nam
ik „tjintjay", ergerde me aan niets en
vond in ruil daarvoor massa's interessante
copy op straat.
Een van de slogans van het moderne In
donesia is „banting stir" - werp het roer
om En dat is wat iedereen moet kunnen
doen in Indonesia, niet alleen de Indo
nesiërs zelf, maar vooral de Europeaan op
bezoek. Wie in Spanje de verrukkelijke
„tapa's" niet lust en blijft verlangen naar
bloemige aardappels met erwtjes, wie in
het Zwarte Woud kampeert met oblok-o-
Ja. Dat kunt U straks drinken.
En djamboe-sap? Ja, ook djam-
boe-sap en nog vele andere
smaken ook! U kunt het weer
allemaal proeven en bij liters te
gelijk drinken op de
PASAR MALAM TONG TONG
30 juni, 1, 2 en 3 juli
Houtrust Den Haag
blok en sambal trasie, wie in Amerika
blijft verlangen naar het Hollandse kopje
koffie op een terrasje, die blijft een zuur
pruim, een Bas Veth, en een vijand van
zijn nieuwe broeders.
Ik ben hard bezig met het „banting stir"
en doe het af en toe zelfs zo hard, dat
ik zelfs omtol en plat op m'n rug lig
tjintjay heeft zijn aparte techniek en zijn
grenzen Daar waar het aanpassen niet
vlot genoeg, ja zelfs stroef en pijnlijk
gaat, denk ik aan mijn voorouders van
vaders zijde, de Portugezen, de Hollanders,
de Engelsen, die toch maar jaar in jaar
uit, eeuw in eeuw uit naar deze Oost
trokken, alle ongemakken voor lief namen,
duizenden onverdraaglijkheden doorstonden
oude voorliefden konden vergeten en
nieuwe genegenheden konden vinden.
Heb ik het hier zo moeilijk Uit de his
torie duiken schrikbeelden op van het
Graf der Hollanders, veldtochten en over
vallen, onbestrijdbare tropenziekten, ja ook
de oorlog met Japan en de bersiaptijd
en als toen vriendschap en liefde zijn ge
kweekt, waarom zou ik falen Ik heb het
bloed in rmjn aderen van een meisje van
Blitar: haar dochter huwde met een jongen
van Baarn, tsk-tsk-tsk - open je ogen
wijd, Tjalie kijk goed, kijk lang. God
geeft de mensheid voortdurend geboorten
en wedergeboorten. Noch ons verleden,
noch wijzelf zijn dood als wij de
kunst verstaan van opnieuw geboren te
worden.
T.R.
„STELSELMATIGE VERARMING"
Met een Indo-Chinese zelfstandige had ik
eens een lang nachtgesprek over de toe
stand in Indonesia. Met z'n beiden „kleed
den we Indonesia zowat uit".
Er was niets goed. De stelselmatige ver
arming was ten hemel schreiend. Wanneer
zou de definitieve ineenstorting komen?
Op dit dieptepunt gekomen vertelde B. mij
dit: „Zie je mijn pick-up Chevrolet buiten
staan? Toen hij in 1955 in Indonesia kwam
kostte hij 14 mille. Ik nam hem in 1960
tweedehands over voor 350 duizend rupiah.
En nu kan ik hem van de hand doen voor
duabelas djuta (12 miljoen) rupiah. Ben ik
armer geworden of word ik rijker?"
We keken elkaar een paar seconden ver
bluft aan en barstten toen in een onbe
daarlijke lachbui los. Want inderdaad is
B. met zijn afgejakkerde kar die 12 miljoen
waard is, en die in Europa al lang afge
schreven zou zijn, nu positief rijker dan
tien jaren terug!
In de westerse wereld praat men zo
graag over het „Wirtschaftswunder" Duits
land, maar in Indonesia voltrekt zich een
nog groter wonder en alleen de Indonesiër
(en sommige westerse zakenlieden en poli
tici) zien het. Terwijl de op westerse leest
gebaseerde rijkdom inderdaad keldert,
groeit de eigen rijkdom. Indonesia is nu in
zijn kenteringstijd, maar zijn eigen nieuwe
en goede tijd komt zo vast als twee maal
twee vier is.
9