BiAüt mtftmmitBM&MMMÊJïtint De aap en de schilpad De leider van de apen was oud geworden en zijn neef, die hij zelf had groot gebracht, verjoeg hem van zijn troon. De oude apen- koning moest voor zijn leven vluchten. Hij ging wonen in een vijgenbosje aan de kust van een verwijderd eiland. Hij leefde van de vruchten die in zijn bosje groeiden en besteedde zijn tijd met peinzen over de ondankbaarheid van apen. Op een dag plukte de koning vijgen van een boom waarvan de takken over de zee hingen. Hij at de rijpe vruchten op en gooi de de onrijpe in de stille wateren. Een grote schildpad, die in het water onder de boom lag, ving de vallende vijgen op en vond ze heerlijk, ofschoon ze onrijp wa ren. Hij stak zijn kop boven water, boog herhaaldelijk, en zei: "Dank u heer, voor deze welkome versnapering", want hij dacht in zijn grenzeloze verwaandheid dat de apenkoning hem met opzet de vijgen toe wierp om hem zijn waardering te tonen. De oude koning moest hierom glimlachen maar nam genoegen met de dank van de schildpad. Hij was eenzaam in zijn bos en was dankbaar voor ieder gezelschap, zelfs voor dat van de verwaande schildpad. De volgende dag bezocht de schildpad we derom de apenkoning in zijn bos en de koning trakteerde hem weer op vijgen. Eni ge dagen gingen zo voorbij en de twee wer den goede vrienden. Op een dag drong het tot de schildpad door dat hij reeds lange tijd van huis weg was en dat hij eens terug moest' keren om te zien hoe zijn vrouw het maakte. Zijn huis was op een ander eiland, niet zo erg ver weg, en voor hij vertrok beloofde hij z'n vriend, de apenkoning, dat hij spoedig terug zou komen. In de tijd dat hij weg was, en zijn dagen sleet met zijn nieuwe vriend, was de vrouw van de schildpad ongerust geworden en vroeg zich af wat haar man overkomen kon zijn toen hij zo lang wegbleef. Toen ze van de buren hoorde dat hij z'n tijd door bracht in gezelschap van een aap werd ze woedend en besloot een eind te maken aan deze vriendschap. Toen de schildpad thuiskwam, vond hij zijn vrouw in bed, terwijl ze deed alsof ze ziek was. Hij schrok en vroeg: "Wat scheelt er aan lieve vrouw?" Maar z'n vrouw gaf geen antwoord, ze zuchtte alleen en kreunde. De buren kwamen en gaven hem raad. De eerste zei: "Uw vrouw is doodziek". De tweede zei: "Ze moet medicijn hebben". De derde zei: "De enige medicijn die haar genezen kan is het hart van een aap". De schildpad piekerde over deze raad en zei tot zichzelf: "Dat is alles goed en wel, maar waar haal ik een apehart vandaan?" Toen dacht hij aan zijn vriend de apenko ning. "Hij is mijn vriend, dat is waar, maar ten slotte is een vriend in nood ene ware vriend. Ik zal naar hem toegaan". En hij ging onmiddellijk op de terugreis. De koning keek al naar hem uit. "Waar ben je zo lang gebleven, mijn vriend?" vroeg hij. De schildpad antwoordde: "Ik heb voorbe reidingen getroffen voor je bezoek. Zie je, ik heb al lang iets voor je vriendelijkheid terug willen doen en daarom vraag ik je, of je me de eer wilt aandoen mij thuis te komen bezoeken". De koning was diep geroerd. "Dank je voor je uitnodiging, maar ik vrees, dat ik haar niet aan kan nemen. Hoe moet ik bij je thuis komen? Ik kan niet zwemmen". De schildpad liet zich niet ontmoedigen. "Met je goedvinden zal ik je op mijn rug overbrengen", stelde hij voor. De oude koning liet zich overhalen. Hij klom op de rug van de schildpad en deze begaf zich in zee. Toen ze halverwege waren stopte de schildpad omdat hij zich afvroeg of hij de aap nu zou doden of zou wachten tot ze dicht bij de kust waren. De aap merkte de aarzeling van de schildpad op en zijn hart versteende omdat hij de ander van iets verdacht. Hij liet echter niets merken van zijn verwarring en zei: "Wat scheelt er aan mijn vriend? Waar pieker je over?" De schildpad antwoordde: "Ach, waarom zou ik het ook voor je verbergen! Mijn vrouw is erg ziek en de enige medicijn die haar kan genezen is een apehart". De oude koning zag vlug genoeg in welk gevaar hij verkeerde maar hij hield zijn zinnen bij elkaar. "Waarom heb je me dat niet eerder gezegd?" vroeg hij, "Dan had ik m'n hart mee kunnen nemen". De schild pad was verbaasd. "Wat, bedoel je ermee om te zeggen dat je je hart niet bij je hebt?" De oude koning lachte: "Natuurlijk niet. Wist je dan niet dat wij apen ons hart thuis laten als we op reis gaan. Maar als je het werkelijk nodig hebt, breng me dan maar terug en ik zal het prettig vinden het je te kunnen geven". De schildpad was erg verheugd. Hij keerde onmiddellijk om en bracht de aap terug naar zijn bosje. Nauwelijks hadden zij de kust bereikt of de oude koning sprong op het land en klauterde in de eerste de beste boom. Daar maakte hij het zich gemakke lijk en begon vijgen te plukken alsof er niets was voorgevallen. De schildpad werd ongeduldig: "Schiet op vriend. Pak je hart en laten we gaan". Maar de oude koning antwoordde hem: "Dacht je heus dat ik even dwaas zou zijn als jij? Waarom zou ik mijn hart halen als ik het in mijn borst draag als ieder ander? En je kunt er zeker van zijn dat ik niet meer over zee ga met een vriend als jij". Misschien wil men slechts van liefde weten Omdat men verlangt je hart op te eten. Toen de oude man zijn verhaal verteld had dacht de jonge koning een ogenblik na en zei toen: "Dit verhaal is goed om te ont houden. Eigenlijk was de verraderlijke schildpad niets anders dan een sufferd om zijn prooi op die manier te laten ontsnap pen". "Er zijn zelfs grotere sufferds, machtige koning", antwoordde de oude man. "Zoals de apin die een handvol linzen stal". "Wat voor apin was dat?" vroeg de jonge koning. De oude man boog en begon zijn verhaal: OPLOSSINGEN BEROEPENRAADSEL Niet zo'n erg moeilijk raadsel, want alle op lossingen die ik binnen kreeg waren goed De verborgen beroepen waren: 1. journalist, 2. fotograaf, 3. bloemist, 4. banketbakker, 5. molenaar, 6. glazenwasser, 7. aannemer, 8. schipper, 9 oogarts, 10. conducteur. We hebben weer moeten loten en de geluk kige was deze keer Rehu Klatt in Rijswijk (Z.H.) Rehu heeft, als jullie dit lezen zijn prijs al ontvangen. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 16