De nevelpanter Foto uit: Zoogdieren der Wereld Vervolg van pag. 12 verspilden. Nooit iets van gehoord. Maar NU sticht men een Nederlands Peace Corps En toch, en TOCH...Wij hebben geinves- teerd en het geeft nieuwe dividenden. Kijk maar eens rond. Ga maar eens wandelen op zondag, ga maar eens winkelen doorde weeks. Onze kinderen zijn getrouwd. Onze dochters hebben een man gevonden. Wat je ook aan Nederland mag verwijten ras discriminatie is ons vreemd. Onze meisjes vonden een man, onze jongens een vrouw. Indië nam ons alles af, maar onze geest, onze beschaving namen we mee naar 'huis'. En als je dan in Goes of in Los Angeles of in Den Haag een jonge man, een jonge vrouw ontmoet, een beetje getint, die dat ondefinieerbare heeft, wat voor ons zo be kend is, dat gemak van zich bewegen, die vaardigheid in aanpassen, dan weten we dat we belegd hebben. Belegd in de MENS. Wij zijn geen sociologen en kunnen moeilijk in tabellen vastleggen, HOEVEEL Nederland heeft geprofiteerd van onze stijl, van ons savoir-vivre, van ons karakter. We zijn geen kamergeleerden, en nu al jaren trekken we over de wereld en een vaderland hebben we zo niet meer. Maar ONZE mensen her kennen we OVERAL. Of we nu een kaartje kopen in New York en de man aan de coun ter zegt: "Slamat djalan, bung", of dat we in Bukavu een avondje eten en de dokter zegt: "Enak sekalie", of we nu in Rotter dam in een restaurant eten en de ober zegt: "Slamat makan, dan banjak sambal adah...", we WETEN, dat we niet verloren zijn. Onze kinderen wonen in Canada, onze vrienden in Nieuw Zeeland, maar we ZIJN en we BLIJVEN de mensen, die een dividend op leveren, die de wereld rijker hebben ge maakt. Het is al laat in Leopoldville, het is ook niet zo vroeg meer in ons leven. Het is volle middag en meer...Maar als we terug kijken, dan zijn we als de Goede Dienst knecht in het Oude Boek, die met zijn talenten had gewoekerd en die vruchten voortbracht zonder tal. Aan al die vrienden van ons, die bewezen hebben, dat het waar achtig TOCH wel gaat: Trimah Kassi, Ban jak... F. G. P. BAIJENS REINDERS. Mevrouw Baijens, als ik niet zo blij en zo trots was met Uw artikel, ik zou afgunstig op U moeten zijn! Want geen ingezonden stuk in alle jaren Tong Tong en al het redactio nele werk erbij!) vat zó kort, zó meesterlijk geschreven alle gedachten van repatrianten sa men als dit. Alleen voor dit stuk al is het waard dat Tong Tong gemaakt is. Laat ons hopen dal wij dit dividend tijdig investeren kunnen in nieuwe vriendschap. Welke prachtige nieuwe kapitalen kunnen hieruit groeien! Nogmaals: hormat! Selamat! Het ga U uel onder de Tropenzon. Onder élke zon! Saluut. T.R. In plaats van de normaal gevlekte panter (Felis pardus) komt op Sumatra en Borneo de nevelpanter voor (Felis nebulosa), ook wel genaamd Rimau dahan boomtijger). Hij wordt ca. 1.85 m lang en 45 cm hoog, terwijl op de totale lengte ca. 85 cm voor de staart komt. De kop is kleiner dan bij de gevlekte panter, de staart langer, de poten korter De huid is veel mooier dan die van de gevlekte panter, vertoont geen zwarte vlekken maar juist lichtere, die bo vendien door zwarte ringen van elkaar wor den gescheiden. Jammer genoeg vindt men in de dierentui nen deze prachtige dieren waarvan de on gewoon mooie huid direct opvalt, slechts sporadisch. De nevelpanter jaagt voornamelijk op a- pen en andere boomdieren, soms echter ook op de grond, op kidangs, kantjils, klei ne varkens, enz. Ik was er getuige van hoe hij een aap te pakken kreeg. Toen de apen hem in de gaten hadden, sprongen ze op de grond en zochten een goed heen komen. Eén oordeelde het veiliger in de boom te blijven zitten, en kroop naar het uiteinde van een heel dun takje, denkende dat de nevelpanter hem daar niet zou kun nen volgen. Het was fantastisch om te zien hoe de nevelpanter zich zover op hef dunne takje waagde tot hij de sprong kon doen. Beide dieren vielen uit de boom, maar voor de aap betekende dat het einde. Hij werd ter plaatse doodgebeten en toen weer mee naar boven genomen, de boom in, om daar te worden opgepeuzeld. Op dat moment had ik het dier gemakkelijk kunnen neer leggen, maar ik deed het niet. Er was geen reden voor om het bijzonder mooie dier af te schieten, en bovendien zou het de apen misschien leren de vruchtbomen met rust te laten. Later werd mij een gevangen exemplaar gebracht. Het vertoonde echter diepe won den aan de poten .veroorzaakt door de sta len lussen waarmee het was gevangen. Door zijn wanhopige pogingen om zich te bevrijden, waren deze tot diep in het vlees gedrongen, zelfs hier en daar tot op het been. Ik had er een zwaar hoofd in dat ik hem in het leven zou kunnen houden, maar kocht hem toch. Iedere dag verzorgde ik de wonden twee maal, in een kooi die zó was geconstru eerd dat één der wanden kon worden opge schoven, zodat ik hem dus zonder gevaar kon behandelen. Toen hij merkte dat de be handeling hem verlichting bracht en de vlie gen weg hield, werd het minder nodig hem in te klemmen. Na ongeveer drie weken waren de wonden geheeld en was er aan zijn poten niets meer te zien dan wat kale plekken. Inmiddels was hij zo tam gewor den, dat ik hem kon strelen en krabbelen, al moest ik dan wel op mijn qui vive blij ven. Tenslotte was het een wild dier, en dienovereenkomstig onberekenbaar. Pas na zes maanden gaf hij uit zichzelf blijk te willen worden aangehaald. De inheemsen konden hem niet naderen zonder dat hij opvloog. Misschien was hem de pijnlijke behandeling bijgebleven, die hij van hun zijde had ondervonden, toen hij werd gevangen. Ik hoefde dan ook niet mijn hand in de kooi te steken als er een in heemse in de buurt was. Dan werd hij na melijk onbetrouwbaar en bleef er van de dankbaarheid, die hij me anders toonde, niet veel meer over. Mijn nevelpanter was een mannetjes exemplaar. Ik heb er alle mogelijke moeite voor gedaan een wijfje voor hem te vinden, maar ben er niet in geslaagd, zodat ik wel genoodzaakt was hem met het eerstvol gende transport mee te zenden. Zijn uit eindelijke bestemming werd Frankfurt a Main. Ik ben er zeker van, dat het dier, waaraan ik me zo heb gehecht, het daar zeer goed zal hebben gehad. JOH BIJ BOEKHANDEL TONG TONG VERKRIJGBAAR: 'DE TIJGER IN HET VOLKSGELOOF' door J. C. H.(azewinkel) Prijs: ƒ4,25 0,30 porto ƒ4,55 Te bestellen door storting op giro 6685, of afhalen Prins Mauritslaan 36 Den Haag Telefoon 542.542 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 13