BRIEVEN VAN TIJD EN RUIMTE OVER „LUXURIES" EN EEN NIEUWE NAAM TEMPO DOELOE "No, I don't want to go to Indonesia! I can't live without these luxuries..." Nee, ik wil niet naar Indonesië. Ik kan niet leven zonder deze weelde Dit werd gezegd door een jongen van veertien jaar, dus niet door een ouder en wijzer mens ais U. Nu moeten we niet te gauw zeggen dat kinderen van veertien jaar nog niet rijp genoeg zijn om op hun uitlatingen te reageren .Vaak zijn hun gedachten maar VARIANTEN van wat wij denken. En in vele opzichten zijn hun gedachten een weerspiegeling van die van ALLE jongelui van hun leeftijd. Wie zijn tijd wil kennen en een gis wil maken naar de tijd van morgen (als deze jeugd volwassen is en de maatschappij overeind moet houden, waarin wij onze laatste dagen uitzingen), zal ook NU moeten luisteren. Deze jongen tussen twee haakjes is mijn Hij kon dus met een papieren molentje tus- zoon. Hij zat, toen hij deze plotselinge op merking maakte, misschien weer te luisteren naar mijn jeugdherinneringen. En ik weet dat alle jongelui wrevelig worden als ze naar die jeugdverhalen moeten luisteren. En als ze ouder worden en pienterder, krijgen ze vaak doodgewoon een hekel aan ons om die onzakelijke en onbegrijpelijke ver halen. Maar deze jongen had ditzelfde leven van mij ook meegemaakt, want hij ging al tijd mee op stap, als Tjalie Robinson zijn Bataviase straten ging slijpen (en dus net zo leefde als toen hij zélf acht jaar was en jonger). Mijn zoon was toen 3 jaar oud. Hij kon ongelooflijk ver lopen en op alle uren van de dag en soms ook diep in de avond of ver vóór dag en dauw 's morgens. De hitte deerde hem even weinig als mij. Het maakte weinig verschil uit of wij de hele afstand liepen van Tanah Abang Boekit tot Pasar Ikan, of in de djoerangs of op de sawahs rondzwierven achter Dennelust (Bandoeng). Of we in 's Lands Plantentuin liepen in Bogor of in de Arabische wijk of de Chinese kamp daar of in kampong Tji- waringin. Want de hele wereld was mooi en letterlijk overlopend van avontuur en rijkdom. In die tijd verdiende ik ook al "machtig weinig" en onze straatmaaltijden bestonden ook maar uit sop dengkiel of roedjak of koeweh tjintjin of taogeh reboes, enz. enz. Maar hij werd er nooit ziek van, had altijd razende trek en was zo rond als een man darijn. Verkopers hadden altijd de grootste schik als hij zelfbewust zijn dingklik aan schoof en zijn portie bestelde. Hij was een echte kleine blanda, want van zijn groot vader heeft hij de blanke huid, de blauwe ogen en het blonde (toentertijd zelfs vlas blonde) haar geërfd. "Kajah gambarl" rie pen verkoopsters vaak verrukt uit, "net een plaatje!", en ze tracteerden hem extra. In tegenstelling met andere kinderen was zijn standaardvraag niet: "Waarom?", omdat immers voor de meeste kinderen de aan wezigheid van vele dingen vanzelfsprekend is en men verder moet informeren naar de oorzaak. Mijn zoontje vroeg altijd: "Apa itoe?" Wij leefden samen immers niet al leen in de beschaafde Europese wereld, maar ook in de Indonesische, Chinese, Ara bische, en overal hoog en laag. Hij had dus een enorme massa te leren. Hij kende niet alleen alle bestaande automobielen en zelfs vermomde automodellen in opelettes, maar ook de diverse soorten haaien, die wij in de vishallen van Pasar Ikan zagen, de vele soorten mensen die op de wereld bestonden en de vele soorten ontspanning en geluk die voor deze mensen mogelijk waren. sen bruine kindertjes op Tanah Rendah ge lukkiger zijn dan in Capitol met een luxe ijsje. Ook verlangde hij (begeerde hij) niets, want er was van alles zo krankzinnig veel, dat hij de opname alleen al nauwelijks aan kon. Bij wijze van spreken bood elke stap die hij maakte, hem ontspanning en