TIEN JAREN Over sparen gesproken Vervolg van pag. 5 elke persoon die grote welstand bereikt (vaak door eigen genialiteit) denkt: "Wie zit daarachter?" Dit is droevig. Maar wie weet hoe droe vig? Wat kan het buitenland Indonesië wér kelijk schelen? De moderne mensheid is door de groot machten verdeeld in twee "mornohs": de communisten zijn het in onze ogen en wij in de hunne. Zo diep is dit Momoh-complex ingevreten, dat we geen enkele vrije han- delang meer zien kunnen, zonder die direct links of rechts in te delen. Daarbij a. verlie zen we vaak alle proporties uit het oog, b. leggen de jonge vrije staten op een Procrustusbed; hakken kalm af wat we niet zien willen, en rekken uit wat we groot willen zien. In de laatste jaren is de buitenlandse pers t.a.v. Indonesië constant en alarmerend vol geweest van de 3 millioen communisten in Indonesië. Drie millioen! Drie millioen! Drie millioen! Men zag alleen die drie mil lioen! Op een volk van 110 millioen? Nu de bom gebarsten is, ontdekt men opeens ook de "devout Mohamedans", die "enraged" zijn en kennelijk geen moeite hebben met het uitwissen van de communis ten. Waarom heeft men dit nooit eerder gezien en gerealiseerd? Hoera! De wip is naar ons doorgeslagen. Lang leve "de Mohammedanen"! God is met ons! Schouderklopjes voor generaal Suharto zoveel hij maar hebben wil. Maar niemand denkt eraan: 1. Welke onderlinge politieke controversen bij de Mohamedanen een nieuwe machtsworsteling kunnen ma ken, veel en veel belangrijker dan dit com munistisch "intermezzo", 2. Dat generaal Suharto niet "eindeloos democratisch" is, immers op de eerste plaats nationalist, dus elke toekomstige "overdrijving" van onze kant even gevoelig kan afstraffen. Wip niet te ver! Misschien denkt nu een enkele zelfstan dig denkende toeschouwer: "Wie is eigen lijk generaal Suharto?" Dit doend, ontdekt hij een merkwaardig vacuum in de persvoor lichting in het westen omtrent Indonesië. Wij weten wel dat er zes generaals zijn vermoord, maar weten niet wie. Als wij hun namen wisten en zodoende hun invloeds sferen konden raden, zouden we een veel helderder inzicht hebben in de politieke situatie van thans. Maar we weten het niet en het interesseert ons ook niet. Omdat voor ons in het Westen generaals eigenlijk alleen maar een soort "topgesa- larieerde ambtenaren van Defensie" zijn. Generaal Jansen, Generaal Meyer, Generaal Pietersen, twaalf in een dozijn. En hier ma ken wij een kardinale fout. In het mousse rend revolutionaire Indonesië kunnen gene raals (die beschikken over een "gewapen de stootkracht") bliksemsnel ingrijpen en machtsverschuivingen bewerkstelligen, die welke civiele regeringsstructuur ook niet kan opbrengen. Denk aan Napoleon in de Franse revolutie, aan de generaals in de Zuid-Amerikaane revoluties, aan Ayub Khan in Pakistan, aan generaal Pak in Korea, zelfs aan De Gaulle (en Salan) in Frankrijk, aan Nasser in Egypte (en is Naguib al niet helemaal vergeten?). Nee, onderzoeken doen wij niet. Niet om partij te trekken, maar om bij benadering te weten hoe een vork ergens in de steel zou kunnen zitten. Onze westerse perscorres pondenten sturen alleen maar "Momoh-co- py" op en door hun verbijsterend slechte kennis van land en volk weten ze niet eens waar en hoe ze naar echt nieuws moeten zoeken. En met dit "momoh-nieuws" zitten wij hier op de wip en roepen beurtelings "min- tah ampoen" en "soekoer loh!" En maken onderling braaf ruzie. Net als toeschouwers bij een bridgewedstrijd die alleen dertien kaarten zien en nochtans brullen van "Groot slem!" of "Dubbel kwetsbaar down!" Tsk- tsk-tsk. En wie bij al dit opgewonden geschreeuw is in staat om onbevooroordeeld Indonesië te bekijken? Wie dat doen kan, merkt dat al gaat voor ons de metafoor op