BARBIERS
DE „RAKJAT" (I)
Het woordenboek zegt dat het Indonesische woord "rakjat" volk betekent. Dat ik
nochtans dit woord onvertaald laat, komt omdat ik zeer nadrukkelijk het Indonesische volk
bedoel, ontdaan van de algemene, meestal op Europese leest geschoeide definities. Die
overigens met hetzelfde woord vaak uiteenlopende begrippen dekken.
"Volk" kan bij ons de totale mensen
groep betekenen, die een natie vormt. Maar
volk kan ook een partij-politieke betekenis
hebben en is dan meestal de aanduiding
voor wat vroeger de derde stand heette,
met somtijds trots en somtijds minach
ting "het proletariaat" genoemd wordt, de
massa der "have nots", de arbeiders en
kleine burgers die de tegenpartij vormen
van de "haves", de bezittende klasse, het
kapitaal. Met beide interpretaties moet men
bij het beoordelen van het Indonesische
volk goed uitkijken. Hier worden de meeste
blunders gemaakt bij politieke beoordelin
gen.
Wie het wezen van de Indonesische Rak
jat opzoekt, vindt de "persaudaraan", een
begrip dat vage overeenkomst vertoont met
de "Fraternité" van de Franse revolutie en
naar vele oppervlakkige toeschouwers den
ken een "adik" is van de Sovjet-communis
tische broederschap. Maar hier vergist men
zich schromelijk.
In Indonesië is het saudara-schap vol
strekt geen phrase, maar het leeft in zijn
volle kracht van bewuste familie-verbonden
heid.
Aanspraken als 'Pah', 'saudara', 'boeng',
'Oom' zijn algemeen. In de Indo-Chinese
wereld hoort men 'Ngkoh', 'Mpeh', 'Ntjiem',
enz. Er wordt niet gemeneerd. Deze bena
mingen zeggen de doorsnee buitenlander
niets. Maar wie het volk werkelijk kent, kan
duidelijk een warmere, intiemere klank in
zulke aanspraken beluisteren zoals in de
familiekring. Dat is in Indonesië met zijn
ongewoon sterke gezins- en familiebindin
gen eigenlijk heel natuurlijk. In de staat
voelt men zich ook werkelijk één grote fa
milie en voor de maatschappelijke en poli
tieke relaties gelden dezelfde verplichtingen
als in de gewone familierelaties: men blijft
zich bewust van de binding boven elke
materiële of ideologische diversiteit. Om die
reden kan vijandschap niet bestaan, noch
uitstoting. Men kan critiek hebben op de
politieke figuur Soebandrio en in zo'n ob
jectieve beschouwing noemt men hem Soe
bandrio "sec". Maar zodra men hem ziet
als de representant van de volkswil, de
"familie-wil", noemt men hem Pah Ban.
Het is een moeilijk te definiëren levens
houding, waarvan wij ons alleen een voor
stelling kunnen vormen in een parallel, die
in Europa ook bestaat en-wel op het gebied
van het geloof. Wij kennen allemaal gelo
vige vrienden, die binnen het kader van hun
religie toch spontane en eerlijke waarde
ring kunnen opbrengen voor "soortgeno
ten" van een ander geloof. Er bestaan
vriendschappen tussen Protestanten, Ka
tholieken en Mohammedanen, die hechter
zijn dan tussen deze personen en eigen
geloofsgenoten. Men bekapittelt elkander
niet, scheidt zich niet van elkander af, en
wel schroomt men niet voortdurend te ge
tuigen van de bijzondere waarden van het
eigen geloof, maar men doet het met tact,
wellevendheid, vriendschap en trouw. Zijn
zulke gelovigen "eigenlijk minder zuiver?"
Minder trouw aan hun eigen geloof? Hier
over kan uiteraard eindeloos getwist wor
den, maar het feit bestaat. En ditzelfde be
staat in de belangrijkste essentie van de
"persaudaraan en van de volksverbonden
heid. Men hoort bij elkaar ondanks contro
versen. Broeders blijven broeders, ook al
is de een bij de PNI en de ander bij de PKI.
Het Westen begrijpt dit niet goed. Men kan
met een Gaullist scherp afkeurend over de
Franse communisten praten of omgekeerd
en bijval krijgen. Maar in Indonesië "ruikt"
men direct de splijtzwamkweker en U "ligt
eruit". Menige buitenlandse mogenheid
heeft het met al te openlijke sympathie voor
bepaalde Indonesische groeperingen lelijk
bij Indonesië verkorven. Ik heb persoonlijk
gemerkt dat ik als buitenlander zoveel cri
tiek mocht hebben als ik wou, mits de uit
eindelijke Indonesische eenheid mij steeds
voor ogen bleef staan.
