VAN HIER EN GUNDER VREEMDE OGEN OP INDONESIË 3 V v*- SCHAKEN EN ZWIJGEN "Ik heb soms een sterk vermoeden dat je van Indonesië eigenlijk veel meer weet dan je doet voorkomen. Waarom zwijg je dan? Wie long Tong lang genoeg gelezen heeft, weet dat je prognoses altijd juist zijn geweest. Wat ver wacht je van Indonesië W. DE JAGER Aangenomen dat ik juiste verwachtingen heb van de toekomst van Indonesië, waar om zou ik erover praten, wijl het immers een Indonesische zaak is en niet de onze? Hoe kies, hoe diplomatiek, hoe zwijgzaam mag een mens zijn? Als U iemand ziet schaken, kunt U aan zijn tafel staan en hardop raden: "Nu de witte pion vooruit, dan maakt de zwarte dame die zet, en het witte paard weer deze sprong, de zwarte toren naar links, de witte koningin vooruit - mat! mat!" Doet U dat? Als U met Uw zoon schaakt, kunt U zeg gen: "Laat dat paard nou staan, joh, want dan schuif ik mijn dame hier naar toe, en dan zeg jij: hup mijn toren daarheen en dan eet ik jouw koningin en "mampoes loe! Mat" Dat moogt U doen, want Uw zoon moet nog wat leren. Wij zitten maar al te graag en te zelf verzekerd Indonesië's schaakspel te leiden, omdat wij ons vader voelen over Indonesië. Doe het niet. Het is niet waar. Denk aan de schaaktournooien in het oude Indië, waar soms een groot Europees schaak meester door een "ongeschoolde Batak" werd geslagen. Maar vooral: begrijp een spel en zwijg. En doe niet mee met het geroep van dom me toeschouwers, die bij elke zet weer beurtelings roepen: Zwart wint! Wit wint! Zwart wint! Men heeft mij wel eens verteld (ik schaak slecht en kan het niet beoordelen) dat de Bataks "grootmeesters zijn in het pionnen- spel", d.w.z. met "waardeloze pionnen" meer strategisch voordeel kunnen bereiken dan tegenstanders met "grof geschut". Als dat zo is, iaat ons dan vooral niet spotten met of neerzien op Indonesische prestaties die kleiner zijn dan de onze. Ze kunnen tóch winnen! T.R. BASISCH Het is mij een behoefte mijn waardering te uiten voor Tong Tong en Uw kijk op Indone sië en zijn bevolking. U brengt onder woorden wat ik altijd heb aangevoeld en bewonderd in deze volken. Zestien jaar, waarvan 3% jaar in een Jappen kamp, was ik op Sumatra!s Oostkust woonach tig, als de vrouw van een tabaksplanter. Nooit waande ik me in den vreemde, leefde tussen landgenoten die zich fijner uitten, be schaafder waren dan hun soortgenoten in het Westen, al werden ze dan tot de z.g. koelies gerekend. Nooit geen dronkengebral, ge schreeuw of wat dies meer zij. In alles een minder ruwe, wijzere levenshouding. Echter heb ik in een droom geleefd die eindigde als oorlogsweduwe, met twee zoons van vier en negen jaar in een Jappenkamp. De jongste zoon is net als zijn vader planter geworden, via de Tropische Landbouw School in Deventer, en is Manager op een plantage in de buurt van Rabaul. Hij hoopt zijn ge boorteland nog eens terug te zien in een ver lof. Geve God dat beide landen elkaar nog eens weer zullen ontmoeten en dan samen mogen gaan, zij het apart, als twee GELIJKWAAR DIGE, maar niet gelijke compagnons ,tot bei der voordeel op geestelijk en materieel terrein Het Westen zal dan moeten verfijnen, diep zinniger worden en het Oosten minder fan tastisch, waardoor veel talenten worden be graven. Aanvulling met begrip over en weer! Helaas vrees ik dat het daarvoor te laat is, of te vroeg. Hiermee bedoel ik dat er mis schien nóg eens een wereldbrand zal moeten komen om alle volkeren te leren dat ze samen moeten leren spelen als in een orkest, in volle harmonie. De fluit moet geen viool willen zijn en de trompet geen bas. Een samenspel tot Gods eer! Wat Tong Tong betreft, ik put uit Uw woor den de hoop dat alles niet voor niets is ge weest en dat 300 jaar samengaan ondanks ge maakte fouten over en weer, óók hun uitwer king zullen hebben. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. lk bewonder U dat U zo vasthoudend door gaat, ondanks tegenslag en tegenwerking, 't Gevoel van Mozes bij het brandende braam bos zal U niet vreemd zijn. U hoort Gods stem en U laat niet af. lk hoop dat ook U de kracht en de tijd zult krijgen nog eens te zien dat al Uw pogen niet voor niets is geweest. God sterke U! Met vriendelijke groeten en hoogachting, H. H. GROEW1J K-EN GELS MAN Brieven als deze komen in de laatste tijd (na de "oorlogsbrieven-tijd") wij zouden haast zeggen "bij dozijnen" binnen. Het merkwaardige is dat in deze brieven het gelijk in welke discussie ook over welk on derwerp ook secundair is. Primair is het basisch vertrouwen dat basisch het Indo- nesiche volk goed is en perioden van rus tige en vreedzame ontwikkeling in harmonie met Nederland zeker zullen aanbreken. Tweemaal: basisch. M.a.w.: wat zich aan de oppervlakte afspeelt, is irrelevant. Of Tjalie gelijk of ongelijk heeft, is irrevelant. Waarom twisten? Als we onze gedachten terug laten gaan over de achter ons liggende jaren met al zijn twisten en al zijn ups en downs, zien wij dat het deze lezers zijn, die de rugge- graat vormen van Tong Tong. Niet alleen de ruggegraat maar ook het hart, het bloed en zelfs de spijsvertering. En het zenuw stelsel, maar niet de zenuweinden, die prik kelbaar zijn, kwetsbaar, pijndoend. Evenals bij een levend wezen zijn altijd de zenuw einden de oorzaken van slechtgehumeurd heid, opvliegendheid, onrust. Overgeprik- keldheid kan ziekte en uiteindelijk dood ver oorzaken. Goddank is het lichaam gezond; we overkomen elke "zenuwaanval". Ik had het zonet ook over de spijsverte ring. Ja, we hebben de laatste jaren heel wat "te slikken" gehad. Heel wat vergiften en heel wat bittere obats. Sommige men sen "gaan er kapot van" en andere weer worden er sterker door. De overgrote majo riteit van onze lezerskring is in de laatste jaren evenwichtiger, kalmer, sterker gewor den. Dat heeft zijn terugslag op mij zeker niet gemist. Sterker dan ooit ben ik mij ervan bewust dat Tong Tong met zijn arbeid verder MOET gaan, door tij en ontij, door zenuwaanvallen en kalm beraad. "We shall overcome"... T.R. Dit zijn fragmenten uit boeken en reportages van Amerikanen die enige tijd in Indonesië vertoefden en niet alleen vele "primitieve" toestanden meemaakten, maar ook periodieke felle anti-Amerikaanse acties. Noch tans hebben zij kalme en scherpe observaties kunnen maken, waarop wij jaloers kunnen zijn... "Djakarta is evenzeer een geestesge steldheid als een plaatsaanduiding - een geestesgesteldheid die is samengesteld uit "hustle and honk" (riboet dan roewet zou den wij zeggen - T.R.) en uit treinraampjes hangen, maar tezelfder tijd van innerlijke ongehaastheid, van volksdeuntjes en game lan orkesten, van openhartige jovialiteit en jeugdige uitdagendheid, van pienter staats manschap en een soort van kosmisch ge duld. Het is echter verkeerd om Djakarta (en Indonesië) alleen maar af te schrijven als een geestesgesteldheid zonder meer, die daar ergens in de Zuidwest Pacific aan het zieden is, want dit zieden gebeurt toch maar bij het zesde grootste volk ter we reld!" MARGUERITE HARMON BRO "De Indonesische geest, zowel in religie als politiek, zoekt naar het compromis en schept vreugde in de vermenging van uit eenlopende elementen. Het Indonesische gemoed, vooral in Java, is verdraagzaam. De mensen staan dicht bij de natuur en vatten het leven te mild op om doctrinair te zijn, te gevoelig om intellectueel arro gant, beledigend of prikkelbaar te zijn, te zachtmoedig om te haten of in tweedracht te leven. Men is niet haatdragend en de deur wordt nooit gesloten voor verslagen tegenstanders of verloren zonen. Uiteraard zijn er uitzonderingen op deze karakteris tieken. De Indonesiër kan soms amok ma ken en is in staat tot grote wreedheid. Maar normaal is hij eerder genegen tot absorptie, opname en transformatie dan tot verwerping en vernietiging. De Indonesiër vermijdt bij voorkeur onbuigzame klassificaties en on wrikbare "zo-mot-het. Punt's". Als er muren bestaan tussen ideeën, zorgt de Indonesiër voor openingen in die muren. Het opber gen van ideeën in vaste kastjes is in Indo nesië onbegonnen werk. Want 's morgens kan men iemand in een kastje opbergen, en 's avonds kan hij zichzelf opnieuw ge- klassificeerd hebben en verdwenen zijn. In deze moeilijk vatbare Aziatische cul tuur "erupteerde" in 1511 (de verovering van Malakka door de Portugezen - T.R.) de Europeaan, koud, commercieel, Christelijk LOUIS FISCHER Lees verder volgende pagina

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 3