Vegetatievormen van de rimba III HET STRANDBOS RITSELENDE RIJMPJES VAN PIERTJE PELIKAAN Mbal Direct achter de zeekust, maar boven de vloedlijn, waar dus meestal een sterke branding is, vinden we een smalle strook, waar de bodem behalve geschikt voor de halophyle planten (zoutminnende planten) ook kalkrijk is. De vegetatie die zich op deze zeekust ontwikkelt, ook wel Barringtonia-formatie genoemd, bestaat uit slechts ±50 families: bomen, ook grotere, heesters, lianen (houtige klimplanten) en kruiden. Ode aan de "GOEDE" zomer. Zomer, zomer, milde zomer... 's winters zien wij naar je uit: naar een bonte, blote bloeze rond een zacht-verbrande huid; naar je ijle, blauwe luchten, naar je zonlicht op het strand, naar bloemen en je bossen en je hooi geur op het land...: Zomer, zomer, nauw ontkomen aan een voorjaar zonder zon en aan regens, die maar stromen óf een sneeuwjacht vol gegrom..., blaas nu maar je kille adem langs de half-bevroren hei: "Leve de vakantie-spreiding. "Heden ik en morgen Gij". Ingeblikt in winterjassen vangen wij een fietstocht aan, elk terras is leeg-geregend, slechts de stoelen bleven staan. In't hotel een rauwe horde die vereend naar warmte snakt en hysterisch samenklontend blok na blok in 't houtvuur kwakt. 'n IJscoman staat kou te happen bij zijn overvloed aan ijs: liever warme nassi-ballen in dit kille paradijs. In verwaaide tentenkampen ligt de helft met griep te bed, doelloos naar cognac te staren waar geen zon de pret meer redt. Zomer, zomer, GOEDE zomer, niemand heeft dit zó gewild en ons g'loof in beet're tijden ligt allang niet in de Bilt. Maar...nog rillend van ellende vragen wij wèl overluid...: sprei vooral je grauwe dagen ook wat naar de winter uit. ziene) roodachtige vruchten, die een enkel eetbaar zaad bevatten. Deze vruchten heb ben een enigszins sponsachtige structuur, waarin hun aanpassing aan de verspreiding door zeestromen te vinden is. Aan het einde van de Oostmoesson verwisselt de keta- pang van blad; de bladeren worden helder geel en rood, voordat zij afvallen. Tamelijk algemeen achter het strand is voorts de dadap. Erythrina variegata, be horende tot de vlinderbloemigen; deze boom heeft dichte trossen van grote, hel derrode of rood-oranje bloemen en drietal- lige bladeren. Opvallend onder de grote bomen achter het strand is vaak Sterculia foetida, keloémpang, met handvormig sa mengestelde bladeren en grote, rode vruch ten, die open splijten langs één zijde; de bloemen hebben een zeer onaangename geur. J.C.H. Uit; Plantengroei in de Maleise archipel door E. D. Merrill. Deze karakteristieke doch beperkte vege tatie wordt niet door verwantschap bepaald, maar veeleer door het vermogen van een groep verschillende planten, om te gedijen onder ongunstige omstandigheden, n.l. op een zouthoudende, tevens kalkrijke bodem. Alle soorten, die karakteristiek zijn voor deze standplaats, hebben vruchten en za den met een groot drijfvermogen, en zij worden dan ook doormiddel van de zee stromingen verspreid. Zo komt het, dat wij overal een tamelijk éénvormige kustflora vinden vanaf Oost-Afrika en Madagascar door Zuid-Azië, de Mal. Archipel, Micro nesië en Polynesië tot aan de Marquesas- eilanden en Hawaii toe. Achter sommige zandige, kalkrijke stran den vindt men smalle stroken van tjemara- bossen (casuarina equisotifolia, tjemara la- oet). Deze tjemara, waarvan het hout zeer hard is, lijkt in vorm en uiterlijk op een den, maar de talrijke dunne en gelede groe ne takjes, die op naalden gelijken, dragen aan de knoppen een tot een kokertje ver groeid kransje van zeer kleine bladeren. Deze takjes hebben de functie van blade ren. Een grote boom, die dikwijls onmiddellijk Een strand, waar de branding nog te groot is voor een mangrove-vegetatie. achter de zandige stranden groeit, is Calo- phyllum inophyllum, njamploeng, behorende tot de Guttiferae. Deze boom met koepel vormige kroon bezit geelachtig melksap, zeer leerachtige, gave, gladde, glanzende bladeren, trossen van fraaie, witte, welrie kende bloemen en ronde, gladde vruchten met één zaad. Het hout van deze boom is zeer hard en zwaar en het heeft handels waarde. Even groot is Barringtonia asiatica, boétoen, die echter tamelijk zacht hout heeft, draagt veel grotere, omgekeerd ei ronde, gave, enigszins vlezige, glanzende bladeren en grote witte bloemen, die 's morgens afvallen, met veel roodachtige meeldraden en grote, scherp vierkantige vruchten met één vergiftig zaad. Die vruch ten hebben een dikke, vezelige wand en worden verspreid, doordat ze in zout wa ter drijven. Soms wordt het zaad gebruikt om vissen, die in de getijpiassen zijn ach tergebleven of in langzaam stromende ri viertjes verblijven, te bedwelmen. Het ste vige witte zaad wordt fijn gewreven en, vermengd met water, in de plassen gewor pen waarin de vis voorkomt. Deze methode van het bedwelmen van vis bederft het vlees van de vis op generlei wijze. Bijna even groot is 'n boom met schild- padvormige, enigs zins vlezige, gave bladeren, weinig op vallende, groenach tige bloemen en vruchten, die wel wat op een Japanse lantaarn gelijken, doordat het enige, zwarte zaad, of ei genlijk de vrucht, besloten is in een los, witachtig, enigs zins vlezig omhulsel met een ronde ope ning aan de top. Deze boom is Her- nandia pelata (kemi- ri tjina). Nog een andere grote boom van de zeekust is de ketapang (Termi- nalia catappa) met grote, omgekeerd eironde bladeren, dunne aren van on aanzienlijke, groen achtige bloemen en karakteristieke, e- tigszins zijdelings jamengedrukte, ge kielde (van uitste kende randen voor- 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 10