Bij de meer gestudeerde Indonesiërs is
maar al te goed bekend dat het imperialis
me macht won en handhaafde door knappe
toepassing van het "divide et impera": ver
deel en heers. Elke buitenlandse partij-po
litieke critiek wordt direct gebrandmerkt,
als een poging om wederom te verdelen.
Pas opl Pas op! Blijf één!!
Deze verbondenheid maakt ook dat het in
Indonesië niet mogelijk is dat onpopulaire
partijen of minderheden, of groepen die
zich met het beleid van de majoriteit niet
kunnen verenigen, automatisch buiten de
deur worden gezet. In Holland leidt dit b.v.
tot het uitsluiten van bepaalde politieke
groeperingen bij kabinetsformaties. De laat
ste keer is b.v. de WD buiten de deur ge
zet. Voordien de PvdA, een andere keer
weer de KVP. De CPN komt "natuurlijk so
wieso" nooit in aanmerking. Minderheden
worden in het Westen genadiglijk toege
staan te blijven bestaan, omdat wij immers
een vrije natie zijn met rechten voor iedere
burger, en een oppositiegroep is altijd wel
"humaan", maar tot zover mijne heren en
geen stap verderl Berlijnse muurtjes zitten
in elke Europese politiek, die is en ook
openlijk genoemd wordt: apartheids-politiek
De officiële negering en uitstoting is een
vast politiek patroon geworden. De demo
cratische volken hebben b.v. Rood-China
buiten de deur gezet, net zoals een tijdje
terug de PvdA buiten de deur was gezet.
Negeren en straffen door isolatie, het "on
deugdelijk bevinden om mee te doen" (of
zichzelf "té principieel" verklaren om
mee te willen doen), is in het Westen een
geijkte methode.
Laat mij, voordat er voorbarige ruzies
ontstaan, eerst nadrukkelijk vaststellen, dat
Ik niet zeg dat de westerse politiek (waar
toe ik ook Sovjet Rusland reken dat wel
zeer royaal is met betonnen muren, ijzeren
Djakarta zit nog steeds stikvol barbiers
onder bomen en afdakjes: een stoel, een
tafeltje, een spiegel, wat instrumenten en
botol semprots, een witte doek. Alleen he
ten ze nu niet meer "Salon de Coiffeur",
maar "Pemangkas Rambut". En de meest
geliefde naam voor een coiffeurssalon te
genwoordig, (net als "Excelsior" voor laun-
dry-men in het oude Sjanghai) is: "Simpa-
tlk".
Deze foto toont de beginfase van een leu
ke "kloppartij". Toen ik permissie vroeg om
de foto te maken, werd die mij gul verleend
door de kapper. Maar de jongeman wilde
niet op het plaatje staan. Misschien had
hij net als ik vroeger méér geld meege
kregen van Ma voor een nette kapper en
wilde er een slaatje uit slaan bij een straat
barbier. Hoe dan ook: hij wilde opstaan,
maar de barbier drukte z'n kop neer en
knipte door "met stijl" namanja. Grk-grk-
knip-knip ging het! En uit vrees dat de
jongeman gescalpeerd zou worden, ging ik
wijselijk met fotograferen niet verder.
gordijnen en verdoemingen) inferieur is aan
de Indonesische. Dat zal (helaas) alweer
de tijd moeten leren. Maar als wij een beet
je willen begrijpen van wat in Indonesië
gebeurt, zullen wij onze westerse opinies
en maatstaven thuis moeten laten. Het ver
oordelen staat verder een ieder vrij natuur
lijk.
Men zal mij misschien ook wijzen op
voorbeelden van Indonesische "onverzoen
lijkheid" t.a.v. sommige overtuigingen en
personen. Men zal b.v. wijzen op de ver
nietiging van de haarden van onrust in
Sulawesi, Pasoendan en Ambon. Wie echter
het standpunt van het Indonesische volk
billijken wil dat de absolute ondeelbaarheid
van volk en staat onschendbaarheid moet
blijven, kan de consequente en strenge
houding van het Indonesische gezag be
grijpen tegen personen als Kartasuwirjo,
Muzakhar en Soumokil, de "onverzoenlij-
ken". Die kan ook begrijpen waarom de
Lees verder volgende pag.
7