DROEVIG
1 „DE VLIEGENDE
HOLLANDER"
TONG TONG 1
Vervolg van pag. 16
Ik kreeg er een brok in m'n keel van.
Deze man was onhelpbaar. Ik keerde hem
de rug toe en praatte met m'n andere buur
man. Deze ene kerel moest zijn eigen leed
uitdrinken. Laat hem aiieenl Was zijn vrouw
overleden? Zijn dochtertje? Had hij kanker?
Ach, zij allen die mij benijden of veroor
delen ("lk ben daar gek om maar één stui
ver bij te dragen voor het snoepreisje van
Tjalie.besef toch dat wie reist, "adieu"
moet zeggen. "Partir c'est mourir un peu".
Wie veel reist, sterft veel. En verliest vrien
den die voor immer verloren zijn. Ook U
zoudt in een hotelkamer in Libanon of Gua
dalajara of Teheran of Bandung in allene
nachten af en toe prevelen: "Het Lot be
hoede hen die achtergebleven zijn. Maak
dat ik ze alle in goede welstand terugzie..."
En als je dan een verre brief met een
mooie vreemde postzegel openmaakt en
leest dat die en die gestorven zijn en God
ze dus niet behoed heeft (of juist wel?),
dan zit je als "aardse wurm" toch werke
lijk even je handen te wringen van berouw
weet je. Ook U, ook U.
En als je op de Pasar Malam rondloopt
en overal handjes geeft of mekaar op de
schouders slaat, kom je toch ook wel an
deren tegen, die je alleen maar aankijken.
En dan zeg je: "Wat leuk! Jij ookl Hoe gaat
het met je?" 'Slecht'. "Hoezo slecht?' 'Je
weet toch dat mijn man gestorven is?" Nee,
ik wist het niet. Of wist het en vergat het.
In dit leven zijn veel van mijn ontmoetingen
geen 'ships that pass in the night", waar
je mekaar nog lang kan nakijken, maar
spoortreinen die elkaar in razende vaart
passeren. Een dierbaar gezicht in één flits
en dan weer voorgoed voorbij.
Ook in Indonesië. "Dan Ali bagaimana
sekarang?" "Ali sudah meninggal, Oom!"
En deze is dood en die en die...
Tsk-tsk-tsk, onze oude garde, Indo's en
Totoks en Indonesiërs, wat sterft zij snel!
Als grashalmen voor de zeis... "hodie mihi,
eras tibi". Wanneer jijzelf, Tjalie? Je rekent
haastig met een belachelijk rekensommetje:
nog vijf jaren? nog tien? Nog één dag?
Want wie weet?
Haast je dus, haast je! Geef de estafet-
testok zo snel mogelijk over aan de volgen
de loper. Snel! Voor het te laat is! Dus ren
ik als een bezetene. Omdat ik rennen moet,
weet U. Niet omdat ik zo graag wil. Ik
word gedreven: "er is een vuur in mij en
zijn gloed verteert mij" zeiden de oude La
tijnen.
Als je veel reist, vind je jezelf terug in
de vreemden die je ontmoet op je weg.
Maar ook U ontmoet ik daar. In 'n burnous
of in een Chinese dracht of in Padangse
kleding. Uw hart en ziel. Want zijn wij
allen niet als de Arabische dichter Abul-
fatah al-Boesti, die dichtte:
Heb je niet gemerkt dat de Mens door
zijn hele leven
Een Probleem heeft dat hij niet kan
oplossen?
Hij lijkt op de zijdeworm die zijn cocon
spint
En ongelukkig sterft in wat hij gesponnen
heeft
Lees verder pag. 23
Eén van de eerste dingen die ik bij mijn komst in Nederland hoorde was: Het Indo
nesische elftal heeft na de nederlaag tegen Feyenoord zonder opgaaf van redenen andere
wedstrijden afgezegd. Dat is toch geen matiam! De andere verenigingen hadden reeds
voorverkoop en zijn zwaar gedupeerd. Dit is toch weer een sprekend voorbeeld van Indo
nesische onbetrouwbaarheid!"
Ik was werkelijk geschokt. Na juist weer
een tijd onder dit volk te hebben verkeerd
en het tegendeel van ontrouw te hebben
gemerkt, begreep ik hier niets van. Maar
het vlot concluderen van ontrouw móest wel
verre van me zijn. Wat zou er gebeurd
kunnen zijn?