van de schommelende wip, voor Indonesië een an der beeld gebruikt moet worden: Van een jonge Reus (ja, als vijfde groot ste volk van de wereld, met zulke onmeet bare natuurlijke hulpbronnen, en in zulk een strategische positie op 't "driemachten- punt" van Azië, Pacific en Australië ben je een reus!), die jong en wankelend staat, met aan beide benen andere reuzen zich vastklampend en rukkend: Amerika, Europa, Rusland, China. Nu eens toegevend naar links (om niet zelf te vallen), dan weer links van zich aftrappend, en dan weer hetzelfde rechts. Het is een tragisch beeld, zó tragisch dat we ons schamen moeten om alleen maar aan de "benentrekkers" te denken en deze reus te oorvijgen voor zijn "gebrek aan partijdigheid". Het wordt dubbel tragisch als we den ken aan de onoplosbaarheid van onze eigen problemen en onze dichter sluipende nucle aire oorlog. Mocht ooit een derde wereld brand komen, dan zou Indonesië met zijn onmeetbare gastvrijheid en vriendelijkheid, met zijn onuitputtelijke levensbronnen voor ons een Redder in de Nood kunnen zijn. Nu maken we er alleen maar steeds meer een verbitterd, achterdochtig, twistziek mens van... Waarom zouden wij dan nog twisten om een gelijk? Met de herinnering aan alles wat ons dierbaar was en nog steeds dier baar is, lezers, Tong Tong treurt! Tong Tong treurt. En hierin vinden wij allen met al onze partijdigheid elkander tóch weer, nietwaar? T.R. "Vandaag las ik voor het eerst iets op het omslag van Tong Tong dat me wakker maakte (ik bén een slaapkop!) en dat geloof ik niemand goed leest: 10de (herhaal: TIENDE) Jaargang! Bestaan wij werkelijk al tien ja ren?! Ondanks alle ondergangsvoor spellingen? Ondanks de honderden onvergeeflijke fouten van Tjalie (en van ons)? Hoe bestaat het! Mijn dochter van tien is intussen 20 geworden, getrouwd en moeder. Mijn zwarte kuif is nu "empty fields amongst the gray". Ik schuif al heel aardig naar mijn pensioen en "habis perkara sama sekali" en Tong Tong bestaat nog steeds! Nogmaals: hoe bestaat het?! Welke mooie en nuttige krachten schuilen in dit blad, al zien we ze niet? Wat zocht ik als ik zelfs In mijn kwaai-kwaai buien met mijn "vriendjes" samen Tong Tong veroor deelde? En wat vond ik blijkbaar steeds weer? Ik weet het niet. Weet U het? E. VISSER Nee, we weten het niet. Wie van de lezers wel? - Red. Beleggingsmaatschappijen zoals het Fund of Funds (zie adv. pag. 19), garanderen de kleine spaarder een zekere beveiliging te gen inflatie door de grote spreiding van hun beleggingen in bestaande fondsen. Het systeem van sparen verschilt in zoverre van de spaarmogelijkheden bij de grote Ne derlandse beleggingsmaatschappijen, dat voor iedere inleg geen aandelen worden ver strekt van bestaande fondsen, maar direct van aandelen Fund of Funds, die veel minder aan koersschommelingen onderhevig zijn en waarbij de berekening tot in duizendsten van een aandeel nauwkeurig geschiedt, e.e. a. gebaseerd op de intrinsieke dagwaarde. De belegger regelt met het Fund een regel matige, doch niet verplichte bijdrage. Deze wordt tegen afgifte van aandelen Fund of Funds, waarin alle kosten zijn verdiscon teerd, in onderliggende fondsen belegd, maar tevens worden alle baten uit deze be leggingen herbelegd. Het Fund keert dus geen dividenden uit, waardoor het kapitaal groeit zonder dat men betrokken is bij de stijging of daling der beleggingsfondsen, terwijl de spaarder gevrijwaard is tegen in komstenbelasting. Bovendien zijn eventueel gerealiseerde koerswinsten belastingvrij. Door de stijging van het vermogen tot bo ven de 220 000 000, behoort het Fund of Funds tot de veertig grootste beleggings maatschappijen ter wereld. Er zijn er ruim elfhonderd! RED. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 6