Bi/rit BibitBIKt BibitBibct BaMZ BiM (Bib it BONTOT IN HET TIJGERBOS X. RAMA - de laatste tijger van Bali t Dag lieve Bibits overal en elders, Wat zitten we in een knusse tijd, hè? Het Sinterklaasfeest achter de rug, en de Kerstdagen en Oud en Nieuw vóór ons. Ja, wie vertelt ons eens per brief wat hij of zij in zijn schoentje vond op 5 december? Of hoe jullie Sint's verjaardag verder ge vierd hebben? Zijn een heleboel hartewen- sen in vervulling gegaan? En heeft niemand zich misselijk gegeten aan pepernoten, cho cola en marsepijn? Pas maar op, want straks is er weer aller lei lekkers rond de Kerstdagen en natuur lijk oliebollen voor Oudejaarsavond. Wat hebben wij het toch goed, hè? Alles wat wij nodig hebben, en nog zoveel extra din gen. En nóg zijn we dikwijls niet tevreden, en hebben we nog veel meer verlangens en wensen. Weten jullie wel, dat er in an dere landen heel veel mensen en kinderen zijn, die zelfs het allernoodzakelijkste niet hebben? Waar te weinig eten en kleding is? En waar het moeilijk is aan schoenen of zelfs zeep te komen? Er zijn kinderen die niet weten hoe chocola of marsepijn sma ken. Ja, die zelfs nooit zoiets lekkers ge- zièn hebben. Wat is het jammer, dat wij hen zo weinig te hulp kunnen komen. Toch wordt er via de Katholieke en Protestantse Kerken wel geprobeerd om die arme mensen in verre landen een beetje te helpen. Men brengt geld en kleding bijeen, en verzendt kisten met het nodigste goed. Maar het is alle maal net een druppel op een gloeiende plaat. Toch is het niet goed, als we ons er vanaf maken met een schouderophalend: "Ik kan er ook niks aan doen", en dan er maar niet meer aan denken. We kunnen in elk geval bij onze eigen kerk informeren hoè wij ons deeltje kunnen bijdragen. Men is soms al geholpen met kleding waar wij zelf of onze kleintjes uitgegroeid zijn. Natuurlijk moet het nog wel heel zijn. Het is immers geen echte hulp wanneer je ka pot goed wegschenkt. Verder hoeven wij niet speciaal hulp aan mensen in verre lan den te geven, maar die wordt ook in ons eigen land, in in onze eigen omgeving ge vraagd. Ja, zeg je misschien, hoe kunnen wij kinderen nu helpen. O, het zijn niet al tijd grote daden en grote dingen die de hulp uitmaken. Beslist niet. Is er niet een zieke buurvrouw voor wie je af en toe bood schappen kunt doen? En vooral oude men sen, die zelf niet meer zo goed uit de weg kunnen, zullen het zeker waarderen, als ze niet zelf met allerlei hoeven te sjouwen. Of misschien kun je ergens wel eens als baby sit oppassen, zodat de moeder zelf eens rustig haar boodschappen kan doen. En straks in de sneeuw en ijsperiode kun je je ook heel nuttig maken door zout of zand op gladde stoepjes te strooien, of sneeuw weg te ruimen voor de deuren, zodat de bakker en de melkboer het gemakkelijker zullen hebben om er door te komen. En zo is er, als je goed om je heenkijkt, altijd wel iets te vinden, waarmee je een ander van dienst kan zijn. Denk nu niet honend: "Mij niet gezien, hoor!" Je zult merken, dat je het fijn gaat vinden om te helpen. Je wordt er heus niet minder van, integendeel. Je zult jezelf rijker voelen, als je weet, dat je iemand echt geholpen hebt. Als je het nog niet wist, begin er maar gauw mee, Bibits, spontaan helpen om het helpen zelf, niet voor een beloning. En nu gaan we ons praatje weer eens stoppen. Tot de volgende keer, beste luitjes, leder een de hartelijke groeten van jullie TANTE MIEKE door Jet Lasi en Udeyana Pandji Tisna Toen Achmed levend en wel thuis kwam, moest de politiechef wel toegeven dat hij zich in Sentoel vergist had. "Het is een goede hond geweest", zei hij, "want geen dier of mens kan meer doen dan dat hij zijn leven geeft voor een ander". Maar Tjoebek heeft ongelijk dat hij die tijger in leven heeft gehouden, die tijger is gevaarlijk en moet dood geschoten wor den. "Nee", zei Achmed, "Bontot heeft gelijk, die tijger moet gepensioneerd worden". "En wie zal dat betalen?" vroeg de commis saris. "Dat betaalt de tijger zelf" zei Ach med. Die eerste september bood de hoofdstad van Bali een wonderlijke aanblik. Er was geen mens op straat, ramen en deuren wa ren met planken dichtgespijkerd, maar door de kieren van die planken keken duizend nieuwsgierige ogen. De weg was leeg, maar overal achter de bomen en struiken lagen politiemannen en soldaten met het geweer in de aanslag. Niemand mocht spreken. Toen kwam over die lege weg, héél in de verte een bibbe rende jongen, dat was Wayang, die de boot over de baai had gevaren. Een eind achter Wayang kwam Tjoebek, die heel rustig liep en een deuntje floot en een eind achter Tjoebek met neerhangend hoofd en rustige passen kwam een grote konings tijger. Midden op de aloon-aloon hadden arbei ders een hele week gewerkt. Ze hadden een diepe gracht om het plein gegraven en mid den op het plein een hol van grote stenen gebouwd, en een riviertje met een vijvertje aangelegd met riet daaromheen. Aan de in gang was een brug over de gracht met een poort en een ijzeren hek. Het ijzeren hek stond open. De eerste die er binnen ging was Tjoebek en de tweede die er binnen ging was de tijger, en deze ging rustig bij het hol liggen kluiven aan een groot stuk vlees dat daar was klaar gelegd. Toen ging Tjoebek terug naar het hek, sloot het en gaf de sleutel aan de commissaris. "Doet U het maar op slot", zei hij. Maar toen de commissaris naar het hek toeging, stond de tijger op en begon vreselijk te brullen en de commissaris zei: "Sluit jij zelf het hek maar af". Maar Tjoebek liep naar Dajoe die uit haar schuilplaats tevoorschijn was gekomen en gaf haar de sleutel. Zij deed het hek op slot en de tijger ging rustig liggen en toen kwamen Bontot en Koese die een zelf ge schilderd bord bij zich hadden dat ze boven de ingang hingen en waarop stond: Rama, de laatste tijger van Bali Later bracht Tjoebek ook nog een krokodil in de dierentuin die gepensioneerd wou worden en een oude apenkoning en een heleboel andere dieren. En de toeristen betaalden veel geld om dat te mogen zien. ledereen sprak over Tjoebek en ieder dorp was blij als Tjoebek daar heen kwam om over de dieren te spreken en hij leerde de jongens in de dorpen om hun honden goed Lees verder volgende pagina

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 14