Achter de schermen van „Patekoan" Martha Zeker hebben vele lezers als tawanan een korte tijd doorgebracht in de Chinese school aan Patekoan te Djakarta. Toch is aan dit betrekkelijk kleine "doorgangskamp" een zee van bijzonder onprettige ervaringen overgehouden. Want hier waren de Jappen zo mogelijk nog strenger dan elders. Het eten was slecht en in omgekeerde verhouding slaag royaall Vanuit het Ja panse gezichtspunt was dit begrijpelijk. Want in deze Indo-Chinese gemeenschap konden contacten met de buitenwereld het gevaarlijkst worden. Hier waren de knapste smokkelaars en hier waren de mensen met de verste vrije contacten. Vooral op smok kelbriefjes (in en uit) was de controle ui terst scherp. Op dit terrein zullen sommigen zich mis schien de naam "Martha" herinneren, een meisje dat de meeste tawanans nooit gezien hebben, maar dat als een "reddende engel" om het kamp waarde en menig contact tot stand heeft gebracht met letterlijk de inzet van haar leven. Wie is Martha? Martha is de Indo-Chinese vrouw The Tai Giok, nu 43 jaar oud en nog steeds een blootvoetige zwerfster langs Djakarta's stra ten zoals ze haar leven lang geweest is. Als kind al wilde ze nooit naar school, liep vaak van huis weg en bleef dan dagen, weken lang zoek. Het grote Djakarta slokte het kleine meisje volledig op en dat vond ze prachtig. Geen school, geen studie was zo mooi en zo boeiend als het leven zelf. De serieuze en vrij welgestelde ouders probeerden van alles om hun dochter in het gareel te houden, maar Martha was nu een maal een zigeunermeisje 24 karaat en liever sliep ze ergens op straat in een lege kist en met een lege maag, in een vies jurkje en tussen straathonden en katten dan thuis te zijn en op te groeien als een net, deugd zaam meisje. De oorlog was voor haar één geweldige kermisachtige sensatie. De hele wereld lag ondersteboven. Dure meneren liepen in sol datenjassen, wonderlijke jonge kerels uit vreemde landen wandelden door Djakarta's straten: Amerikanen, Britten, Australiërs. Martha was verliefd op allemaal. Tot twee maal toe heeft ze tijdens de oorlog een langdurige verhouding met zo'n buitenlan der gehad, een Texasser of een Mexicaan, precies weet ze het niet meer. Uit deze verbintenis zijn twee kinderen geboren, Di ana en "John Wayne". Diana heet werke lijk zo, maar John Wayne heeft een Chinese naam. Maar het is een breedgeschouderde, forse knaap die het vertikte om van het dak naar beneden te komen om gefotografeerd te worden, aangezien hij aan het "adoe lajangan" was. Diana is honderd procent het tegenbeeld van Martha. Ze is huiselijk en ambitieus. Ze heeft pianolessen en speelt klassieke muziek. Ze is bijzonder in telligent en studeert flink. Dat is dat. En Martha? Martha had in haar straatle ven geleerd zich te ontfermen over de ver drukten en ellendigen. Toen dus onze jon gens knijp zaten in de Chin Ming Hui school en gebrek leden en contact zochten met de buitenwereld, was Martha present om Martha te helpen. Zelfs toen in de gangetjes achter de school geen mens meer durfde te komen omdat de Japanse schildwachten letterlijk iedereen met bamboes en geweerkolven tuchtigden, was Martha er te vinden. Ze wachtte onder de ventilatie-openingen van de blinde muren of er briefjes uit zou den vallen. En door die gaten gooide ze andere briefjes naar binnen en soms ook eten. Of hoorde ze mondelinge boodschap pen aan: "Martha, mijn vrouw woont in Laan Menu, Mèstèr. Doe haar mijn groeten en zeg dat het goed gaat met Pappie..." En Martha liep zoals ze nog nooit van haar leven gelopen had. Helemaal naar Mèstèr, naar de Goentoerweg, naar de Struiswijk straat...om ongelezen briefjes te brengen van ongeziene mannen naar onbekende vrouwen. Op een dag was de maat vol bij de Kem- petai. Martha werd gepakt en zou onthoofd worden. De rode vlag ging op voor de ge vangenis Glodok om de gemeenschap te De zijmuur van de school op Patekoan met de briefjes gesmokkeld werden. verkondigen dat een executie zou plaats hebben. Gratieverzoeken werden afgewe zen. Intussen werd de arme Martha op de meest onvoorstelbare wijze gemarteld en getuchtigd om haar te dwingen te verraden voor wie ze briefjes gesmokkeld had. Mar tha zweeg. De laatste nacht lagen haar moeder en grootmoeder op hun knieën voor de wacht ,tot de dageraad aanbrak en het vonnis voltrokken zou worden. Martha werd in vrijheid gesteld. Ze be gon trouwens toch al raar te doen de laat ste dagen. Te veel op het hoofd geslagen? Martha is sinds die tijd inderdaad "een beetje kiedewiet" gebleven. Ze kwam wel iswaar niet meer bij de school, maar ze zwierf nog harder dan vroeger. Ze zwerft nog steeds. Nog steeds op blote voeten, nog steeds zonder de minste behoefte aan welke hulp ook. "Martha heeft geen geld nodig", pocht ze. "Martha kan drie dagen achtereen leven zonder te eten, Oom Tjalie!" "Nou nou, Martha, daar zie je niet naar uit! Hoe kom je toch altijd weer aan eten?" "O, er zijn toch veel men sen op de wereld, die altijd wat over heb ben? Martha komt niets te kort!" "Kan ik je ergens mee helpen?" "Natuurlijk, Oom Tjalie, geef mij geld!" "Lo! Ik dacht dat je geen geld nodig had! Hoeveel wil je heb ben?" "Lima riboe! Sepoeloeh riboe!" "Ben je gek! Wat moet je met dat geld doen!" "Er is een arme Indo familie, Oom Tjalie. Ze wonen daar en daar. Ajo, kom toch mee om ze te helpen. Als je die kinderen ziet..." Martha is meestal onvindbaar, maar als ze me ziet, klampt ze me ook altijd aan: "Mintah toeloeng dong, Oom Tjalie, ga mee. Ga mee..." "Het kan niet zo, Martha, dit moet breder opgezet worden en gezonder. Oom Tjalie komt straks wel terug om wer kelijk goed aan te pakken..." Ze gelooft me maar half. Zoveel mensen zeggen dat ze terug zullen komen en ze komen nooit terug! Lees verder volgende pag. ventilatiesleuven in de muren, waardoorheen de Diana 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 11