Btfeven vdn &ers
VAN HIER EN GUNDER
Vervolg van pag. 5
te betrekken. Zijn we allemaal na de twee
de wereldoorlog niet goed wijs geworden?
Jules Romains zocht nog naar mensen van
goeden wille. Als hij nu geschreven had,
zou hij schrijven over de mensen van kwa
den wille. Omdat er gewoon niets anders
meer schijnt te bestaanl Ga please niet op
alles in, Kramer. Als wij niet eens in staat
zijn onze eigen gebreken te genezen, kun
nen wij elders toch alleen maar erger won
den maken? Wij hebben een internationale
wereld gewild om overal zegen te brengen.
Nu kunnen wij blijkbaar alleen maar erger
besmettingen overbrengen. Dit betreft niet
Nederland en Indonesië sadja. Het is helaas
een ziektebeeld van de moderne tijd over
de hele wereld. En waar liggen de medi
cijnen? T.R.
OBJECTIEF
Beste Tjalie, Ik MOET even schrijven dat ik
zo geniet van je brieven uit Indonesië! IVat
is het allemaal goed en weldoordacht geschre
ven en helemaal niet pro-dit of anti-dat, maar
echt objectief. Ik kan merken dat je echt ge
probeerd hebt en er ook in geslaagd bent.
Trek je dus niets maar dan ook NIETS van
al die critiek aan. Het is juist goed, ga dus
zo maar door, dan kan ik er althans nog een
poosje van genieten, al wordt ik er ook echt
"kepèngèn" van. Daar ik vind dat ik nog wel
wat mag bijdragen om de verdere reis moge
lijk te maken, gaat er nog eens een giro-tje
naar Tong Tong, want ook T.T. moet levend
blijven en kunnen "poekoel teroes".
Beste wensen verder van één van je bejaardere
Tong Tongers, A. Döbken-Mulder.
Ah, wat ben ik dankbaar voor dat woord
je "objectief". Hoevelen kunnen me zelfs in
hun mildheid toch niet anders zien dan als
pro- of contra-. Dat is wat mij (en duizen
den Indischgasten) telkens weer verbaast,
die al te gerede bijgedachte over een vrij
uitgesproken gedachte, dat die ergens vóór
of ergens tegen móet zijnl
Maar zelfs daar waar ik werkelijk pro
of contra ben, is het mijn bedoeling de
twee opponenten bij elkaar te krijgen, niet
om ze verder tegen elkaar op te hitsen.
Weet U wat zo gek is? Dat Indonesiërs
het hun saudara Tjalie niet kwalijk nemen,
dat ik het volk van mijn vader niet ver
loochen. Hier verlangt men voortdurend dat
ik het volk van mijn moeder verloochen.
Er worden zelfs milde woorden als: "Mijn
moeder bedoelt het zo kwaad niet" uit
gelegd als onvaderlandslievend. Of "Pa is
ook zo beroerd nietl" als koloniaal. Tja dan
zwijgt de spreker stil en kijkt het raam
uit, en zegt voor zich heen: "Wat jammer
dat het regent; nu kan ik niet uit!" En
prompt roept Ma: "Zie je wel dat ik gelijk
heb en dat het altijd rotweer isl" En Pa:
"Donder op als het weer je niet bevalt!
Ga bij je Ma zitten!" Tak-doeng-prak-dja-
prèt-toinggg! Soms vraag je je toch wel
af of we onze tong alleen maar van Onze
Lieve Heer gekregen hebben om wonden
te likken... T.R.
P.S.
Maar ik lach toch heus meer dan U denkt
lieve Mevrouw Döbken!
BETER WETEN
Met veel genoegen heb ik de verslagen over
de reis van Tjalie gelezen en ben blij dat hij
het zo ziet. Ik was 35 jaar in Indonesië en
was erg bevriend met de z.g. Indische bevol
king evenals met de Indonesiërs. Ook na de
oorlog was ik nog 9 jaar in Indonesië en heb
nooit iets onaangenaams ondervonden van wie.
ook. We zijn totoks en hebben ons na terug-
FIJN EN VREEMD
In een hoekje van Vrij Nederland van 28
augustus vindt J. E. het "fijn voor de vele
Indonesiërs die heimwee naar Holland heb
ben", dat zij weer Nederlandse lectuur mo
gen invoeren zoals De Lach en De Tele
graaf. Maar niet Tong Tong, en dat vindt
J. E. "bijzonder vreemd". Hij heeft dit blad
namelijk "de laatste maanden gelezen" en
vertelt ons dat de redacteur "na een re
cent bezoek aan Indonesië zo volslagen
kritiekloos en seratus persen pro-Indone
sisch geworden" was, "dat het soms leek
of het blad in Djakarta gedrukt werd". Ja
wel, en "de overvloedige kritiek die Tong
Tong natuurlijk toch wel bevat, is nu uit
sluitend gericht op de onvoorstelbare flut
ters die weigeren in Indonesië een cultureel
en economisch paradijs te zien, waar alles
fantastisch goed gaat, omdat gekleurde
mensen nu eenmaal in alle opzichten supe
rieur zijn aan bleekgezichten". Te erg toch.