studie, Wij leefden van anderhalve cent (ook bij wijze van spreken) en dat was nóg te veel! Hij was enorm sterk en oer-gezond, en voor een klein kind merkwaardig wijs en kalm. Nu is hij lang en mager en nerveus. Hij weet zelf niet hoe nerveus hij is. En hoe nerveus alle jonge mensen zijn. Denk maar aan oedikers en kleinlandbouwers en boer tjes-van-buten en U begrijpt wat ik bedoel. Ergens heeft hij opeens een zweepslag ge kregen en zijn leven is langzamerhand in gesteld op zweepslagen (die immers auto matisch gevolgd worden door "beloning"). Hij is ook langzamerhand vol begeerten ge komen: een racefiets, een electrische gui taar, een Honda, een pistool, moderne kle ren (hij spreekt graag over een "wardrobe", een volle klerenkast), waarmee hij gelijk staat aan andere jongens, enz. enz. enz. Had hij tot voor kort nog een normale af schuw van de school, nu studeert hij hard. Een jaar terug zwoer hij nog een "drop-out" te worden (een leerling die voortijdig- de school verlaat om zelf te verdienen), maar gisteren maakte hij bekend naar U.C.L.A. te willen gaan, de grote universiteit van Los Angeles. Hij is niet op zijn achterhoofd gevallen. Hij heeft wel in de gaten gekregen dat al die bordenwassers en zo toch te kort hebben in het leven, terwijl je als je b.v. dokter of ingenieur bent, je je veel meer veroorloven kan. Ook heeft hij op school langzamerhand verschil leren ma ken tussen twee soorten klasgenoten: het stupide volksjongen-soort en de lui waar mee "te praten valt", die manieren hebben en zo. Aangezien we het niet breed hebben en die betere jongelui vaak wel, en hij hun "status" hebben wil, gaat hij harder stu deren en vormt zich langzamerhand een "set" van onmisbaarheden in het leven, die hij veroveren moet. Goed, goed. Hij zal het ver brengen. En opeens is ook het besef gegroeid van dit basisbezit, de som van "luxuries" die hij nu al niet missen kan en die hij stelselmatig verbreden moet. Gelukkig noemt hij ze nog steeds "luxuries" en niet vanzelfsprekend heden. Dat komt omdat-hij een Pa heeft, die niet zoals andere Pa's automatisch ver der denkt van een Chewie '58 naar een Valiant '60 en dan naar een Cadillac '70 (en soortgelijke "klimsommetjes"), maar over een soort onbegrijpelijk "basisgeluk" van een vriend in Indonesië, die woont in een bamboehuis, zonder waterleiding, elec- trisch licht, gas, radio, TV, auto, enz. enz. Hij heeft dus toch wel geleerd verschil te maken tussen "luxe" en "gewopn" en vindt dus niet alle luxe "gewoon" en wat min der is, is arremoej. Maar honderdduizenden kinderen groeien wèl zo op. In de Westerse beschaving bestaat geen 'terug" of "om laag", maar alleen een eeuwig "voorwaarts' en "omhoog". En daar is geen grens. Nu is het zeker waar, dat alles wat in de Europese beschaving beneden "normaal" leeft, automatisch behoeftig is: krotbewo ner, achterbuurtjongen, hobo, paria. En in een staat van neerdrukkende ellende, die bv. door Kathe Kollwitz, Daumier en andere kunstenaars hartverscheurend is uitgebeeld. Daarom is de Europese beschaving sinds een halve eeuw naarstig bezig met de "op heffing van het proletariaat". Daar zijn we Lees verder pag. 7 Denk nü reeds aan Sinterklaas en Kerstmis: bestel het prachtige foto boek van E. Breton de Nijs Thans verkrijgbaar voor bijna de helft van de oorspronkelijke prijs: f.14,50 Na storting van dit bedrag op giro 6685 ontvangt U het boek franco bij U thuis. Of U kunt het afhalen bij BOEKHANDEL TONG TONG, Prins Mauritslaan 36, Den Haag - telefoon 542.542. Stuur mij: ex. Tempo Doeloe van Breton de Nijs 14,50 Het bedrag ad. zal op giro 66 85 of per postwissel/bank worden overgemaakt. Naam: Adres: Woonplaats: (Handtekening) 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 6