DE „RAKJAT" (II)
oooooooooooooooooooooooooooo
O
2 8
oooooooooooooooooooooooooooc
Vervolg van pag. 7
tot het hoogste doel bereikt is. Men be
wondert hem als een tweede Ken Angrok,
die uit het volk zelf was voortgekomen,
koningen en keizers versloeg en zelf Ma-
haradja werd. Wie zou hem dat misgunnen?
Men vindt het ontzaglijk dat hij ondanks
alles "Boeng" gebleven is. Als hij spreekt
komt men bij tienduizenden naar het paleis
om te luisteren.
Alleen hij die veel naar bangsawans ge
weest is en de toeschouwers om zich heen
zorgvuldig heeft gadegeslagen ,weet wat er
in het volk omgaat voor Soekarno. Hier is
de vleesgeworden held uit de legenden,
die bang is voor niets, die Krutschev op de
schouders slaat als die met zijn schoen op
tafel slaat, en die straks met een schoen-
schop Krutschev ook de deur uit schopt als
het nodig is. Die "heel niet" bang is voor
Amerika en Engeland, die met alle groten
der aarde aan tafel kan zitten. En ze de
deur uit kan zetten als hem dat belieft.
'Boekan main!' 'Heran!' 'Loetjoe!' 'Branie!'
Men moet dit volk gekend hebben in
vroeger dagen met een nimmer eindigend
respect voor vreemde naties en met slechts
dromen van eigen helden in de bangsawan,
om zich een voorstelling te kunnen maken
van het wonder dat zich thans voor hen vol
trekt: een Indonesiër ,een man van eigen
bangsa die lariekoek durft te hebben aan
de hele wereld, die knikkert met koningen
en millioenen...het is waar! En nochtans is
het een wonder! Critisch afwegen van
deugden en gebreken is er niet bij. Zoals
voor de Fransman nog steeds Napoleon
DE held is (ook al hebben wij nog zoveel
te tawarren), zo is voor de Indonesische
Rakjat Soekarno HET ideaal.
Nu doe ik wederom een beroep op U,
Blanda Toewan Besar Met Boter Op zijn
Hoofd: hoe vaak zijn niet hoevelen van ons
kasar geweest, onbillijk, onredelijk, stom
dronken, immoreel, en hoe hielden Sidin
en Mariam door dik en dun van ons! Ver
geten soms? Waren we allemaal zulke no
bele vlekkeloze Blanke Goden? Hoe kon
den onze bedienden zwijgen over onze
deugden en niets zien van wat zonde was
in hun ogen, omdat daarnaast zo menige
Blanda eindeloos royaal kon zijn, en be
grijpend en een vriend door dik en dun.
Als "het volk" dit van ons kon hebben, hoe
veel meer kan het volk dit dan hebben van
zijn eigen saudara's!
Hoe zou men ooit kunnen mopperen op
deze man, hoe zou men ooit afgunstig kun-
O Wilt U s.v.p. bij al Uw betalingen o
O (girostortingen en postwissels) o
O steeds vermelden waar deze voor o
O bestemd zijn, dus abonnement, boek- o
8 je (de titel), advertentie, etc.
O O
O Dat bespaart veel tijd en onnodig g
O heen en weer geschrijf. R
8 DE ADMINISTRATIE 8
nen zijn op zijn grillen, critiek hebben op
zijn ondeugden? Alles behoort tot de le
gende immers? En als de legende realiteit
geworden is, met al zijn voortreffelijkheid,
waarom zou men klagen over de gebreken
aan de voortreffelijkheid? Het is logisch dat
Soekarno doet wat hij wil, want hij is de
super Marhaen, die immers ook deed en
doet wat hij wil? Waar wij in gepaste
preutsheid of deugdzaamheid of zelfs met
eerlijke verontwaardiging bepaalde gedra
gingen veroordelen, lacht de Rakjat erom,
en men heeft zijn president er des te meer
lief om, omdat hij bij al zijn glorie mens
blijft zoals zij. Is dat voor ons niet te be
grijpen? Moeilijk, moeilijk zeer zeker. En
toch verklaart deze liefde zóveel van de
huidige volksmaatschappij, dat zij in som
mige opzichten de enige sleutel is tot be-
begrip van deze Rakjat, die niet geleid
wordt door partij-indoctrinaties, noch door
partij-bonzen, noch door partij-beloften,
noch door internationale ideologieën, maar
staat omdat het zich één voelt met zijn
Bapah, die ook zijn Boeng is, zijn voor
beeld en zijn ideaal.
Dwars door elke maatschappelijke wor
steling heen weerklinkt soms dit gesprek:
"Wij hebben tekort, Pah, ons wordt on
recht aangedaan!"
"Heb ik jullie niet je onafhankelijkheid
gegeven, die ons dierbaarder is dan al
het andere in de wereld?"
"Ja, Pah".
"Wat houdt dat in? Berdiri di atas kaki
sendiri, nietwaar? En durven het te doen!
