Rtieien v<Ui
Vervolg van pag. 3
waar U geen kans hebt van verdediging,
waar Uw goede kanten (naast de eventueel
slechte) verzwegen worden. Dat is dus rod
del. En alle roddel is laf.
5. Als ik Lüthy's uitspraken bestrijd, ben
ik dan arrogant? Emanuel Kant is duizend
maal pienterder dan U, maar als U hem
verwerpt, bent U toch niet arrogant? Het
zelfde geldt voor Sartre, Freud, Marx, noem
maar op wie U wilt. U heeft een eigen
vrije mening, die dom kan zijn, fout kan
zijn, goed kan zijn, maar toch niet automa
tisch arrogant genoemd mag worden omdat
U "het waagt zich te meten met een erkend
genie". Dit is veronderstellen van "slaafs
denken op gezag".
6. Ik kan mijn "aanval op Lüthy" onmogelijk
als arrogant zien. Ik geef Lüthy de credit
die hem toekomt, maar wijs daarnaast op
leemten, die iedere Indischman ook zal
voelen als hij Indonesië bezoekt. Als ik zeg
dat iemand omdat hij door en door Euro
peaan is, heel weinig notie heeft van wat
essentieel Aziatisch is, is dat een waarheid
die elke Indischman merkt in contacten met
b.v. politici, letterkundigen, enz., die in Ne
derland erkende grootheden zijn, maar vaak
verbijsterend slechte meningen hebben
over Indonesië. Hetzelfde geldt ook voor
Indonesië van door-en-door nationalisten,
die nooit in het buitenland waren en er toch
bepaalde meningen over ontwikkelen. Dit
is technisch logisch. Die dag in dag uit
24 uur lang verdiept is in eigen problemen
en maar een paar minuten over kan hebben
voor het denken aan toestanden elders,
heeft een ontzaglijke achterstand in oriën
tering en maakt dat ook in drie jaren studie
niet goed. Ik blijf er misschien aanvecht
baar, maar kalm en overtuigd bij dat de
Indischman veel van het Indonesische volk
beter aanvoelt of begrijpt dan de dagblad
correspondent in Hotel Indonesia of de
"student" van 1 of 2 jaar. De inzender
bestrijdt mijn opinie van Lüthy en mijn ver
kiezing van Carl Weiss met de verbazing
omdat Weiss scherper is dan Lüthy. En dat
is (sorry) ook alweer dom. Menig Indisch
man is honderdmaal scherper dan Weiss,
en zelfs Soekarno zelf kan in zijn critiek
op bepaalde eigenschappen van zijn volk
of volksgroepen ongelooflijk scherp van
leer trekken. Maar er is de scherpte van de
man die begrijpt en de botheid van de man
die maar niets begrijpen kan. Dan is de
scherpte preferabel.
7. Zulke en andere aanvallen op Tong Tong
verknoeien werkelijk veel plaatsruimte van
dit blad. Ze komen van mensen die in dit
blad niets goeds willen zien, en alleen maar
kunnen kraken. Deze scribenten zijn mees
tal ook gespeend van elk elementair verlan
gen om zelfs wat goeds te willen. Als ze
het allemaal zoveel beter en nobeler weten
dan Tong Tong, waarom staan in hun bladen
dan niet regelmatig constructieve artikelen
van hun hand? Ze zijn vaak hopeloos ten
achter bij de tijd. Studenten willen alle Van
Heutsz-monumenten neerhalen. "Ah, the
cowardlike kicking of a dead lion Maar
als men van zoveel liefde vervuld is voor het
gekwelde Indonesië, waarom studeert men
dan niet in Jogja of Jakarta? Het is allemaal
min-min-min wat je daar vindt en nergens
Venhuizen, 23 sept. 1965
Geachte Heer,
Uw artikelen in Tong Tong lees ik altijd met
heel veel belangstelling en genoegen.
Soms lees ik een zin of een gedeelte twee
maal over want U weet Uw gedachten zo
prachtig in woorden uit te drukken, dat is
een gave die maar weinigen bezitten.
Graag zou ik U nu eens wat terugschenken
en daarom wou ik nu een verhaaltje schrij
ven, een sprookje dat écht is gebeurd en
dat heel veel te maken heeft met Uw Tong
Tong. Ik weet het, U heeft het erg druk,
maar maakt U even tijd en leest het, ik zal
niet langdradig zijn.
Wij wonen in Venhuizen een klein dorp aan
de dijk van het IJsselmeer, dicht bij Enk
huizen. Daar in het stadje werkte onze
dochter op de binderij en drukkerij waar
Tong Tong wordt gedrukt. De binderij is
boven en onder in de drukkerij werkte een
leerling-drukker, een Indische jongeman en
ja, ja, U raad het goed hoor! Verliefd
en hoe!
