DE INDONESISCHE REVOLUTIE Vergeten Vervolg van pag. 5 rig en druk. Zaken, zaken, zaken. Mannen en vrouwen, jongemensen en ouden. Wordt de Indonesiër ooit een zakenman? Ja, ja, JA. Maar op zijn manier. En spot niet te gauw. Hier is meer "daring", meer "pushing po wer" dan U ooit verwacht zou hebben van de Anak Betawie van vroeger, die wegdutte in een middagslaap na enen. Het is gewoon onthutsend om te zien, hoe de "luie Inlan der" ontwaakt is tot ongekende activiteit, hoe hij niet meer in "perskots" of middag tukjes probeert zijn zorgen kwijt te raken, en evenmin probeert om in salarisacties meer te eisen. Hij gaat er gewoon op uit om meer te maken. Want alle ambtenaren wor den onderbetaald, maar alle ambtenaren werken in hun vrije tijd om het ontbrekende bij te verdienen. En wie zich die kunst niet eigen maakt, schaamt zich daarvoor, maar brult niet over onrecht. Vreemd, vreemd, ondenkbaar in het socialistische Europa waar elk bestaan gegarandeerd is, zelfs van de grootste lijntrekker en simulant. Ik vraag me wel eens af wat mensen als Dr. Huender, prof. van Gelderen, Mr. Broos- hooft, Schmalhausen, e.a. die in het oude Indië herhaaldelijk wezen op maatschappe lijke gebreken, wel gezegd zouden hebben van het Indonesië van thans. Ik denk in het bijzonder aan Van Gelderen: "De uit heemse bedrijfsontwikkeling...maakt de in heemse bevolking tot een natie van loon trekkers en daarmee van Indië een loon trekker onder de naties". De moderne In donesiër maakt zijn geld; hij loopt niet meer in een administratie. En bij alle gebreken die deze omschakeling nu nog vertoont is voor de opmerkzame toeschouwer heel dui delijk dat een nieuwe geest zich positief ontwikkelt: "Berdiri diatas kaki sendiri!" Sta op eigen benen, een geest die onte genzeggelijk goed is en vormend. Eigenlijk is dit bij eerste kennismaking wel verbijsterend. Ambtenaren verdienen maar een klein gedeelte van wat ze maan delijks verteren. Hoe kunnen ze bestaan! Vaak kan men het me ook niet precies uit leggen, maar men bestaat. De al te gemakkelijke "conclusie": DUS moeten ze allemaal wel knoeien. En corrup tie is doodgewoon onredelijk en laster lijk, zeker in de mond van ons, Indisch- gasten, die ons leven lang een overgrote majoriteit van onkreukbare en eerlijke amb tenaren hebben gekend. U lezer, knoeit U ook "automatisch" als U te kort komt? Of probeert U bij te verdienen? Het al te ge rede veronderstellen van het slechte in westerse maatschappijen over Aziatische landen geeft mij een bittere smaak in de mond...van de waard en zijn gasten... Voor de aanpakker zijn er in deze nieuwe maatschappij met zijn grote behoeften ook grote ontplooiingsmogelijkheden. Zoals een chauffeur (en niet eens zo'n ontwikkelde kerel) me zei: "Nu zijn er in Indonesia kansen voor iedereen. Als je maar niet lui bent of "bertingkah"alleen als je al wat geworden bent, mag je bertingkah zijn..." voegde hij er als een nagedachte aan toe. En inderdaad zie je tot in de beroerdste kampongs toe iedereen aan zijn kansen werken. Zowat iedereen verkoopt: zelfge maakt speelgoed, zelfgemaakte lekkernijen, sigaretten, enz. enz. Nieuwe beroepen: krantenverkopertjes die je nu op alle stra ten ziet, schoenpoetsers, autobandenplak kers, overzetveren (want nu de stad zo overvol is en overal is gebouwd is er ook meer behoefte gekomen aan bruggen. Die zijn er niet genoeg, maar èrètans doen dan het werk). Op het Goenoeng Sahari-kanaal tussen Pintu Besi en de sluis zijn er min stens acht, die overtrekken voor 25 Rupiah IS DE WEG "NOG NIET GOED"? (grofweg minder dan 2 Holl. centen). En