Tekorten in Indonesië
Klacht: Indonesië heeft geen Europees uitgaansleven"
Indonesië heeft natuurlijk banjak "tekorten". We zullen ze in de komende nummers
zo mogelijk allemaal bespreken. Vrees niet dat Tjalie stekeblind rondloopt en "wijselijk"
het hoofd afwendt bij het zien van minder mooie dingen. In Tong Tong zijn we "onder ons",
mensen "jang mengerti" en U zult zelf wel merken dat elke "waarheid" op méér manieren
bekeken kan worden. Het gaat alleen om de kunst van het zien en dóórzien. Niet om het
vluchtigjes kijken en lang kankeren.
Het eerste tekort waar Europese touristen
in Indonesië (vaak uitvoerig) over urmden
(gek dat men altijd het eerst en het graagst
praat over wat de buik mist), is het tekort
aan "Europees uitgaansleven": goed voor
ziene halfdonkere bars met veel alcohol en
alcoholisten, restaurants met goede Euro
pese diners, koffiehuizen met lekkere zit
jes, waar je een uur lang zalig kunt kweb
belen bij een koffie met een koekje, cafe
taria's, luncheonettes, ijspaleizen met een
keur van Italiaans ijs, terrasjes met tea's,
enz. enz.
Dat aspect dus, waardoor men het
tourisme in Europa zo waardeert, waar
door men in Holland zo comfortabel,
zo rijk en zo gezellig "uit" kan zijn,
en waardoor het oude Indië zo fijn
was. Spreek me daar niet van: Versteeg
en Rikkers, Hellendoorn, Stam en Weyns,
Bogerijen, het terras van der Nederlanden,
de Troikazaal, de Spiegelzaal, enz. enz. Of
de iets minder luxueuze uitgaanspret van
b.v. een Soos, de Tuin, Oen, Luilekkerland,
het Hoenkweehuis, en zo.
Ja, die zijn weg. Nu heeft alleen het
Hilton-achtige Hotel Indonesia first class
Western service, maar tegen prijzen om van
om te vallen. En zeker zijn de ons bekende
grote Chinese restaurants er nog: Tiong
Hwa, Tiong Kok, Kam Leng, Jit Lok Joen,
maar ook daar is de stemming minder dan
voorheen, ook al omdat het licht in Djakarta
veel armelijker is dan vroeger. Vergeet niet
dat er in het oude Batavia electriciteit was
voor 300.000 zielen. Diezelfde electriciteit
moet nu verdeeld worden onder drie mil-
lioen mensen! "Natierlek" heeft iedereen
minder! Maar het gigantische project Djati-
luhur nadert zijn voltooiing en dan komen
er een paar milliard kilowatts ter beschik
king voor West Java. Tahan Boeng! Er komt
nog wat los!
Maar waarom zijn al die dure Europese
gelegenheden weg? Anti-Europese tenden-
zen? Lariekoek! De Indonesiër van stan
ding kan zoiets heel goed waarderen. Wel
eens met Indonesiërs in luxe uitgaansge
legenheden geluncht in Amsterdam of Bonn
of New York? Waar ze zich ongedwongen
en toch gedistingeerd gedragen kunnen, bij
wijze van spreken als een visje in het
water? Waar menige echte Europeaan zelf
ook maar harkerig en "pentol" kan zitten?
Goed. Maar waarom heeft men het voort
bestaan van zulke gelegenheden in Indone
sië dan niet gehandhaafd?
Omdat men eerst het eigen restauratie
wezen wil opbouwen en op een hoger plan
brengen. En NIET door imitatie, NIET door
"djiploh" maar door het ontwikkelen van
een eigen stijl.
Men wil dus niet het doorsnee Libanees
restaurant hebben, dat in alle opzichten
Frans is, noch het betere Singaporese res
taurant, dat Engels is. Maar heeft U wel
eens in Tokyo Japans "istimewa" geluncht?
Of in Kowloon Chinees? Of in Guadalajara
Mexicaans?
Ha! Dat is wat Indonesië zoekt! Een wijze
van dineren die "tot in de vingertoppen"
Indonesisch is. Dat betekent niet alleen
Indonesisch eten op tafel zetten en eet
dan maar zoals je wilt. Maar dat betekent:
het uitvinden van een aangepast bestek,
het "uitvinden" van aparte schotels, het
uitvinden van speciale tafelzaken, die het
serveren van speciale gerechten honderd
procent maken zoals het "schattige" Japan
se arangroostertje waarop je je eigen uitge
zochte mootjes vis of vlees kan roosteren.
Of het Zwitserse kookstelletje waar je Fon
due Bourguignonne mee toebereidt. Of die
bekende tinnen kookketel van de Chinezen
om op tafel een djohan-lo te maken waar
van je "doodhaat fan de lekkercheit", of dé
wijze waarop men in Honolulu of Tahiti de
tafel kan versieren met strikken en linten
en bloemen van pisangblad: "beeldig",, ori
gineel, fris.
Zoals ook wij Indo's in Tempo Doeloe
de vingerkommen en messenleggers en
veelvlakkige sambalschalen uitvonden. Ja,
er is erg veel "door-en-door-lndisch" dat
niet Nederlands is en niet Indonesisch, maar
"kita poenja tjap sendiri".
Het uitvinden van zulke karakters en tjap-
pen kost veel tijd en zal intensieve samen
werking moeten vragen van de "Indone
sian lady" en de restaurateur. U kent alle
maal Indonesische dames (écht DAMES)?
Twijfelt U dan nóg of ze het kunnen of
niet? Moet er voor hen speciaal Europese
namaak komen? Hoeft niet, ja. HEB AL
LEEN GEDULD.
Ik heb zo'n idee dat de Indonesische
tafel (NIET de rijsttafel) in de komende jaren
zal komen uit de koker van de Padangers.
Niet omdat andere "soekoe's" minder zijn,
maar omdat je nu al merkt dat onze Minang-
kabause restaurateurs het meest bezig zijn
met het ontwikkelen van een eigen stijl.
Wanneer zijn ze klaar? Dat weet ik nog
niet. Europa heeft er tweehonderd jaar over
gedaan om zijn tafel te ontwikkelen...
Rijst b.v., dat weten we allemaal, smaakt
het lekkerst, als het met een houten lepel
wordt geserveerd uit een bamboe bakoel.
Daarom hebben b.v. de Japanners ook zelfs
op de duurste tafel voor de rijst van die
kleine houten "emmertjes" en houten lepels.
Het is betoel waar: in glas, email of
metaal verliest de rijst wat van zijn "ha-
roem". De bakoel moet zeker fijner worden
afgewerkt en misschien nog wat opgesierd.
U weet ook wel dat er bakoels zijn en
bakoels. Als U het niet kunt zien en voelen,
kunt U het merken aan de prijs. Ik heb
"zo'n snertbakoel" gekocht voor duur geld,
maar het is een juweeltje. En ik eet er uit
als een Prins!
Lees verder pag. 8
Twee kijkjes op de bekende vogel-passar van Senen.
7