Wij, de ouders, wisten er eerst niet zo
goed raad mee. Ja, zo'n heel vreemde jon
gen, zo ver vandaan. We mompelden wat
van: Er zijn hier toch ook jongens genoeg,
al moesten we in ons hart wel toegeven dat
ze er hier wel erg West-Fries uitzien, zo
helemaal niet exotisch en zo. Maar WAT
wisten wij van Indië? Niet veel, op school
hadden we er wel wat over geleerd, maar
het meeste wel prompt vergeten. Mijn fami
lie en voorgeslacht was altijd buitengewoon
honkvast geweest en niemand was ooit
naar Indië of ergens anders gegaan, ze
woonden hier en bleven hier. Mijn man, die
uit Gelderland komt, wist alleen van een
oud-Oom die naar Atjeh was gegaan om
daar te vechten, maar daar was nooit meer
iets van gehoord. Dat was nu ook al niet
moedgevend en dat zou al onze kennis
omtrent dat mooie land daar zijn geweest,
als...ons Marleen niet altijd Tong Tong mee
had gebracht, ik las en herlas ze altijd en
vergrootte onze kennis van alles omtrent
het land, de moeilijkheden, het vroegere le
ven van de Indische Nederlanders, 't Was
voor ons iets zo héél nieuws en boeiends!
En dan dachten we aan ons Marleentje toen
ze nog klein was en alleen maar een popje
met BRUINE oogjes wou hebben. Ik heb er
een hele middag winkel in, winkel uit lopen
zoeken ,tot ik er één vond en 't was altijd
haar dierbaarst speelgoed.
We zeiden nu tegen haar: "Je bent nog wel
piepjong, maar het is goed hoor!"
een plus. Straks, als alles veilig is in In
donesië, staan ze weer voorin in de queue
voor de Indonesische ambassade. Ze heb
ben nooit kwaad gedaan ,ze zijn altijd zalige
vriend geweest, ze willen al hun fraaie
diensten weer aanbieden aan dit volk...
voor gegarandeerde veiligheid, voor een
extra goede cent natuurlijk (en een safe
bankaccount in Holland) en zijn tevreden
De jongen kwam met haar mee naar huis
en het was een erg lieve jongen, we hielden
meteen van hem en het was of hij altijd bij
ons was geweest.
Op een zondag zaten we in de kerk. Er was
een vreemde Pater die de preek hield. Af
en toe hoorde ik wel een vreemd woord
ertussen, maar ik dacht Latijn, maar dat
was het niet, het was Maleis. Toen de kerk
uit was merkten we wel aan onze a.s.
schoonzoon dat er iets bijzonders was want
hij was erg opgewonden.
Wat was het geval? De Pater was in Se-
marang zijn pastoor geweest en had naast
zijn ouders gewoond. Hij had Just zien op
groeien en had met zijn vader vroeger vaak
naar de radio geluisterd als Han Hollander
Holland-België versloeg.
Wij gingen meteen naar de pastorie en dat
was een weerzien! En een vragen over en
weer! "Just, jongen, hoe kom jij hier in
Venhuizen"?? "Pastoor, hoe komt U hier?"
Ja, zei de pastoor dat is niet zo moeilijk,
dit is mijn geboortedorp .En hij vertelde
dat hij pas hier was aangekomen wegens
ziekte. En Just weer vragen naar vele ken
nissen en naar hun prachtige huis dat ze
daar hadden moeten achterlaten.
't Was toch zoiets wonderlijks deze ont
moeting, buren in zo'n groot land als Indo
nesië en je ontmoet elkaar hier weer in
zo'n klein dorp. Als je een verhaal zou
schrijven met dit erin dan denken de lezers,
die zuigt ook maar wat uit z'n duim!
De Pater heeft later hun huwelijk inge
zegend. 't Was toch zo'n ontroerende plech
tigheid. Een meisje uit zijn geboortedorp
met een buurjongen uit het land waar zijn
werk en zijn hart was en waar hij zoveel
mooie jaren had geleefd. Twee werelden
samen in een paar jonge mensen. (Ik kan
dat niet zo mooi uitdrukken als U, maar U
begrijpt wel wat ik bedoel).
Het jonge paar woont nu in Brielle, een heel
eind bij ons vandaan dus. En we wachten
op het eerste kleinkind van hen, deze
herfst.
Wat zal het zijn? Een popje met bruine
oogjes voor Marleen?
Dit was mijn verhaaltje voor U.
Met vriendelijke groet,
hoogachtend,
C. Wanders-Visser,
Zeger Davidsonweg 25,
Venhuizen N.H.
met een pondok op de Poentjak. U kent dat
soort mensen wel met hun toegespitste sui
kermondje, hoed in de hand, altijd krom
van het buigen als een knipmes voor er
kende grootheden. Zulke kromme mensen
noemen automatisch elk recht mens arro
gant. Het is een kwestie van statuur. Maar
zouden we aan dit soort zoveel plaats
ruimte besteden als hier? T.R.
4