;v<hi het Een lacune? 14.50 8,90 Vervolg van pag. 5 uit, zelfs in de Djakarta'se woonwijken niet, laat staan onder het volk, laat staan in de "rest van Indonsia". Ze zijn geen moment dankbaar voor de veiligheid die ze genie ten,, noch voor de westerse weelde die ze genieten mogen. Romantisch beschouwen ze zich als "belegerd, ieder met zijn eigen voorraad voedsel en drank". Wat er met het volk gebeurt, interesseert natuurlijk nie mand. Aangezien m ende deur niet uit durft, wordt nieuws vergaard van loopjongens, die voor een pak Amerikaanse sigaretten en losse dollarbiljetten alles vertellen, wat je maar wilt. Dit nieuws gaat dan de wereld in, voorzichtig geopend met "Volgens be richten..." (later kan men altijd zeggen dat de berichten fout waren, toch? En men wast zelf zijn handen in onschuld! Naarmate de "coup" snel voortschrijdt en daarmee de schaarse naar buiten zicht bare aspecten zich snel wijzigen, wordt het duidelijk dat spreken erover op deze grote afstand alleen maar "gezwam in de ruimte" wordt. Vóór wij n.a.v. beperkte "feiten" een balans kunnen opmaken van hetgeen daar zou kunnen gebeuren, zijn die feiten alweer door andere achterhaald. Van de werkelijke balans horen wij misschien pas na vele jaren. Pas nu blijkt ook hoe weinig het Westen met al zijn vaste correspondenten in Dja karta ingedrongen is in de boezem van het politieke leven in Indonesië. Hoe alle vertoon van diep inzicht in het Indonesische volk alleen maar woordenspel is. De ge middelde Westerse toeschouwer in Djakar ta is als een man in een kermisschiettent, mikkend op witte en rode poppetjes die telkens onverwachts achter imitatie-bosjes opduiken. En even snel weer verdwijnen. Mik! Schiet snel! Raak! Maar als de twaalf schoten afgegeven zijn en de treffers wor den opgeteld, dan blijkt het aantal missers vaak precies twaalf! Dan kan natuurlijk uren lang gepocht worden over "near- mis ses" en zo... Wie werkelijk met zijn hart bij Indonesia is, en wie leven daar een "spel" op leven en dood kan worden, die vergaat alle lust tot speculatief gepraat. We kunnen slechts zien, leren, zwijgen. En hopen dat het beste zich voltrekken zal. T.R LAND VAN BI«J ONS BUITEN Wie het vml. Ned.-lndié kent of wil kennen móet dit boek lezen. M. H du Croo, alias Exodus, zo bekend uit schetsen en eigenwijze liedjes, werd terecht door Dr. J. W. Meyer- Ranneft ingeleid met de woorden: "Daarom zal geen ernstige historikus die over het vroegere Nederlands-indië schrijft mogen nalaten te lezen wat "Abraham Exodus" op eigen wijze heeft beschreven, als typisch re presentant van die typisch gemengde Indisch- Nederlandse maatschappelijke struktuur, aan welker bestaan in 1942 een einde kwam". Van dezelfde schrijver verschenen: De makelaar en ik f 1,50 Na hak f 1.50 Hiervan zijn nog enkele exemplaren in voorraad. Wij hebben één dezer dagen een op merking gehoord, waardoor we ons nog al op onze tenen voelden getrapt. O.a. beweerde men, nogal meewarig, dat wij "het" niet konden helpen omdat ons leven, het leven van Oud-lndischgasten, eigenlijk is geprojecteerd tegen een dé cor zonder geschiedenis. In het midden gelaten waarover het nu precies ging, keren wij ons heftig tegen dit argument, en beweren wij zelfs het tegendeel. Wij hebben een grootse geschiedenis; het Ned.-lndië van vóór de oorlog heeft een eigen geschiedenis! Goed, wij werden vanuit Holland geregeerd, waar alleen de resultaten over een geheel jaar, en uiteraard de financiële opbrengsten al leen, interesse vermochten op te bren gen voor de Gordel van Smaragd, maar in Ned.-lndië zelf is veel werk verzet binnen het kader van het ontstellend kleine bedrag dat er op de begroting voor werd uitgetrokken, en door mensen die werkelijk van een vriendschap of liefde voor het land waren bezeten. Zeker, een openlegging en ontwikkeling van het land door de planters, door de grote cultuurmaatschappijen, of door de zending, wordt algemeen niet als ge schiedenis aangemerkt, hoewel het dat toch feitelijk wél is. Al zouden wij ech ter deze mensen buiten beschouwing laten, dan blijven nóg de prestaties van de officiële bewindslieden en van figu ren, die doodeenvoudig niet te veron achtzamen zijn. De Gouverneurs-Gene raal aan één kant, en prominente figu ren aan de andere kant, zoals bijv. een Junghuhn of een van der Tuuk, of een Otto Knaap en een Toontje Poland. En wie kent Pa van der Steur niet?! Zij allen hebben wel degelijk een Indische Geschiedenis gemaakt! En al zijn er fouten gemaakt en is er nogal eens mis- gerekend, al is er veel onrecht gedaan ook, het feit blijft dat hun daden - in stellingen als het Cultuurstelsel, de toe passing van het adatrecht in geschillen van civielrechterlijke aard, het herstel van orde en eenheid, het bestrijden van epidemische ziekten, het onderwijs aan de Inheemse bevolking - de geschiede nis van het vml. Ned. Indië maken, even goed als de vergissingen die er zijn ge maakt. Prijs Wij hebben ter bevestiging hiervan reeds eresaluten gebracht aan enige landvoogden, die in opdracht van Ne derland de koloniën regeerden. Nu die hatelijke opmerking over het ontbreken van een geschiedenis is gevallen, blijkt dat wij verder moeten gaan dan deze paar artikelen. Van nu af aan zullen we dus alle landvoogden, die over Ned.- lndië waakten, een korte beschouwing wijden, en wel chronologisch en met de vermelding van de manieren waarop zij zich van hun taak hebben gekweten, of ze het nu goed deden of slecht. Daar naast zullen ter afwisseling nu en dan artikelen worden gewijd aan de grote figuren uit het burgerleven, die slechts in één adem met het voorm. Ned.-lndië kunnen worden genoemd. Wij geloven, dat uit deze reeks artikelen zal blijken, dat ook wij een background hebben. Feitelijk zouden wij nu moeten begin nen met de eerste Indische landvoogd, Pieter Both, die regeerde van 1639-1641 Over deze persoon schreven wij echter al in Tong Tong van 30 juli 1964, zodat wij voor deze keer volstaan met naar het betreffende nummer te verwijzen. Volgende keer volgt een beschouwing over het doen en laten van Pieter Both's opvolger, Gerard Reynst. FELIX ■WAN DE VERSCHRIKKELIJKE Hoe verschrikkelijk Dr. P. V. van Stein-Cal- lenfels wel kon zijn vertelt B D. Swanenburg U in talrijke anekdoten, zonder echter deze belangwekkende en zonderlinge mens uit het vml. Ned.-lndië te kort te doen in de be schrijving van diens archeologische en prae- historische aktiviteiten. Leest alles over deze eruptieve figuur, die als bestuursambtenaar de haren te berge deed rijzen door zijn onkonventionaliteit. Voor de luttele prüs van 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 6