Hoewel ik in de begindagen extra veel
contacten had met de Indonesische ge
meenschap ,ook "officiële" met de Ambas
sade, vernam ik niets. De Pasar Malam
werd gezamenlijk uitbundig gevierd en In
donesië presenteerde onze PM een nieuwe
daad van goodwill: de verrassing van het
optreden van de Lensoists. Er zat nog een
onaangenaam staartje aan dit optreden:
achteraf bleek een kostbare microfoon
"weg" te zijn. Niemand sprak echter van
"stelen". De houding van de Indonesische
gemeenschap was perfect en honderd pro
cent oprecht.
Dinsdagochtend brengt de krant het be
richt van de "desertie" (dit woord is van
de "Telegraaf") van de voetballer Wawejai
na afloop van de wedstrijd tegen Feyen
oord, de stappen van de Indonesische am
bassadeur bij de ministers Luns en Sam-
kalden, de koppige afwijzing en het ver
lenen van "gastvrijheid" aan Wawejai, het
geen doordgewoon neerkomt op het verle
nen van asiel".
Dit is op z'n zachtst gezegd "zeer te
leurstellend". Als in het kader van de nieu
we vriendschap en de herstelde betrekkin
gen een voetbalelftal een "goodwill-tour'
onderneemt, hoort die geste zowel door
de ondernemers als de gastheren te worden
gerespecteerd. Het elftal was bovendien
een typisch "all-Indonesian" ploeg, met
spelers dus uit heel Indonesia, inclusief het
"nieuwe" Irian, symbolisch dus voor de
eenheid van het hele Indonesische volk.
Want op mijn woord, Djakarta alléén had
een sterker en homogener elftal op de been
kunnen brengen!
Ik begrijp Wawejai's daad volkomen, al
waardeer ik haar niet. Maar onze regering
had rustig met Wawejai moeten praten:
"We kunnen en mogen dit niet doen. Voor
ons fatsoen alleen al niet. Wat later des
noods okay. Maar in dit kader van goodwill
en vriendschap vraag je ons eigenlijk in
breuk te maken op onze begrippen van op
zijn minst etiquette. En zeker onze eer.
Sorry, maar het kan niet".
Maar neen, hier wordt demonstratief en
met trotse terugblik op Holland's eeuwen
oude gastvrijheid asiel verleend! Het is
niet droevig, het is verbijsterend en uiter
mate pijnlijk. Vooral omdat in dezelfde pe
riode de verloofde van H.K.H. Prinses Bea
trix aan een openbaar kruisverhoor wordt
onderworpen voor de TV!
Ach, laat ons niet onder het aanvoeren
van "bewijzen" deze daden verdedigen.
Voor zelfs de grootste misdaad is wel een
logische verdediging, zoals onze moderne
rechtspraak keer op keer bewijst. Het weg
lopen van zo'n jonge jongen als Wawejai
en "de vrijheden van de mens" vinden ze
ker overal wel kampioenen. Maar alleen al
"sport-disciplinair" beschouwd is dit een
onaangename daad, die bovendien 'op hoog
niveau wordt gesanctionneerd. Welke op
vattingen bestaan in Nederland op het ge
bied van sportiviteit en internationale hof
felijkheid?
Het verlenen van asiel aan athleten,
schakers, balletdansers, etc. van achter het
IJzeren Gordijn (en omgekeerd) is in de
laatste tijd usance geworden. Ze vormen
een negatieve bevestiging van de positieve
vijandschap tussen twee werelden. Met de
ze daad drukt Nederland Indonesië achter
het IJzeren Gordijn waar het niet is. Na
jaren van afwezigheid weer in Nederland
teruggekeerd en met nieuwe bevestigingen
van oude genegenheden voor wat ontegen
zeggelijk (en trots) mijn geboorteland is,
maakt zo'n affaire mij werkelijk bedroefd.
Hoe eindeloos ver schijnen wij weer af te
staan van de volkeren der wereld met wie
wij toch vriendschapsbanden aanknopen
willen. En vraag ik me af: "Hoe weinigen
van ons willen het wérkelijk?' T.R.
Illlllllllllllllltllllllltllllllll'llllllllll'll'll""""!"!"!"""""""""^
I TE BESTELLEN BIJ
BOEKHANDEL
1 geschreven door oud-Indisch journa- j
list Jacq. Vréke en geïllustreerd door j
de alom bekende Eppo Doeve.
1 Een typografisch zeer goed verzorgd j
Boek en slechts in beperkte oplage j
van de pers gekomen!
1 Prijs f 17,50 1,25 portokosten
Totaal f 18,75
Te bestellen door storting van J
het verschuldigde bedrag op j
giro 6685 van Tong Tong,
Prins Mauritslaan 36
Den Haag.
iniiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiii"iiiiii«iii|'nii"iiniii»:,»:""in||ii|,||"|"|ii|ïïi
17