MENSLIEVENDHEID Wie herinnert zich nog de pedagoog Ob- deijn? Zijn boekjes voor de eerste klas Lagere School, "ei-ui, lei-lui", waren het niet de boekjes, die ons bij onze eerste schreden op de moeilijke weg naar kennis als gids dienden? De Heer Obdeijn was niet alleen opvoe der, maar ook een kindervriend in de ware zin van het woord. Voor de kleintjes een vader, voor de minder-bedeelden een steun! ,De zeer lage lonen en de grote werkloos heid in de crisisjaren brachten mijn stief vader en moeder met hun vier zeer jeugdige kinderen aan de rand van de armoede. Het onderwijs t.b.v. twee harer spruiten achter volgde mijn rnoeder als een nachtmerrie. De betere scholen stonden slechts open voor kinderen van gesitueerde ouders, de arme naar kennis hunkerende jeugd was op de andere scholen aangewezen. Dank zij de vasthoudendheid .waarmee mijn moeder de dichtstbijzijnde scholen afliep, kregen mijn broer en ik toch een plaats op de 7e Lagere School in de Prinsenlaan (Manggadoea). Obdeijn was er hoofd der school, altijd even opgewekt, steeds bereid tot helpen of steunen. Straf gaf hij slechts in uitzonder lijke gevallen. Zijn geestelijk overwicht was ongeëvenaard. Iedere morgen, in de uitspanning van 9 uur, kwam de Heer Obdeijn aan de trap van de doorloop naar de overdekte speel plaats. Daar stonden op een tafeltje ge rangschikt een 30 a 40 boengkoesan nasi oedoek (met klappermelk bereide rijst), waaraan waren toegevoegd fijn gesneden gebakken lombok, rode uien en 2 a 3 ikan teri. Prijs per boengkoes, produkt van de vrouw van de sekola, sepientjang (ander halve cent)! Bij de tafel aangekomen, klapte het schoolhoofd in de handen, waarop 5 tot 10 jongens en meisjes, de armsten, zij die thuis geen ontbijt kenden .aantraden. Eerst de kleineren, daarna de groteren, mocht elk der kinderen, een boengkoes rijk, naar de speelplaats terug om z'n hongerige maag te vullen in dankbaarheid. Iedere morgen kwam een andere van tevoren vastgestelde groep misdeelde kinderen op het handge klap van hun weldoener aangetreden. De overgebleven boengkoesans mocht de se kola verkopen aan die leerlingen, die van thuis wat "snoepgeld" hadden meegekregen meest kinderen van Chinese afkomst). Op zaterdagen kwam voor een extraatje de toean koewee het schoolerf op. U kent 'm nog wel, deze man die met een grote rantang vol koekjes op het hoofd liep (en die inmiddels geruisloos van het toneel is verdwenen). Een van te voren vastgestelde groep leerlingen mocht dan buiten de nasi oedoek om zich nog te goed doen aan een koewee pantjong, talam, lapis, apé, mang- kok, poetoe majang en hoe ze nog meer heten, van 21/2 cent. Obdeijn's menslievendheid ging nog ver der. Werd een leerling onwel, dan moest de sekola hem naar huis vergezellen. De ouderen mochten uiteraard zonder geleide naar huis, tenzij in ernstige gevallen. De zieke mocht van een sado of tram gebruik maken, steeds onder geleide van de sekola. De heer Obdeijn had daartoe steeds een boekje van 25 tramkaartjes op zak. Ook de kosten voor een sado kwamen voor zijn rekening. Ik ben er zeker van dat nog vele ex-leerlingen zich deze weldoener zullen herinneren. Ik heb in mijn jeugd meer figuren gekend, die uitblonken door menslievendheid. In die benarde tijd beschikten wij over een onder komen aan het Petodjoplein (Weltevreden) van houten stijlen en bamboewanden met een pannendak, waar de enige luxe bestond uit een pot de chambre en op het achtererf een met atap omgeven vierkant als was- en badhok. Op één der hoeken van dit pleintje, te genover ons "pedakje" (miniatuur flat of ééngezinswoning), bakte iedere morgen em- boh Sosro haar limpang-limpoong (in vier kante stukjes gesneden en in meelpap ge bakken oebi) en pisang goreng, want