SYMBOLEN (I) Chinese Vertellingen China: Schrift Mythen, sagen, sprookjes, verhalen over bovennatuurlijke gebeurtenissen zijn met de sym bolen en de gebruiken levend gebleven in de natuurgodsdienst van het Chinese volk. Zij vinden hun oorsprong in de eerbied voor alles, wat met de historie van China te maken heeft: de oudste geschiedenis van het land, de Keizers uit de Prehistorische en de his torische Perioden, het mysterie van het ontstaan der karaktertekens, der muziekinstrumen ten en de muziek en in het geloof in de onsterfelijkheid van de ziel. Er is misschien geen land ter wereld, waar het leven van de oermens een millioen jaren geleden is ontstaan en wiens nakomelingen schap op dezelfde bodem vanuit zijn primi tief bestaan zich ontwikkeld heeft tot onge kende hoogten van beschaving. De diep-religieuse ondergrond van het Ta- oisme, het Confucianisme, het Buddhisme is de gedachte, dat er één Oer-Oorsprong is, waaruit Hemel en Aarde en de Tiendui zend Dingen zijn ontstaan en waartoe zij terugkeren, als de taak is volbracht. Het geloof in het voortbestaan van de ziel is de grondgedachte van de "Eredienst voor de Afgestorvenen", voor wie men een rust plaats zoekt, zoals men een huis bouwt voor de levenden, met behulp van het ma gische systeem van "Feng Shui", "Wind en Water", dat is: in harmonie met de "Kosmische Adem". De symbolische figuren op de daken der huizen en tempels, de afbeeldingen van goden bij de huisdeuren, de beelden voor de graftomben plaatst men voornamelijk met het doel, een goede uitstraling te bewerken tot zegen van degenen, die er verblijven. De "Kinderliefde", de grootste deugd bij het Chinese voik, later vooral door K'ung Fu Tzu en Meng Tzu gepredikt, komt voort uit de oude cultus van de "Eredienst der Voorouders"., die gevierd wordt op de 1e dag van "Ch'ing Ming", de 3e zonneperio- de, die op 5 april begint. De graven worden schoongeveegd met wilgentakken, wierook wordt gebrand en een offerande gebracht van spijzen en papiergeld. In oer-oude tijden was dit de dag, dat de vuren in de kookplaatsen, die voor drie dagen gedoofd waren, weer werden aange stoken. Gedurende deze tijd werd geen warm eten genuttigd. Nu nog heet dit ge bruik "han shih", hetgeen "koud voedsel" betekent of "chin huo" "verboden vuur". Het "Vroege Feest der Geesten" vindt plaats op de 15e dag van de tweede maan, dan brandt men wierook op de heuvels. Het "Late Feest der Geesten" viert men op de 15e dag van de tiende maan, waarbij wierook bij de graftomben wordt geofferd. Op de 15e dag van de 7e maan: "Yü Lan P'en Hui", "Het Vat, dat de Offerande be vat", gedenkt men de eenzame doden, die ver van huis gestorven zijn en niemand hebben, om hen op bijzondere wijze te eren. De verbondenheid met de natuur uit zich in het Lentefeest "Li Ch'un" op 5 februari en in de feesten van de Lente-dag en nacht evening "Ch'un Fen" op 20 maart, de Zo- mer-zonnewende "Hsia Chih" op 21 juni, de Herfst-equinox "Chiu Fen" op 23 sep tember en van het Wintersolstitium "Tung Chih" op 22 december. Het "Bloemenfeest" valt op de 12e dag van de tweede maan. Vrouwen en kinderen versieren de takken der bloeiende heesters met kleurige papieren of zijden linten, reci teren lovende zinspreuken en maken een ootmoedige buiging. Deze eredienst verze kert een vruchtbaar seizoen. Getrouwde vrouwen steken zich bloemen in het haar en in de huizen plaatst men mooie potten met levende bloesemtakken of kunstbloe men, de kostbaarste gemaakt van edelste nen met bladeren van jade. Bloemen, planten, bomen, dieren, water, vuur, maan, sterren, schelpen, edelstenen en nog vele dingen hebben in China een bijzondere betekenis en ziet men als versie ring aangebracht op het prachtige porce- lein, de geborduurde kleden, op scrolls, ta pijten en kledingstukken. In vroegere tijden mochten alleen de gor dijnen van de Keizerlijke bedsteden met Hi- biscus-bloemen geborduurd worden. "In the white Hibiscus bower She lingers through the soft spring nights" (The Never-ending Wrong" van Po Chii-i 772-846). Het is gek maar ieder mens op de wereld kent Chinees schrift van aanzien, maar bui ten China is er misschien maar 1 op de miljoen die dit schrift lezen kan. Chinese