I'
De vegetatievormen van de rimba
y
ANDERMANS UITSPRAAK
oooooooooooooooooooooooooooo
O
R
9 9
Van zeer groot belang is bijv. de plaat
selijke samenstelling van de bodem, want
de vegetatie die op een kalkachtige grond
groeit is altijd zeer verschillend van die
op een vulkanische oorsprong. Een beschrij
ving van het hoofdtype kan dus niet zonder
meer overal opgeld doen. Zo heeft het
laagland regenoerwoud een aantal afwijken
de vormen als gevolg van de hierboven
opgesomde locale factoren. Indien echter
de bodemgesteldheid, de vochtigheidsgraad
en andere factoren gunstig zijn, ontstaat
altijd een zeer rijk gevarieerde bosvegetatie
waarbij hoge bomen domineren. Op on
vruchtbare gronden zoals rotsachtige hel
lingen, ook zelfs in streken waar toch veel
regen valt, zijn bomen daareentegen direct
overwegend kleiner.
In de hierop volgende beschrijvingen van
de meest belangrijke vegetatievormen, zul
len alleen de hoofdtypen worden aangege
ven, omdat het slechts de bedoeling is de
lezer een algemeen idee te geven van wat
de Maleier bedoelt met "rimba".
Het woord "rimba" is een verzamelnaam
voor verschillende vegetatievormen, die dit
gemeen hebben, dat zij niet het permanent
woongebied zijn van de mens, met uitzon
dering van enkele groepen werkelijke bos-
nomaden, welke echter thans ,op enkele
die- hards na, zijn gedomesticeerd, dus
vaste woonplaatsen hebben en aan land
bouw doen, zij het dan in een zeer primi
tieve vorm. Alleen van tijd tot tijd zwermen
zij uit, waarbij zij, evenals de voorgaande
generaties uitsluitend leven van wat het
bos opbrengt.
De rimba is een wereld op zich zelf,
geheel beheerst door het dieren- en plan
tenleven, welke de westerling enerzijds
aantrekt door de geheimzinnige sfeer van
het onbekende, maar anderzijds ook weer
afstoot, niet het minst, omdat hij zich daar
klein, onwetend en onbetekenend voelt. Van
zijn superioriteitsgevoel blijft weinig over.
De omgeving is hem geheel vreemd en hij
kan er alleen na een lang verblijf tot een
zekere grens aan wennen, dat is, zodra hij
enigermate de "taal" en de tekenen van de
rimba" heeft leren verstaan en begrijpen.
De meesten blijven echter maar passanten"
in dit oerwoud, vreemdelingen in een we-
V
reld beheerst door de dieren en bomen.
Hoezeer dit alles hen ook aantrekt en
boeit, steeds zullen zij na niet al te lange
tijd willen terugkeren naar de wereld van
zon en licht, waar het gezichtsvermogen
niet beperkt blijft tot enkele luttele meters
en die hij aan zich dienstbaar heeft ge
maakt, die hij kent en begrijpt.
Voor het allergrootste deel der inheemse
bevolking is, ondanks hun Islamisering, de
rimba nog steeds de woonplaats van goede
en boze geesten, die maar al te gaarne van
de dieren- en plantenwereld gebruik maken
om de mens, die waagt hierin door te drin
gen, kenbaar te maken en zonodig aan den
lijve te laten voelen, dat zij hier de machti
gen zijn, waarmede het dus geraden is
steeds op goede voet te blijven. Oorzaak
en gevolg liggen voor de oosterling in een
geheel ander valk, een mystiek vlak, dat
de meer nuchtere westerling vreemd is,
terwijl tijd voor hen ook een heel andere
betekenis heeft dan voor ons.
Toch is het zo, dat wanneer een wester
ling heel lang in de rimba heeft rondge
zworven, ook hij in meer of mindere mate
deze mystieke invloed op zich voelt inwer
ken. In het begin irriteert het gevoel, hem,
maar het laat zich niet meer verjagen, ook
niet door logica. De mens, die eenmaal zo
ver is, verlangt steeds weer terug te keren
naar de rimba, want ondanks alles wat hij
reeds kan of meent te kunnen verklaren,
ondanks het verstand en de logica waar
mede hij een wereld beheerst, die hij zich
zelf heeft opgebouwd, blijft diep in zijn hart,
als erfenis der voorgaande generaties, een
hunkering naar het onbegrepene, het
vreemde, het mystieke, dat hem in de rimba
blijvend omringt, ook al heeft hij het groot
ste deel van zijn leven daarin doorgebracht.