al heel vroeg op de dag kwamen koelie's er één dezer lekkernijen nuttigen bij een kopje thee, in de schaduw van de grote waroe- boom. Vaak, als ik tegen het heetst van de dag de 41/2 km van school naar huis had afgelopen, wenkte emboh Sosro me en drukte ze mij een overgebleven of een spe ciaal voor "njo Ri" bewaarde pisang go reng of limpang-limpoong in de hand, een enkele keer met de woorden: "Njo, emboh harep nèh sinjo soedah trima gadjih, djan- •gan loepah pada Mamah, i-ja Njo". Niets zeggende woorden, die voor een jongetje met een eeuwig lege maag niettemin een wereld van betekenis inhielden. Slechts een vochtige blik sloeg ik naar deze groezelig uitziende dessavrouw op, om daarna te knikken in een onuitgesproken belofte naar haar wens te zullen handelen als ik, straks, eenmaal "toean moeda" zijnde, salaris zou toucheren. Met evenveel tact ging Pah Sapri te werk, de toekang botol of rombengan. Hij kwam regelmatig bij ons het erf op, omdat de slechte financiële omstandigheden moe der vaak noopten iets van de hand te doen, hetzp' een reiskoffer, een pan, of een te klein geworden broekje van één van haar kinderen, hetzij tafelmessen, lepels of vor ken. Een enkele keer kwam deze toekang botol me vertellen, dat hij op onze rom bengan een kleine winst had gemaakt. On der strikte voorwaarde dat wij het niet aan de njonja zouden vertellen, gaf hij ons, jon gens, dan ieder een sebenggol (21/2 cent, koperen munt) "poor" katjang goreng, waarna hij placht te zeggen: "Kalau soedah trima gadji kira kira sepoeloe taoen lagi, djangan loepah Pah Sapri. Beliïn lisong kèh" (als je later wat verdient, over mis schien 10 jaar, vergeet dan Pah Sapri niet. Koop hem bijv. een sigaar). Even later tilde hij dan zijn pikoelan, met de twee onaf scheidelijke manden eraan, weer op de schouders en weerklonk z'n eentonig "Bo tol, botol...tolll!" door de eenzame steegjes, steeds verder van ons af. NAP Zaterdag, 9 oktober a.s., is het weer zover, dan zijn de oud-KW-IM-ers weer toe aan hun jaarlijkse reünie. Bent U een gewezen KW-lll-er en "weet U nog van niets", bel dan Mevrouw van der Beek op, Den Haag, tel. 0 70 - 55.31.24. Van Ir. G. Vreedenburgh kregen wij deze foto van klasse 4D (1931 -'32) toegestuurd, herkent U ze: voorste rij: de meisjes Anneke Buno Heslinga, Jane Augustijn, Nellie Broers, Rie van Hoven van Genderen, Margo Schouten - Fietje Manusama. achterste rij: Harry Lim, van Ingen Schenau, Patty, Eddie Bisschof, Egbert Camping, Vreedenburgh, Frits van Kregten, Thung Hin Kwan, Max Doeve, Paul Bisschof, van der Eyk. De Heer Vreedenburgh schreef ons verder nog Harry Lim was de bekende jazz-expert, die in die tijd lezingen hield voor radio Bandung en zich ge durende de oorlogsjaren in de V.S. bevond, waar hij een bekende figuur in jazz-kringen was. Patty, de voorhoedespeler van Vios. Onze wiskundeleraar de Heer Kamps placht iedere maandagmorgen belang stellend te informeren: En Patty hoeveel kooltjes heb jij gister weer geschopt? In de klas hadden wij nog een andere voetballer, nl. Tarumasely uit S.V. Jong Ambon. Een uitnemend gymnast zijnde, waren zijn prestaties op het gebied van de leervakken van dien aard dat hij de bijnaam "Fokker-drie" daaraan te danken had. Op de dag van de opname was hij toevallig afwezig. Wat mijn eigen persoon betreft: na het einde van het schooljaar waaruit de bewuste opname dateert ben ik naar Nederland vertrokken, waar ik verder steeds gebleven ben. Na mijn studie voor electronisch ingenieur te Deift afgemaakt te hebben ben ik thans leraar wis- en natuurkunde aan het Gemeentelijk Lyceum te Dordrecht Tot ziens, KW-lll-ers, op 9 oktober a.s. in de Rotonde Houtrust. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 23