jU6ifc Bi,bit Biirüt Bibtt Bibcb BxIriX BiM tlM'hii fferdycljc cja6el De ezel die geen hersens had LIEVE BIBITS Een leeuw leed aan schurft en werd zo zwak dat hij niet meer op jacht kon. Hij was erg hongerig en zijn parasiet, de jakhals, leed met hem mee. Bezorgd ondervroeg hij zijn meester. "Zeg me, machtige koning, wat zal u kunnen genezen?" De zieke leeuw antwoordde: "De hersens van een ezel". De jakhals verheugde zich: In dat geval zal ik u een ezel brengen. Ik weet er een die altijd bij een vijver hier dicht bij komt drinkenl" 's Avonds rende de jakhals naar de vijver waar de ezel al distels liep te grazen. Zodra de jakhals hem zag zei hij op mede lijdende toon: "Hoe komt het toch dat je zo mager bent en er zo moe uit ziet, broe der ezel?" De ezel klaagde: "Mijn meester geeft me weinig te eten en hij slaat me de hele tijd". De jakhals veinsde verbazing: "En onderga je zo'n behandeling?" De ezel schudde treurig zijn kop: "Wat moet ik anders doen? Ik kan niet weglopen van de mensen". De jakhals verleidde hem door te zeggen: Als je wilt zal ik Je een plek tonen, waar je zonder mensen kunt leven. Er is daar van alles - meer dan genoeg gras, veel water en zelfs een heel aardige ezelin". De woorden van de jakhals klonken de ezel als muziek in de oren. Hij zei verheugd: "Waarom blijven we hier nog langer staan praten, broeder jakhals. Wijs me de weg en ik zal je volgen". De jakhals rende regelrecht naar de plaats waar zijn meester lag te wachten. Toen de ezel binnen zijn bereik kwam brulde de leeuw op een vreselijke manier en wierp zich boven op hem. Ziekte had de leeuw meer verzwakt dan hij had gedacht. Zijn klauw miste het doel. De ezel schopte hem met zijn achterpoten en ging er van door. De jakhals zei verbaasd: "Waarom in he melsnaam liet u hem ontsnappen, machtige koning?" De leeuw verkeerde in een lastig parket en dacht: "Als ik hem zeg dat ik het met op zet deed, zal hij me een dwaas vinden. En als Ik hem zeg dat ik niet bij machte was de ezel te doden zal hij me een slappeling vinden". En daarom antwoordde hij: "Wat de koning doet is altijd goed. Stel geen vragen, maar breng de ezel weerom". "Zoals u wilt machtige koning", zei de jak hals. "Ik ben in minder dan geen tijd terug". En hij rende nogmaals weg om de ezel te halen. De ezel was boos op hem. "Ga uit mijn ogen, verraderl" riep hij. "Je beloofde me vrijheid, maar je hebt het voorzien op mijn ondergang". De jakhals zei terug: "Wat ben je stom, broeder ezel! Heb ik je niet gezegd dat daar een ezelin was? Zodra ze je zag kwam ze je tegemoet rennen om je te om helzen, en jij liep van haar wegl Heb je dan nog nooit een ezelin gezien dat je er zo bang voor was?" En werkelijk, de ezel had nog nooit eerder een ezelin gezien. Hij was opgelucht toen hij de verklaring van de jakhals hoorde en zei: O, was dat een ezelin? Waarom staan we hier dan te praten, broeder jakhals. Ga me voor en ik zal volgen. Nu zal ik niet weglopen". Hij liep niet weg. Deze keer mikte de leeuw zijn sprong beter en doodde de ezel met een enkele klap. Toen zei hij: "Blijf hier en bewaak hem voor me jakhals. Ik zal mezelf in de rivier wassen en als ik terug kom zal ik zijn hersens opeten". De hongerige jakhals werd alleen gelaten met het slachtoffer. Hij keek naar het kar kas en dacht bij zichzelf: "Waarom moet de leeuw de hersens van de ezel hebben? Ongetwijfeld is dat het beste deel. Ik wil het ook proeven". De vorige keer heb ik jullie beloofd, dat ik verder zou vertellen over onze vacantie-avon- turen. Nou, daar gaat-ie dan: Maar de kleine gidsen zouden ons een verderop liggend bosmeertje wijzen. "Nog eventjes hebben ze wel een kwartier lang gezegd. We gingen langs hoge varens en ander dicht struikgewas. En ineens hoorde ik een bekend geritsel. Terwijl ik automatisch stilstond en opzij keek, verwachtte ik daar een slang te zien. En hij was er ook! Was het een ringslang of een adder? Ik weet het niet. In Nederland zijn immers geen andere soorten bekend. In ieder geval was het geen hazelworm, daar was hij te lang en te dik voor. Hij schuifelde haastig verder, op een paar meter van ons vandaan. Een heel gekke gewaarwording om in Nederland een slang te ontmoeten. Mis schien was ie heel onschuldig, maar dat weet je juist nooit. Ik heb in elk geval de kinderen om me heen verzameld als een kloek haar kuikens, tot het "sluipende ge vaar" verdwenen was. De gidsjes waren heel laconiek: "O, as je ze niks doet, doen ze ook niks, hoor". En ze brachten ons door een steeds mooier wordend beukenbos naar het bedoelde meertje. We hebben in de vacantie ook verschil lende zwembaden bezocht, er hele dagen Lees verder pag. 19 En daarom proefde de jakhals van de her sens van de ezel en hij vond ze zo lekker dat er geen stukje overbleef. De leeuw gromde: "Jij hebt ze gegeten, jou ellendelingl" De jakhals protesteerde: "Hoe zou ik dur ven, meester?" De leeuw gromde weer, maar nu met een dreigender toon: "Waar zijn ze dan? Of tracht je me te vertellen, dat die ezel geen hersens had?" En de jakhals antwoordde: "Ik ben er zeker van dat hij ze niet had, machtige koning. Zou hij me voor de tweede keer gevolgd hebben als hij ze had?" En hij keek op beminnelijke wijze naar zijn meester. Ezels, pas toch voor de jakhals op Anders kost het je de kop! Toen de oude man zijn verhaal verteld had, dacht de jonge koning een ogenblik na, en toen zei hij: "Deze fabel moet ik onthouden. Ofschoon ook alleen een stom dier zonder een sprankeitje gezond verstand in staat is zulk een dwaasheid te begaan". Veroorloof mij u tegen te spreken, mach tige koning", antwoordde de oude man. Denk aan de fabel van de vrouw die door een leeuw werd gewurgd". "Wat is dat voor een fabel?" vroeg de jonge koning. De oude man boog en begon zijn verhaal:

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 20