En niet klagen of bedelen. Heb ikzelf niet
alle leed doorstaan dat jullie doorstaan?
En heb ik ooit geklaagd of gebedeld om be
ter? Zet door, zet door! Durf gevaarlijk te
leven. Want wie veel aandurft, zal veel win
nen!"
Men klaagt niet. Probeer geen westerse
leefsystemen aan te prijzen die beter zijn
dan Boeng Karno, Er is niets beters. Ver
bijt je verdriet, pak zelf flinker aan, probeer
te leven zoals hij deed. Vertrouw op jezelf.
Durf te "vivere pericoloso" en laat je niet
omkopen door een weelderig bestaan en
minder onafhankelijkheid.
Men doet het. Punt.
En hierdoor drijft de Staat Indonesië op
een groter kurk dan alle kurken van buiten
landse hulp samen: de eigen onverzettelijk
heid, de eigen offervaardigheid, en de ei
gen moed van de Rakjat, die nog steeds
90% van de samenleving vormt.
En Djakarta getuigt daarvan in vele beel
den - voor hen die zien willen en zien kun
nen. Hebben wij te veel vertrouwen gehad
in de Bapah (en daardoor te weinig ver
trouwen is onszelf) en dus in tijden van
schaarste honger geleden? Onze fout. We
hadden best zelf ketella en andere gewas
sen kunnen verbouwen in onze vrije tijd.
Dus vind je nu in de hele stad op vrije
stukken grond langs spoorbanen, kanalen,
brede gazons (b.v. aan Tuin du Bus voor de
voormalige officierswoningen!) kleine tuin
tjes met ketella en vele andere soorten
groenten. Vele woningen hebben op hun
zij- of achtererven, ja zelfs voorerven, klei
ne keurige tuintjes. De nieuwe stad Keba-
joran staat vol met zulke tuintjes. Wie be
vreesd is voor honger straks, klage niet,
maar plante! De geest van Marhaen is
vaardig over de waakzame, onafhankelijke
burger.
En nog iets wordt duidelijker als wij mede
denken aan hetgeen ik reeds schreef over
de verdieping van het Geloof in Indonesië:
een geest van "Help Uzelf, zo helpt U
God!"
Daar sta je dan te midden van dit volk
(en ik heb gezworven in de kampongs van
Kepoe en Tanah Njonja, Tanah Rendah en
Tanah Abang, Slipi en Rawah Bangke en
Angkee, Tjisalak en Tjirandjang en Tjimindi
en veel veel meer), de voorspellingen van
Europa en Amerika klinken nog na in m'n
oren: "Het volk verkommert! Dat loopt
slecht af! Het einde is nabij!" en dan ben je
doodgewoon te gast bij de Rakjat: "Sela-
mat dateng, toean!" "Soedi mampir, Oom
Tjalie!" "Selamat makan, Pah Robinson!"...
Moet ik zeggen: Dit is allemaal leugen?
De Persaudaraan verslindt deze oude ko
loniaal in één hap en er blijft alleen een
ouwe kontjo over. die eens mee vliegerde,
werkte, leefde en lachte. Alle meetstokjes
van westerse verhoudingen, van sociale
eisen, van burgerrechten, van democrati
sche zaligheden, die je parmantig uit Euro
pa hebt meegebracht ,stop je verlegen weg:
ze zijn helemaal ondeugdelijk en fout. Ze
zijn misschien okay daar, maar hier zijn ze
een strikdas op een toetoep, bretels op een
plekat ,een pollepel op een tjobèk.
Als je met een communist praat, voel je
je gewoon voor schut staan als je meent
te moeten vaststellen dat "volgens het Ma
nifesto van Marx...".
"O, ja?"
Je realiseert je opeens dat deze Marx
een meneer is, die al bijna honderd jaar
dood is, een Duitser in Engeland of Fran
krijk of zo, geweldig dikke boeken schreef,
die niemand goed kent. En overigens ging
het toch om de bruikbaarheid van een com
munistische gedachte in het Indonesië van
nu en niet om wat van een oude theorie
lakoe is voor andere volken...
En je bent beschaamd als je met een
Batak over zekere morele verplichtingen
spreekt en je citeert een bijbeltekst, en hij
zegt verrast: 'Staat dat in de Bijbel? Waar?'
Hij had die waarde al lang zelf gevonden
en leefde ernaar ook zonder Bijbel...
In deze nieuwe oriëntering van het volk
waarin massa's levenswaarden in hoog
tempo doorleefd worden (niet in druk ver-
baliseerd als stukken van overtuiging), komt
de Rakjat met een eigen natuur en een
eigen levenspatroon "uit de verf". Niet om
vergelijkingen met andere volksdefinities
gaat het, maar om het doorgronden van de
aard van deze nieuwe Indonesische Rakjat-
En dan is zelfs de kleinste maar eerlijke
poging meer waard dan de bevooroordeel
de opinie zonder verder onderzoek. T.R.
8