waar in de loop van de dag toch wel wat in zit: de "zelfaangestelde djaga's" bij ge parkeerde auto's. Dat kost je ook 25 Ru piah, maar al die tijd is je wagen goed be waakt en ze helpen het verkeer zolang stop te zetten, als je weer de straat op moet draaien. Het is hetzelfde verschijnsel als in Mexi co: veel kleine verdiensten die toch wel oplopen en aan de ene kant diensten ver schaffen aan de maatschappij, aan de an dere kant eigen levensonderhoud verstrek ken. Zowel in Indonesië als in Mexico heb ik opgemerkt dat de consument niet geër gerd is door al deze kleine verschijnselen van "betaald dienstbetoon", maar dat men ze graag opbrengt omdat men weet minder bedeelden te helpen. Ik zag eens in Tor- reon in Mexico een monteur uit zijn auto- bengkel komen letterlijk van top tot teen onder de olie en vet, die toch zijn schoenen liet poetsen. Ik dacht: "Die vent is werke lijk grenzeloos fatterig!" tot ik de uitdruk king op zijn gezicht zag, terwijl hij op het schoenpoetsertje neerkeek en later tevreden zijn "pez" (pesos) gaf. Toen dacht ik: "Hier is werkelijk broederschap!" In Indonesia is (zoals ik reeds schreef in mijn artikel over "broederschap-hoeder- schap") een voortdurende en ruime be dachtzaamheid om elkanders lot. Geen amb tenaar komt om van gebrek. Geen succes vol zakenman wordt ooit alleen rijk. Hier faalt het stereotype tjap van elke Euro pese revolutie, van het conflict tussen "ha ves" en "have-nots", al dan niet met suc ces gepousseerd door socialisme of com munisme. Hier geen massa-acties voor meer salaris. Maak het zelf! Val de staat niet lastig. Niet ieder voor zich en vadertje staat voor ons allen. Kunnen we daar wel bij? We zullen wel moeten als we iets be grijpen willen van wat in Indonesië omgaat. Want het nieuwe Indonesië maakt z:jn eigen maatstaven, die meer stoelen op menselijk heid dan op systematiek. T.R. Op een zeer late avond in Djakarta keerden mijn gastheer en gastvrouw en ik van een visite weer huiswaarts. Op een bepaald punt gekomen zei mijn gastheer achter het stuur: "Ik zal maar een omweg maken, WANT DEZE WEG IS SLECHT". ,"Ja", zei zijn vrouw verstrooid, "DEZE WEG IS NOG NIET GOED". Ze zei het zonder de minste bijbedoeling, half slaperig en verstrooid. En ook de gastheer gaf geen "afbrekende critiek", maar bepaalde zijn koers op effi ciency. Beiden volgden automatisch hun normale gedachtenpatroon. Nochtans openden deze woorden mij plotseling en met grote helderheid de ogen. Wij kunnen met de realiteit van vandaag voor ogen, NU een betere weg kiezen dan die vlak voor ons ligt (en een betere weg is er ALTIJD te vinden voor wie het terrein kent) en we kunnen met een blik op de TOEKOMST bedenken dat deze slechte weg vlak voor ons LATER goed zal zijn. Maar NOOIT moeten wij vluchten voor de werkelijkheid en NOOIT moeten wij verzinken in nutteloos gekanker. Alleen wie vertrouwt op God en wie vertrouwt op zijn betere Ik, die zal tot inzicht en vooruitgang komen. Indonesië leeft nu letterlijk in het duister van de revolutie al rijdt het met de koplampen aan van het licht dezer revolutie. De vraag is alleen: hoe groot is het licht IN ONS? In Europa wordt nogal veel (en soms ook graag) verteld van het leed dat ons in 't verleden is wedervaren. Gruwel-memoires en dito foto's "doen" het goed. Eigenaardig is dat zoveel mensen die in derdaad "door de hel gegaan zijn" er nooit over praten. Zouden wij begrijpen waarom? Eigenaardig is ook dat in Indonesië nie mand praat over wat men ondervonden heeft. Zouden wij begrijpen waarom? 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 6