"Tjalie staat bekend", zo gaat J. E. dan ook
voort, "als een ontzettende doordraver,
maar zijn laatste capriolen doen toch wel
vreemd aan, vooral als men zich nog vaag
iets herinnert van Tjalie's proza (hij heette
toen trouwens kapitein Boon) in het onder
'onze jongens overzee' verspreide Wapen
broeders". J. E. besluit met leedvermaak
wel een lelijk ding te noemen, maar bij het
bericht over het invoerverbod moest hij of
zij héél even denken: "ja-lah-je-rot".
Hoe gevoelig nietwaar, alleen in gedach
ten, en dan nog maar heel even, je rot
lachen. Wij begrijpen dit, van zo'n J. E. Wat
ons altijd opnieuw verbaast, is hoe men in
(Vrij) Nederland zich door een schrijver
keer in Nederland veel geërgerd aan het Ne
derlandse oordeel over de bevolking van Indo
nesië, die, hoewel zij nooit in Indonesië zijn
geweest, het allen veel beter weten dan wij.
P. Gilde.
We hebben ons op den duur echter gere
aliseerd dat "Beter Weten" bij veie vol
ken betekent: "Het weten van de grote
meerderheid". Minderheden hebben in con
flicten altijd ongelijk, zijn altijd dom, weten
het altijd verkeerd. Er worden alleen maar
neuzen geteld. Elf zeggen ja, één zegt neen.
Dus weten elf het beter. Lang leve de vrije
verkiezingenl Men is hier nog steeds blind
getrouwd met de vrijheidsgedachte van de
Capucins.
"Ca ira, ga ira!" Hak koppen af. De mas
sa's hebben gelijk. Wij willen vrij zijn. We
mogen allemaal doen wat we willen! En
idioten, barbaren en viezerikken spreken
en handelen vrijuit. Hier is maar één wapen
tegen: het zich afsluiten van de wereld met
een uit de hoogte gezegd: "Dit gaat mij
niets aan!" En de vulgarisatie van de maat
schappij voltrekt zich in steeds sneller tem
po this mad, mad, mad, mad world!
Beter weten, mijnheer Gilde? Het bestaat
niet! T.R.
vreemd aangedaan kan voelen als hij toch
bekend staat als..., en vooral als men zich
nog vaag herinnert dat hij eens..., niet door
hem goed te lezen. Maar voor J. E. vinden
wij dat fijn. H.N.
BIJ DE VOORPLATEN.
In de Republiek Indonesia hebben de Ja
vanen nog steeds een zekere hegemonie
behouden, d.w.z. dat de onderlinge "revo
lutie" onder de volkeren van Indonesia nog
voortduurt.
In Tong Tong, het enige Indische blad
ter wereld, hebben de Javaans-Indische Ne
derlanders, nog steeds een zekere hege
monie behouden, d.w.z. dat de op Java ge
borenen en/of die daar het grootste deel
van hun leven doorbrachten, nog veel voor
het zeggen hebben, vergeleken met de an
dere "eilanders".
"Saidjah's vader had een buffel", ja Tong
Tong lezers, ook mijn verhaal wordt een
tonig. Wie mij niet gelooft, bezie de foto's
in het "Indonesianummer" en vooral de
voorplaten van de reeds verschenen 10
jaargangen van T.T., ruw geschat op 236,
en telle daarvan die, welke betrekking heb
ben op de vroegere "Buitenbezittingen".
Het percentage van deze B.B. voorplaten
zal zeer klein zijn! Wie telt ze?*)
Natuurlijk is, door allerlei oorzaken, de
collectie foto's, die men voor Tong Tong
beschikbaar heeft, grotendeels "Javaans"
getint, bijwijze van spreken dan. Maar moet
deze "revolutie" of "evolutie" hier in T. T.
voortduren? Ik verblijf "pukul terus!"
Van hier tot gunder! SAMUDRADATTA
En wie stuurt ons nieuwe voorraad? Red.
6