DE KOLONEL EN DE GEYSER
Toen Mevrouw Lotte van Weede, een zeer aannemelijke brunette van vijf en twintig
lentes, bezoek kreeg van een Japanse luitenant die met veel geklikklak van hakken en
stram gesalueer zijn Duitse leermeesters imiteerde, suggereerde haar onderbewustzijn
haar dat er nare dingen op til waren.
In zijn beste Engels en met vele buigin
gen gaf de nog zeer prille officier te ken
nen, dat zijn kolonel, wiens adjudant hij
was, onder aanbieding van duizend excu
ses zo vrij zou zijn haar huis tot zijn tijde
lijk domijn te maken. Mevrouw zou, aldus
verzekerde de jonge godenzoon, wel over
tuigd zijn van 's kolonels leedwezen, doch
binnen vier en twintig uren moest het huis
zijn ontruimd. Mevrouw was echter vrij om
alles wat haar lief was mede te nemen, be
halve dan de onmisbare meubelen als stoe
len, tafels, bedden met toebehoren, enige
zeer goed gevulde linnenkasten, serviezen
en wat alzo nodig was om een huis draag
lijk bewoonbaar te maken.
De zaken nemende zoals zij waren, be
sloot Lotte "bonne mine a mauvais jeu" te
maken. Met een "drink" en een sigaret stel
de zij het luitenantje op zijn gemak en som
de zij vervolgens een reeks huishoudelijke
artikelen op, zonder welke, naar zij be
weerde, het leven voor haar geen waarde
meer had.
Met talloze buigingen deed de jeugdige
krijgsman, die hevig onder de bekoring van
de struise Lotte scheen te zijn gekomen,
alle concessies, die hij, zonder met zijn
chef in conflict te komen, zich meende te
kunnen veroorloven.
Reeds de volgende dag kon de kolonel
zijn home betrekken. Lotte trok in bij een
vriendin, die evenals zij door rigoreuze in
terneringsmaatregelen van haar echtgenoot
was beroofd.
Toen na het vallen van de avond beide
vriendinnen op de voorgalerij de teleurstel
lingen van het leven aan diepgaande be
schouwingen onderwierpen, stopte met he
vig geknars van remmen een fonkelnieuwe
auto voor het huis. De jonge Japanner,
waarmede Lotte reeds kennis had gemaakt,
stapte uit het voertuig en schreed met haas
tige passen op het tweetal dames toe. Na
enige diepe buigingen te hebben gemaakt,
wendde hij zich tot Lotte.
"De kolonel laat U vriendelijk verzoeken
hem enige inlichtingen te willen geven.
Wanneer U mee wilt gaan, breng ik U bin
nen enkele minuten weer thuis".
De vriendin, zeker niet blind voor Lotte's
bekoorlijkheden, meende een adder onder
het gras te bespeuren. Resoluut zei ze dan
ook:
"Lotte, kind, ik laat je niet alleen gaan.
Wie weet wat de oude sater in de zin heeft"
Het luitenantje, aanvoelende wat de vrien
din opmerkte, haastte zich met enige ver
ontwaardiging in zijn stem te verklaren,
dat op zijn erewoord de lady gaaf en onge
deerd zou worden geretourneerd. Lotte
lachte grimmig, stak haar mollige, doch
niettemin stevige armen met een ruk voor
uit en verzekerde haar vriendin dat, mocht
dit nodig zijn, zij zich als een razende bos
kat zou verweren tegen alle aanslagen op
haar eerbaarheid en wat daar verder ver
band mee hield.
Galant hielp de Japanner Lotte in de au
to. Geen vijf minuten later stond de sedan
stil voor het huis, dat de jonge vrouw
noodgedwongen had moeten verlaten. De
officier hielp, steeds in stijl, Lotte bij het
uitstijgen en gaf te kennen dat hij maar
vóór zou gaan naar het vertrek waar de
kolonel zich op dat ogenblik ophield.
Lotte's verwondering steeg naarmate zij
via de voorgalerij, kantoor en eetkamer naar
de bijgebouwen werd gevoerd. Tenslotte
maakte de officier voor de badkamer halt
en front. Na even te hebben geklopt gooi
de hij, als gold het de toegang tot een
troonzaal, de deur van de badkamer open.
Nu was Lotte een vlotte vrouw, hyper
modern en wars van valse preutsheid. Toch
was de film, die zich voor haar oog ont
rolde, haar bijna te machtig. Daar toch
stond, in al zijn naakte lelijkheid, de lende
nen slechts omgord door een handdoekje,
de kolonel, door een uilenbril van bijzonde
re proporties ingespannen turend naar de
geyser, die naar believen voor een warme
douche kon worden ingeschakeld, mits men
op de hoogte was van deszelfs behandeling.
Met een koelbloedigheid, die de ware
krijgsman kenmerkt, dan wel de onschuld
die de reine alles rein doet zijn, wendde
de kolonel zich langzaam om. Een buiging
als van een hoveling volgde en voor de
verbijsterde Lotte de wel zeer eigenaardige
situatie had verwerkt, hoorde zij de schaars
geklede hoofdofficier onder aanbieding van
vele verontschuldigingen in gebroken En
gels uitleggen, dat hij naar 's lands wijze
een warm bad had willen nemen, doch dat
de geyser dienst weigerde. En of mevrouw
nu maar zo goed wilde zijn om van voor
lichting en advies te dienen.
Met totale negatie van de summiere kle
dij van de kolonel en, naar zij later haar
vriendin opbiechtte, bijna stikkende van de
ingehouden jool, wist Lotte met enkele
handgrepen de recalcitrante geyser tot rede
<=r
Van de schrijfster LEA MORRIS
verkrijgbaar:
bij BOEKHANDEL TONG TONG
BUS Hl DO (pocketuitg., 176 pag.)
Lea Morris woonde 27 jaar in Indonesië,
zij maakte er de Japanse bezetting mee en
verbleef enige jaren in verscheidene be
ruchte vrouwenkampen. De gebeurtenissen,
beschreven in haar eerste boek BUSHIDO,
zijn historisch.
Prijs: 1,50 0,30 porto ƒ1,80
EN TOCH HATEN WIJ NIET..
Een verhaal, dat zich afspeelt in de on
rustige jaren tijdens en direct na de Ja
panse bezetting. Over de Indonesiër, die
fanatiek vecht voor zijn vrijheid, de Chi
nees, die tussen dit ontwaken beklemd
raakt, de Indische Nederlander, die zonder
vaderland komt te staan...
Gebonden, 227 pag.
Prijs: 4,50 0,60 porto ƒ5,10
Verkrijgbaar door storting van b.g.
bedragen op giro 6685, met vermel
ding van gewenste titel, of afhalen,
Prins Mauritslaan 36 - Den Haag.
TUTOYEREN
Brenda, onze kleindochter van 3 jaar,
kreeg van haar moeder, onze dochter, voor
de honderd en zoveelste maal te horen:
"Brenda, tegen Oma moet je U zeggen!"
Brenda loopt even later naar mij toe en
zegt dan: "Opa, Oma is U, maar jij bent
jij, hè Opa?"
Wat moet je daar als Opa nu op ant
woorden? J. CH. COOKE.
te brengen. Een kleine repetitie, een brede
grijns van genoegen en met een buiging
van vele graden betuigde de kolonel zijn
eeuwigdurende dank en dito verplichting...
Even later voerde de glanzende sedan,
tot grote verbazing van de jonge Nipponse
krijger, een van lachen snikkende en gie
rende Lotte huiswaarts. J. N. B. GELINK.
17