letters heb ik overal in Indonesië gezien, in Singapore, India, Amsterdam, Bonn, Pa rijs, Aruba, Mexico (en in die onbeschrijfe lijk slome, maar ook onvergelijkelijk char mante en filosofische Latijns-Amerikaanse treinen - althans voor een luiaard als ik - heb ik vaak overdacht Chinees te leren!). Chinese letters (eigenlijk woorden) ma ken soms een artistieke, soms een myste rieuze, soms een verwarrende indruk op ons. Maar ook al worden ze in Amsterdam duizend maal gezien, men kent geen één woord of teken. Het gaat ons gewoon "geen snars aan" dat dit of dat teken staat voor "Tan" of voor "eethuis". Dus gaat voor ons ook de vreugde verloren om elders ook de naam "Tan" te kunnen lezen of "eet huis". Toen ik als "runner" voor de impor teurs Leslie-Miller veel in de kota liep te leuren, leerde ik "voor de mop" Chinees schrift en maakte soms met twee, drie te kens goede sobats, Maar ook toen reali seerde ik me niet welke enorme vorming deze schrifttaal had voor de cultureel-poli- tieke eenheid van de "volkeren-groep" die wij China noemen. Als we nagaan hoe lang Europa al zoekt naar een Europese eenheid, Karei de Grote met macht en feodale huwelijken, Napoleon met zijn wetten en zijn oorlogen (en zijn droom van 1 Europa met 1 wet en 1 munt), Steeds worden speciale vogels en dieren bij speciale bloemen en planten geschikt. De phoenix, de fazant, de pauw en de haan bij de Pioenroos, de Koningin der bloemen, het zinnebeeld van liefde, toewijding en vrouwelijke schoonheid. De eend bij de Lotus, het symbool van rein heid, volmaaktheid en onvergankelijkheid. Aangewend als heilig symbool, zo wordt de Lotus versierd met linten, de heilige krans voorstellende, die van de mystieke bloem uitstraalt. De Mandarijn-eend en woerd zijn het embleem van eeuwige trouw, omdat zij éénmaal gepaard, elkaar nooit meer verlaten. De zwaluw, die voorspoed en geluk aan kondigt, hoort bij de wilg, het zinnebeeld van ranke schoonheid en broze tederheid. De wilg heeft de macht de boze geesten te weren, op de 5e dag van de vijfde maan wordt een wilgentak boven de voordeur be vestigd, om slechte invloeden te verdrijven. Kwartels en patrijzen brengt men samen met pluimgierst, het symbool van overvloed. De reiger en de pijnboom zijn zinnebeel den van een lang leven. Soms wordt een papieren reiger met uitgespreide vleugels en staande op één poot op de doodkist in een rouwstoet geplaatst, opdat hij de ziel van de afgestorvene naar het "Westelijke Paradijs" zal dragen. De Bamboe, de Pijnboom en de Prunus he ten "De drie Vrienden", omdat ze groen zijn in het koude jaargetijde. (wordt vervolgd) CORRA CORRA. Uit: Chinese Sybolism. C. A. S. Williams. de stuwers van het Esperanto, de Engelsen met hun taal als "wereld-cultuurtaal", en dat al die Europese pogingen alsmaar mis lukken, dan kunnen we iets begrijpen van wat China tot stand gebracht heeft met zijn ideografische taal, die de grote band is ge worden van al die volken en talen tussen Turkmenië en Sjanghai en van Thibet tot Mansjurije. De overbrugger van de verschil lende talen van de Lolo en de Tung, de Miao en de Thai, de Mongolen en de "Tur- kische Chinezen" van Sin Kiang, ja zelfs tussen de Chinezen in Rio de Janeiro die, zwervend over de hele wereld, al duizend jaar weg zijn van hun Land van Herkomst, en de nomaden van de noordelijkste toen dra's die al meer dan tienduizend jaar "nooit van huus" waren. Stelt U zich eens voor dat Friezen van Tietjerksteradeel en Sicilianen, Laplanders en Basken gezellig bij elkaar zouden kun nen zitten met boeken in een gemeenschap pelijke taal en met 'druk pratende penselen' om elkander te begrijpen met mond dicht, wat een wonder! Misschien zou er dan nooit meer oorlog zijn. Er zou in elk geval geen "stille wrok" zijn tegen een "opge drongen" taal (b.v. het Engels of het Hindi). Wanneer is het Chinese schrift ontdekt? Is het na eeuwen lang strijd opgedrongen of is het in wijsheid aanvaard? Het Chine se schrift is een culturele topprestatie die ongeëvenaard is in de historie der mens heid. In dat gekke volk met z'n gekke let ters zit misschien toch wel meer dan wij zo oppervlakkig denken. T.R. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 10