Het is met de rimba als met een mooie
vrouw, die men kan liefhebben, liefkozen
en bezitten, maar nimmer geheel begrijpen,
nimmer helemaal doorgronden. Er blijft nog
altijd iets ontoegankelijks, er is altijd nog
een andere sluier.
Men leert de rimba nooit geheel kennen,
hoe lang men er ook in verblijft, en zal er
evenmin in slagen deze te beheersen en
ondergeschikt te maken aan de menselijke
wil, anders dan door vernietiging.
De Kracht, die er van uit gaat, legt, of men
nu wil of niet, zowel physiek als psychisch
beslag op elk mens, die er mede in con
tact komt en is er oorzaak van, dat men
niet meer op dezelfde wijze kan luisteren
naar rede, verstand en logica.
Zoals de mens, onder invloed van een alles
beheersende liefde, dat evenmin kan. De
onmacht om volledig te kunnen beheersen
en bezitten doet deze kracht slechts toe
nemen Alle ongemakken, alle tegenstellin
gen met het leven, die men gewoon is te
beschouwen als normaal, alle gevaren, zo
wel geestelijk als lichamelijk, alle ontberin
gen, kunnen het verlangen om er telkens
weer naar terug te keren niet blussen, ja
wakkeren dat juist aan en vergroten de
aantrekkingskracht die er van uitgaat. Voor
sommigen kan dit zelfs tot een obsessie
worden, waaraan zij zich niet meer kunnen
ontworstelen! J.C.H.
In het Mei-Juni-nummer van "Clipper",
het tijdschriftje van de Pan American Air
ways, dat op alle vliegtuigen van deze lijn
gelezen wordt, stond een alleraardigst ar
tikeltje over de uitspraak van Engelse woor
den door Japanners. In het vliegtuig van
Tokyo naar Honolulu zag ik zowel Ameri
kanen als Japanners dit stukje met veel in
gehouden pret lezen.
De Japanner kent zoals wij krijgsgevan
genen nog wel weten de I niet en spreekt
die uit als r. Ook houdt hij niet van meer
medeklinkers achter elkaar en plaatst daar
klinkers tussen.
Dus wordt taxi: takushii, television wordt
terebijon en Pepsi Cola: pepushi koora. Ik
had in Tokyo vaak de grootste moeite om
mijn taxichauffeur te verstaan, die "vloei
end Engels" sprak.
Hier nog een paar van zulke vreemde
woorden:
Aruhureddo Hitchikokku Alfred
Hitchkock
Toranjisutaa rajio transistor radio
ranchi lunch
uisukki whisky
biiru bier
naitogaun nightgown
supesharu meido doresu special made
dress
enz., enz.
Ik zei U al: zelfs de Japanners zaten erom
te grinniken. Niemand (die breed genoeg is)
denkt aan anti-Japanse stemmingen of spot
ten met Japan.
Als je wel eens een Hollander, zelfs met
eind HBS, engels of frans hebt horen spre
ken, lig je ook wel eens om van het lachen.
(Laatst kwam Carmiggelt voor de TV er
nog eerlijk voor uit). Of soms zelfs som
mige oud-gasten in Indië, die dat dekselse
Maleis maar niet onder de knie konden
krijgen. Toen ik in Mexico was en af en toe
Spaans sprak, moest de aangesprokene
soms even het hoofd afwenden om me
niet te laten merken hoe hij eigenlijk barstte
van het lachen.
Als Indischgasten zich de uitspraak her
inneren van het Nederlands door hun be
diende en erom lachen, zijn ze geen "super
kolonialen", evenmin als de duizenden In
donesiërs die nog steeds schudden van het
lachen als ze zich sommige gekke uitspra
ken herinneren van hun taal, beschouwd
kunnen worden als Nederlandhaters. Elk
volk heeft zijn gekkigheden met andermans
talen en wij moeten niet te ver zoeken naar
superioriteitscomplexen om niet belachelijk
te worden.
O Wilt U s.v.p. bij al Uw betalingen o
(girostortingen en postwissels) o
O steeds vermelden waar deze voor
O bestemd zijn, dus abonnement, boek-
O je (de titel), advertentie, etc.
0 Dat bespaart veel tijd en onnodig g
O heen en weer geschrijf. 0
8 DE ADMINISTRATIE 8
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
12
V